Er moet een speciale raad worden opgericht die de samenwerking regelt op het gebied van onderzoek naar en onderwijs in de Friese taal. Dat zegt de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het Rijk moet ook „duurzaam investeren” in ten minste één zelfstandige bacheloropleiding Fries „met de daarvoor benodigde staf, waaronder een fulltime hoogleraar Fries”, vindt het gezelschap. Alleen met deze initiatieven kunnen genoemd onderzoek en onderwijs nog een goede toekomst hebben.
De KNAW wijst erop dat het Fries de tweede officiële rijkstaal is en dat Nederland zich eerder heeft verplicht om deze taal te beschermen en te bevorderen. Maar het gaat op het wetenschappelijke vlak niet de goede kant op: „De laatste decennia is er een verzwakking te zien van de frisistiek in Nederland. Alle zelfstandige universitaire opleidingen zijn verdwenen, op één na zijn alle leerstoelen opgeheven, studentenaantallen binnen het weinige onderwijs dat nog over is zijn klein en de financiering van dat onderwijs is dus problematisch”, stelt de Akademie.
In de op te richten raad voor de frisistiek moeten deskundigen worden verenigd van de Rijksuniversiteit Groningen (de voor de hand liggende standplaats van de bachelor), de Fryske Akademy, NHL Stenden Hogeschool en wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht.
De bachelor moet verder „geen reservaat” worden, aldus de Akademie: „Het moet voor studenten van andere opleidingen ook mogelijk zijn om vakken binnen deze bachelor te volgen.”
De KNAW presenteerde het advies donderdag, nadat de organisatie eerder onder meer concludeerde dat er te weinig studenten Fries zijn „om de ambitie van de provincie waar te maken om in 2030 op alle scholen het vak Fries volledig aan te bieden”. Het is volgens de Akademie meer dan een Friese kwestie alleen, de situatie „verdient aandacht vanuit nationaal perspectief”.