Albert en Madeleine wonen op vakantiepark
Albert en Madeleine van Lieshout wonen in Resort Slenck en Horst. Het park kreeg van de gemeente Harderwijk in 2020 de status woonwijk. Daarmee werd permanente bewoning legaal. Maar de regels zijn er strenger dan in de bebouwde kom.
Wie Slenck en Horst binnenrijdt, waant zich nog steeds op een vakantiepark. Smalle paadjes, deels bestraat, deels grind, slingeren zich tussen hagen door. Schuttingen zijn verboden. De wijk is overdag vrij toegankelijk maar tussen 20.00 en 7.00 uur kom je alleen met een pasje voorbij de slagbomen. Op de rijpaden is het stapvoets rijden. Parkeren mag alleen op eigen terrein, want de paden moeten toegankelijk blijven voor de hulpdiensten.
Groen is er volop, maar speeltuintjes, een recreatiezaal en een kampwinkel ontbreken. Er is ook geen beheerder. Wél een vereniging van eigenaren (vve), die onder meer het onderhoud regelt. Slenck en Horst is dan ook geen vakantiepark, maar een officiële woonwijk van Harderwijk, zij het met een aparte status.
Het park valt niet onder de bebouwde kom, maar onder het buitengebied. Nutsvoorzieningen als riolering, gas en elektriciteit zijn er wel, maar het huisvuil wordt niet bij de deur opgehaald en bewoners halen hun post bij de ingang van het park af.
„Het moet hier geen gewone woonwijk worden”, zegt Albert van Lieshout (63), die ”met groene groet” zijn e-mails ondertekent. Want die groene omgeving was zo’n 25 jaar geleden voor hem en andere kopers reden om hier een huis te laten bouwen.
De voormalige beroepsmilitair is de ”bomenman” van het park. Hij beoordeelt, in overleg met de boswachter, elke kapaanvraag. „Het boskarakter moet behouden blijven.”
Ooit was hier een camping c.q. chaletpark gevestigd. In de jaren negentig besloot de eigenaar er 190 stenen huizen neer te zetten, bestemd voor permanente bewoning en dus gebouwd volgens de regels van het zogeheten Bouwbesluit, de wettelijke technische voorschriften. Ze kwamen er in twee basistypes, op kavels van gemiddeld 600 vierkante meter.
„Ik zie de reclameborden nog staan: ”365 dagen per jaar recreëren”. Dat trok mensen. Nieuwkomers kregen zelfs een welkomstpakket van de gemeente, inclusief een toegangskaart voor het Dolfinarium”, zegt Van Lieshout. Het gezin, met twee opgroeiende kinderen, woonde al in Harderwijk maar het nieuwe park lokte.
Hoewel makelaar en gemeente de indruk wekten dat permanent wonen toegestaan werd, bleef de officiële bestemming ”recreatie”. En dus was permanente bewoning illegaal. „Je moest een ander formeel woonadres hebben. Wij stonden op het adres van mijn moeder ingeschreven, maar niet iedereen had zo’n mogelijkheid. Toen de gemeente ging handhaven, kregen twee eigenaars een forse boete”, zegt Van Lieshout.
De vve ging de juridische strijd aan om alsnog een bestemmingswijziging te verkrijgen. Die liet meer dan twintig jaar op zich wachten. Er kwam volgens Van Lieshout pas schot in de zaak toen in het gemeentebestuur een andere politieke wind ging waaien.
Uiteindelijk kwam het tot een compromis. De eigenaren moesten een zogeheten vereveningsbijdrage van 12.500 euro per woning betalen, omdat de huizen door de nieuwe status een hogere waarde kregen. Bovendien moest er een geluidsscherm langs de aangrenzende, drukke N 320 komen. Ook die kosten, 4500 euro per woning, waren voor de bewoners.
Na een overgangstermijn die in 2025 afloopt, gaat de gemeente strakker handhaven op de maximale bebouwing. „Een konijnenhok in je tuin mag, maar een kippenhok of een groentekas niet.”
Dat neemt allemaal niet weg dat de huizen gewild zijn. Als er eentje vrijkomt, staat hij nooit lang te koop.