Vuurwerkverkoop van start: „15.000 euro gaat eraan op, maar mijn vrouw weet van niks”
Bij Felix Vuurwerk in IJsselmuiden is het buffelen geblazen. Het hele jaar leven het bedrijf en de klanten toe naar de laatste periode van het jaar. „In deze drie dagen móét het gebeuren.”
„Als je mijn naam er niet bij zet, wil ik het wel zeggen.” Buiten bij de loods van Felix Vuurwerk op het industrieterrein in IJsselmuiden staan twee mannen (32 en 46 jaar) een sigaretje te roken. Het gaat over vuurwerk en hoeveel ze daaraan uitgeven. Er is alleen een probleem. „Mijn vrouw heeft geen idee hoeveel ik eraan besteed”, zegt de dertiger. „En dat wil ik graag zo houden.” Geen naam dus, wel een antwoord: 15.000 euro. Per jaar. De veertiger blijkt er ook „zoiets” aan kwijt te zijn.
Als jongetjes sliepen ze al met vuurwerkfolders onder hun kussen. Ook nu nog leven ze maanden toe naar die laatste dag van het jaar. „Ik heb twee zoontjes van zeven en acht jaar”, vertelt de oudste. „Die geven er al meer dan 800 euro per jaar aan uit. Papa sponsort natuurlijk mee”, zegt hij lachend. Weggegooid geld vinden ze dat beiden niet. „Ieder z’n hobby. Een ander koopt elk jaar een nieuwe auto.”
Maar is het bij zulke bedragen niet veel aantrekkelijker om het spul uit Duitsland en Polen te halen, waar het goedkoper is? „Dat deed ik ook”, zegt de veertiger. „Tot vorig jaar.” Toen werd hij gepakt door de politie. Met te veel en te zwaar vuurwerk. „In dat gedoe heb ik geen zin meer. Dus nu koop ik alles in Nederland.”
Binnen stapelt Richard Fix (40) –„geboren met het vuurwerkvirus”– bestellingen op in de bunker van de loods. Aan de rij klanten lijkt deze ochtend geen einde te komen. Om hen allemaal van fonteinen, sterretjes en siervuurwerkpotten te voorzien, maakt de eigenaar van de vuurwerkshop, die normaal bij een schroothandel werkt, lange dagen. De winkel is donderdag, vrijdag en zaterdag van 7.00 uur tot 21.00 uur open. Af en toe heeft hij even een gaatje om te kletsen. „Het is nogal stressen. Straks komt er weer een nieuwe lading vuurwerk binnen. En de winkel staat vol klanten.”
Boven de loods werkt Richards vrouw Nicole (39) samen met haar zus Ilona Plender (34) de onlinevoorraden bij. „Zo weten de mensen achter de balie wat ze kunnen verkopen”, verduidelijkt ze. Een groep van zo’n 25 vrienden en familieleden helpt het stel deze drie dagen bij de vuurwerkverkoop. Zelfs hun kinderen doen mee. Dochterlief staat achter de kassa en zorgt voor koffie en gevulde koeken voor het personeel. Maar in de kantine blijft het rustig. Te druk in de winkel.
Afmattend en zwaar, zo beleeft Nicole de laatste drie dagen van het jaar. „Natuurlijk is het ook heel gezellig. Maar het móét nu gebeuren. Je kunt niet tegen klanten zeggen: Kom in januari maar weer terug.” Bijna het hele jaar leeft de familie Fix dan ook toe naar deze tijd. „Het komt aan op een goede planning”, vertelt ze. „In de zomer staan we in onze korte broek vuurwerkshows bij importeurs te bekijken om vast te stellen wat we in het assortiment willen.”
Stuntpiraten
Beneden staat het winkeltje stampvol mensen. Alex Wolda heeft met zijn zoon en dochter de buit voor dit jaar weer binnen. Jaarlijks besteden ze „sowieso voor enkele honderden euro’s” aan vuurwerk. Ze pluizen de folders goed uit. „De ene helft kopen we hier. De andere helft bij een andere firma. Daar zijn sommige artikelen goedkoper.”
Dat vuurwerk onveilig zou zijn, is volgens hem „een beetje onzin”. „Het is gewoon een kwestie van aansteken en weglopen.” Goed opletten is zijn advies. „Er zitten natuurlijk stuntpiraten bij. Maar mijn kinderen hebben nooit wat. Alleen een keer een verbrande vinger.” Dat zestien gemeentes dit jaar een vuurwerkverbod hebben, vindt hij zielig. „Alle Nederlandse tradities gaan de lucht in.”
Eigenaar Richard Fix vindt dat een kleine groep het voor de rest verpest, zo vertelt hij, net nadat controleurs langsgekomen zijn om te checken of de vuurwerkverkoper zich aan de regels houdt. „Op onze potjes staat namelijk niet: zet hem op de kop in huis of blaas er een putdeksel mee op. Dat doen de gebruikers.”
Hij vindt het dan ook „ontzettend jammer” dat hulpverleners het rond oud en nieuw vaak moeten ontgelden en dat allerlei straatmeubilair opgeblazen wordt. „Daarmee verknalt een enkeling het voor de rest.” Ook het illegale vuurwerk is hem een doorn in het oog. „Daar gebeuren de meeste ongelukken mee.”
Zelf houdt de eigenaar zich netjes aan de regels. Zijn loods bevat sprinklers, brandblussers en brandwerende deuren. Al die maatregelen kostten hem een lieve duit. Toch begrijpt Fix wel dat de overheid die regels stelt. „Zo’n vuurwerkramp als in Enschede wil je nooit meer.”
De vuurwerkbranche zelf werkt ook mee om de veiligheid te verbeteren, zegt Fix. Zo werd afgelopen jaren de regel ingesteld dat siervuurwerkpotten even hoog als breed moeten zijn. Stabiliteit is daarmee beter gegarandeerd. De populaire Thunderkings –cilindervormig vuurwerk met één knal in de lucht– behoren daarmee tot de verleden tijd. „Daar verdienden we altijd veel op. Maar ze konden makkelijk omwaaien.”
Veiligheid was vroeger nauwelijks een issue, vertelt Hilbert Felix (68). Zijn vader startte een jaar of zestig geleden met Felix Vuurwerk. Hilbert kan zich de beginjaren van het bedrijf nog goed herinneren. Tientallen jaren terug werd het vuurwerk gewoon vanuit huis verkocht, vertelt hij. Het spul werd opgeslagen in een kist in de woonkamer „Weet je waar die stond?” vraagt de zestiger lachend. „Naast de kachel.”