Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers COA mag maximaal tweehonderd asielzoekers en statushouders huisvesten in een Van der Valk-hotel in Uden. Dat heeft de bestuursrechter in Den Bosch vrijdag in kort geding beslist. De rechter schorst een vergunning van de gemeente Maashorst voor de huisvesting van meer dan tweehonderd vluchtelingen.
De rechtbank stelde enkele belangrijke voorwaarden aan gemeente en COA. Zo moet er elke week een overleg met omwonenden plaatsvinden, onder meer over veiligheidsaspecten. De gemeente Maashorst moet zorgen voor intensief toezicht door handhaving en politie rond het hotel, en dat toezicht niet beperken tot de aanwezigheid van camera’s. Patrouilles van de politie moeten er vaak patrouilleren. Het COA moet 24 uur per dag toezicht houden en altijd bereikbaar zijn.
Gemeente en COA moesten ter zitting beloven niet meer dan tweehonderd vluchtelingen op te vangen. De rechter dreigde anders met dwangsommen.
Het kort geding was aangespannen door omwonenden. Die waren het er niet mee eens dat in het hotel inmiddels al 88 vluchtelingen zijn ondergebracht, terwijl de procedure rond een vergunningsbesluit van de gemeente nog gaande was. Zo wilden de omwonenden bezwaar kunnen maken tegen de vergunning, en schorste de rechter afgelopen woensdag in kort geding het besluit tot vrijdag, de behandeling van het kort geding.
Desondanks liet de gemeente toe dat het COA al tientallen mensen onderbracht in het hotel, tot grote woede van de omwonenden. De rechtbank oordeelt nu, dat het beter is om met elkaar in gesprek te gaan dan tegen elkaar te procederen. Hij wil kijken hoe het de komende tijd gaat, en gaat ervan uit dat het goed komt, omdat bij veel azc’s overleg wel goed werkt.
Hij wees erop dat in Nederland een opvangcrisis heerst en zei het jammer te vinden dat de landelijke politiek er niet in slaagt dit probleem op te lossen. Hij wijst erop dat het COA onder hoge tijdsdruk bij gemeenten moet aankloppen, maar haastige spoed is zelden goed, constateert hij. „Dat leidt tot geschillen zoals deze, waarbij zorgvuldigheid en onderlinge verstandhouding onder druk komen te staan.”