Kerk & religieWekelijkse meditatie
Jezus’ eigen kerstgetuigenis

In Psalm 40 dankt David God voor Zijn verlossende genade. Hij bevond zich in „een ruisende kuil” en „modderig slijk” (vers 2).

Ds. L.W.Ch. Ruijgrok, Naaldwijk
beeld RD
beeld RD

Vijanden benauwden hem en zochten hem te doden (vers 13, 15). Zijn zonden grepen hem aan en veroordeelden hem (vers 13). In die nood heeft hij tot God geroepen. Eenmaal. Andermaal. En… de Heere heeft hem verhoord. „Ik heb de Heere lang verwacht en Hij heeft Zich tot mij geneigd en mijn geroep gehoord” (vers 2). Hem verlost van zijn vijanden. Hem Zijn vergevende liefde en genade bewezen. En daarom: een danklied.

„Op grond van Zijn komen tóén, komt Hij ook vandaag tot het hart van zondaren” - Ds. L.W.Ch. Ruijgrok

Maar David voelt: de Heere heeft recht op meer. Niet slechts op een danklied of dankoffer, Hij heeft recht op mijzelf. „Dat ik mijzelf tot een levend dankoffer Hem offere” (HC zondag 12). Dat doet hem belijden: „Toen zei ik: Zie, ik kom…” Een woord waarin hij zijn algehele overgave en onderwerping aan de Heere tot uitdrukking brengt. Hij wil zichzelf ten offer brengen aan zijn God. U ziet, waar werkelijk een verbroken hart is, houden we niets meer achter. Daar blijft het niet bij woorden. Daar komt het hart op het altaar. Daar werkt Gods Geest hartelijke overgave en een heilig verlangen om Hem toegewijd te zijn. „Zie, ik kom…” En het smart ons dat het allemaal zo ten dele blijft.
Maar we horen in deze psalm niet alleen David. We horen hier bovenal het getuigenis van Davids grote Zoon. Advent. Kerst. We gedenken hoe ook Hij eenmaal gezegd heeft: „Zie, Ik kom…” Dat sprak Hij al in de stilte van de eeuwigheid, toen Zijn Vader Hem riep om Borg te zijn voor schuldige zondaren. Hij sprak het opnieuw, toen Hij kwam naar deze aarde (Hebr. 10:7). Anders gezegd, het is Jezus’ eigen advents- en kerstgetuigenis. „Zie, Ik kom…” Een woord van onpeilbare diepte. Het getuigt van Zijn overgave en gehoorzaamheid aan Zijn Vader, ook van Zijn grote gewilligheid en hartelijke liefde tot het verlorene. Alles moest Hij offeren. Al Zijn heerlijkheid afleggen. Nederdalen tot in de helse smarten. En toch: Zijn liefde en ijver brandde. Om Zijn Vader te verheerlijken. Om zondaren met God te verzoenen. Ja, de grondslag te leggen voor de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
„Zie, Ik kom…” Dit getuigenis van Jezus wil uw hart verbreken. Want wat van Hem geldt, geldt helaas niet van ons. Wij zijn van nature niet zo gewillig. Integendeel, welk een verzet leeft er niet in ons hart. Luchthartig verzet. Vroom verzet. Maar het is alles vijandschap tegen God. Ontdekte u dat? Is het u tot schuld? En toch sprak Hij: „Zie, Ik kom…” Is het niet om klein onder te worden? Hij volbracht wat geen mens ooit volbrengen kan. Hij verwierf voor schuldigen het volle heil. En op grond van Zijn komen tóén, komt Hij ook vandaag tot het hart van zondaren. In het gewaad van Zijn Woord en in de kracht van Zijn Geest. Om dit heil uit te delen
Waar Hij komt, valt al het uwe u uit handen. Daar blijft van u niets anders over dan een zondaar voor God. Maar daar openbaart Hij ook Zichzelf zodat u in Hem uw heil, leven en zaligheid mag vinden. Eenmaal voor het eerst. Maar ook opnieuw. En dan? Dan vallen twijfels en weerstanden weg en belijden ook wij het ziende op Hem en op datgene waartoe Hij roept: „Zie, ik kom…”

„Toen zeide Ik: Zie, Ik kom…” - Psalm 40:8a

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer