Italië heeft genoeg van pact met China
Italië gaat de handelsovereenkomst uit 2019 met China niet verlengen. Het Memorandum van Overeenstemming waarmee Italië toetrad tot het Belt and Road Initiative, ook bekend als de Nieuwe Zijderoute, loopt in maart af. Volgens premier Giorgia Meloni moet het dan ook echt afgelopen zijn.
Het besluit om als enige van de G7-landen op eigen houtje met China in zee te gaan, kwam Italië indertijd op zware kritiek te staan van zijn Europese partners en de Amerikaanse bondgenoot. Bovendien bracht het akkoord niet wat de toenmalige regering ervan verwachtte. Vooral de Chinezen lijken ervan te profiteren. In de afgelopen maanden was de Italiaanse diplomatie daarom druk aan het werk om het bericht van de breuk zo soft mogelijk te brengen en economische sancties van Chinese zijde te vermijden.
Het project was gericht op nauwe samenwerking op economisch en infrastructureel gebied met Europa, onder Chinese leiding. Dat Italië vier jaar geleden, anders dan andere West-Europese staten, inging op het Chinese aanbod, heeft vooral te maken met de aard van de toenmalige regering.
Het eerste kabinet-Conte –dat regeerde van juni 2018 tot september 2019– steunde op een coalitie van de Vijfsterrenbeweging (M5S) en de Lega. Beide partijen hebben een anti-Europese en anti-Atlantische achtergrond, wat hen in zekere zin immuun maakt voor kritiek uit die hoek.
Bevoorrecht
Dat zij de eenheid binnen de EU doorbraken en de Verenigde Staten schoffeerden, die zich op dat moment voorbereidden op een handelsoorlog met China, leek hun van ondergeschikt belang. Ze gingen ervan uit dat Italië zich met de keuze voor China een bevoorrechte positie in de toekomstige wereldorde zou verwerven. Alessandre Di Battista, toen de nummer 2 van de M5S, verklaarde daarom: „China heeft al gewonnen.”
Daarnaast werd de toenmalige minister van Economische ontwikkeling en leider van de M5S, Luigi Di Maio, beïnvloed door zijn staatssecretaris Michele Geraci, een economieprofessor die sinds 2008 in China woonde en doceerde. Als kabinetslid bereidde hij het memorandum voor dat de leiders Xi en Conte op 23 maart 2019 ondertekenden.
De daarin neergelegde voornemens waren ambitieus. Het handelsvolume tussen Italië en China zou exponentieel toenemen, Chinese en Italiaanse (staats)bedrijven zouden gezamenlijk investeren in derde landen en China zou een grote bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de Italiaanse havens, met name die van Venetië en Triëst.
Handelsbalans
Van die laatste plannen kwam niets terecht. De waarde van de onderlinge handel steeg weliswaar van 50 miljard euro in 2019 tot 84 miljard in 2022. Maar daarbij nam de Italiaanse export naar China toe met slechts 4 miljard euro, van 14,5 tot 18,6 miljard, terwijl de Chinese uitvoer naar Italië groeide van 35 naar 66 miljard euro. Daarmee is de handelsbalans verder scheefgegroeid in het nadeel van Italië. De export naar China van Duitsland en Frankrijk, zonder memorandum, nam sterker toe dan die van Italië.
Latere regeringen met een duidelijke Europese en Atlantische opstelling kwamen terug op de door Lega en M5S uitgezette koers. Onder premier Draghi onderschreef Italië in 2021 het initiatief Build Back Better World, een antwoord van de G7 op het Chinese streven. Maar het memorandum is nog van kracht tot maart 2024. De Chinese ambassadeur in Rome heeft al laten weten dat Peking klaarstaat met sancties als Italië niet langer meedoet.
De diplomatieke massage lijkt echter effect te hebben. Buitenlandminister Tajani verklaarde woensdag dat Italië mikt op andere samenwerkingsverbanden met China, de Chinese president Xi heeft Meloni uitgenodigd in Peking en in 2024 gaat president Mattarella op staatsbezoek naar China. De kou lijkt daarmee voorlopig uit de lucht.