Irritaties en geopolitieke geschillen op China-EU-top
EU-leiders zitten vanaf donderdag in Peking aan tafel met onder anderen de Chinese president Xi Jinping. Het wordt een ongemakkelijk gesprek.
Er komt geen gezamenlijke slotverklaring na afloop van de topontmoeting tussen de EU en China, dat staat al vast. Een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken hield er eerder deze week de moed nog in. „Onze gezamenlijke belangen zijn talrijker dan onze tegenstellingen”, zei hij. Maar er zijn vele stenen des aanstoots.
Zo is China boos dat de EU onderzoekt of er ongeoorloofde subsidies gaan naar Chinese elektrische auto’s. En ook dat Ursula von der Leyen al een voorschotje nam op de uitkomst van dat onderzoek: „De wereldmarkt wordt overspoeld door goedkope Chinese elektrische auto’s. Hun prijs wordt kunstmatig laag gehouden door gigantische staatssubsidies”, zei de voorzitter van de Europese Commissie in september. De Duitse, Franse en Italiaanse auto-industrie hebben veel last van de Chinese concurrentie.
Afhankelijkheid
Er zijn meer handelsirritaties, zoals Brussel ze noemt. Het is Europa een doorn in het oog dat EU-landen veel meer kopen in China dan andersom. De EU is weliswaar China’s belangrijkste handelspartner, maar China koopt voor 390 miljard euro minder van Europa dan de Europeanen importeren uit China.
Dat is onplezierig voor de Europese maakindustrie, maar geeft ook een ongemakkelijk gevoel van afhankelijkheid. De coronacrisis drukte de EU nog maar eens met de neus op de feiten: voor mondkapjes was de unie helemaal aangewezen op China. Dus wil de EU het risico verminderen door spullen in veel meer verschillende landen te kopen. De unie bezweert dat die strategie niet specifiek tegen China gericht is, maar Peking vertrouwt het niet. Is Europa niet gewoon aan het ontkoppelen, ofwel zijn economie los aan het trekken van China?
Dit jaar is het twintig jaar geleden dat de EU en China officieel een strategisch partnerschap aangingen. Het was een tijd van optimisme, Brussel wilde Peking maar wat graag aan zijn zijde. De EU, schreef de Europese Commissie in 2003, heeft er groot belang bij om China te helpen de omslag te maken naar een stabiel, welvarend en open land, „dat democratie, het vrijemarktprincipe en de rechtsorde volledig omarmt”.
Anno 2023 is duidelijk dat de EU haar relatie met China toentertijd niet accuraat inschatte. Peking trekt zijn eigen plan, er is geen sprake van dat de EU China helpt om zich te hervormen naar westers model. Dat geeft spanningen. China steunt Rusland, al is dat land onder leiding van president Vladimir Poetin Oekraïne binnengevallen; China laat zich niet de les lezen over de onderdrukking van zijn Oeigoerse minderheid; China laat er geen misverstand over bestaan dat het aanspraak maakt op grote delen van de strategisch zo belangrijke Zuid-Chinese Zee en dat Taiwan zich op termijn bij ‘het moederland’ moet voegen.
Succesje
De EU-delegatie wil al die onderwerpen toch ter tafel brengen. Er is geen bewijs dat Chinese bedrijven de Russische oorlogsinspanning rechtstreeks ondersteunen, maar wellicht gaan er wel Chinese spullen richting Rusland die op vreedzame én op minder vreedzame wijze te gebruiken zijn. De EU-boodschap: ondersteun die oorlog nou niet, maar gebruik jullie invloed op Moskou om de oorlog te beëindigen. Het gevoel bestaat in Brussel dat China niet heel gelukkig is met wat er in Oekraïne gebeurt.
En dan zijn er nog klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit. Om die processen te keren, zegt de EU, is wereldwijde samenwerking noodzakelijk. De hoop is dat hier enige winst te boeken is. En omdat de China-EU-top voorbij is voordat de mondiale klimaattop in de Verenigde Arabische Emiraten eindigt, kan een succesje in Peking wellicht een succesje in Dubai worden.