Minder Randstad en meer mbo in nieuwe Tweede Kamer
Het gemiddelde Kamerlid is met de komst van 80 nieuwe volksvertegenwoordigers nog steeds wit, man en academisch geschoold. Toch is de Tweede Kamer in meerdere opzichten diverser dan voorheen.
De woensdag beëdigde Kamerleden zijn beter verspreid over Nederland dan in voorgaande jaren. Zo’n 65 van de 150 Kamerleden wonen niet in de randstedelijke provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland. Van de Kamerleden die na de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 werden beëdigd, woonde ongeveer een derde buiten de Randstad. Daarmee was dit gebied destijds sterk ondervertegenwoordigd, aangezien ruim de helft van de bevolking buiten de Randstedelijke provincies woont.
Vooral Overijssel en Groningen gaan er flink op vooruit. Sterker nog; deze provincies zijn nu met respectievelijk zes en dertien zetels niet meer ondervertegenwoordigd maar oververtegenwoordigd gelet op hun inwoneraantal. Beide provincies hebben ten opzichte van 2021 ruim dubbel zoveel Kamerleden.
Al jaren wordt door verschillende partijen gehamerd op een betere regionale vertegenwoordiging, onder meer door Pieter Omtzigt. Zijn fractie Nieuw Sociaal Contract (NSC) bestaat echter voor meer dan de helft uit randstedelingen.
Beroepsopleiding
Behalve de regio’s zijn ook de verschillende opleidingsniveaus beter vertegenwoordigd dan in eerdere Kamertermijnen. Van de volksvertegenwoordigers die in 2021 werden beëdigd waren er 140 hoger opgeleid. Dat aantal ligt nu een stuk lager, op 127.
„De stijging van het aantal Kamerleden met een middelbare beroepsopleiding komt vooral op het conto van de PVV”, zegt hoogleraar bestuurskunde Mark Bovens. „Ruim een derde van Wilders’ fractie is niet hoger opgeleid”, zegt Bovens, die sinds 2013 lid is voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Negen PVV-Kamerleden hebben een academische opleiding afgerond en twaalf een hbo-studie. Bovens: „Je zou dus kunnen zeggen dat de PVV bij uitstek de partij is die de lager en middelbaar opgeleiden in de Kamer vertegenwoordigt.”
Volgens de hoogleraar laat de stijging van het aantal lager opgeleiden in de politiek echter onverlet dat het gemiddelde opleidingsniveau van Kamerleden nog steeds veel hoger ligt dan het gemiddelde in de samenleving.
Volgens Bovens, auteur van het boek Diplomademocratie, is dat zorgelijk. „Hoger opgeleiden wonen in andere wijken, sturen hun kinderen naar andere scholen, bezoeken andere sportclubs, en hebben andere belangen”, zegt Bovens. In de Tweede Kamer gaat het juist over de afweging van die belangen, niet over de vraag wie de beste oplossingen kan bedenken, meent de hoogleraar. Daar heb je volgens hem inderdaad ambtenaren met expertise voor nodig.
Non-binair
Ook een belangrijke graadmeter voor diversiteit: de man-vrouw verdeling. Die verhouding is nagenoeg hetzelfde als in 2021. 89 van de Kamerleden is man, 60 is vrouw, een persoon is non-binair. Het aandeel van vrouwen in de politiek is de laatste tien jaar nauwelijks gestegen en schommelt tussen 64 en 54. De meest gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen is die bij nieuwkomer NSC. Die fractie telt tien mannen en tien vrouwen.
Met de komst van zoveel nieuwe Kamerleden loopt ook de politieke ervaring sterk terug. Van de volksvertegenwoordigers die begin 2021 werden beëdigd hadden zo’n 142 leden politieke ervaring. De woensdag geïnstalleerde Kamer telt maar 87 Kamerleden die in het verleden politieke ervaring opdeden.
Bovens: „Dat het aantal Kamerleden met ervaring afneemt, komt door de grote volatiliteit onder de kiezers. Daardoor winnen en verliezen partijen per verkiezing grote aantallen zetels.”