GBS: Terughoudend in aanpassen tekst Statenvertaling
De Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) is „terughoudend in aanpassingen” in de Statenvertaling in het project ”Statenvertaling bewaren”. „Het overgrote deel van de tekst zal geheel onveranderd blijven.” Zo blijven de naamvallen achter woorden als des en der gehandhaafd.
Dat schrijft de GBS in een toelichting over de werkwijze van de projectgroep. Het artikel staat in het jongste nummer van StandVastig, het officiële orgaan van de GBS.
Een belangrijk uitgangspunt is „dat het taalkleed van de Statenvertaling intact wordt gelaten, ook ten behoeve van de herkenbaarheid van de vertaling”, schrijven drs. C.C. Bremmer en C. Valk namens de projectgroep. Dat betekent onder andere dat woorden als „dewijl”, „droefenis”, „krank”, „mitsgaders”, „vermogen” (in de betekenis van kunnen) en „voleinden” gehandhaafd blijven.
Wijzigingen zullen alleen plaatsvinden „waar dat nodig is doordat woorden niet meer begrepen worden of in betekenis veranderd zijn”. Ook is een uitgangspunt dat „wanneer een woord met een verouderde betekenis gewijzigd dient te worden, het vervangende woord eveneens moet passen in het taalkleed. Wanneer dit mogelijk is, zal een vervangend woord worden gekozen dat de vertalers zelf reeds hebben gebruikt.”
De GBS handhaaft in de nieuwe uitgave ook „vele woorden die weliswaar minder gebruikelijk zijn”. Zo blijven woorden staan die woordenboek de Dikke Van Dale niet kenmerkt als „verouderd”, maar als „archaïsch”. „Archaïsche woorden zijn woorden die niet meer actief gebruikt worden in de spreektaal, maar die veelal nog wel worden begrepen en ook nog voorkomen in geschreven tekst.” Als voorbeelden noemt de GBS onder andere „dewijl” en „mitsgaders”.
Ook woorden die „gekenmerkt kunnen worden als Bijbeltaal” vervangt de GBS niet, schrijft de Bijbelstichting. Het gaat dan om begrippen als „afschijnsel”, „edik”, „geraakte”, „gunstgenoot” en „morgenwake”.
Er is ook een categorie woorden die het woordenboek niet als Bijbeltaal kenmerkt, maar die wel „een specifiek Bijbels gebruik hebben”, stelt de GBS. Ook die blijven wat betreft de projectgroep in de tekst staan. Voorbeelden daarvan zijn woorden als „bestaan” (zoals in Ps. 1:5), „bezoeken”, „mogendheden”, „ongerechtig” en „weldadig”.
Is een woord echt in onbruik geraakt dan stelt de GBS vast „in hoeverre sprake is van „niet verstaan” of „misverstaan”. Woorden als „aanschijn”, „doorbrengen” (verkwisten), „grimmigheid” (hevige toorn) zijn volgens de Bijbelstichting nog voldoende bekend. „Ook het woord „vergaderen” in de betekenis van „verzamelen” noemt Van Dale verouderd, maar mag nog welbekend worden verondersteld, aldus de GBS. „Dat geldt ook voor de vele woorden die beginnen met „neder-” en „weder” (bijvoorbeeld „nederliggen”, „wederkomen en dergelijke”)”.
Woorden die de projectgroep wel wil vervangen zijn: „achterlage” (wordt hinderlaag), „bagge” (wordt ring), „beradenen” (degenen die zich laten raden), „beroerte” (beroering), „betrachten” (overdenken), „bloedvriend” (bloedverwant), „duurachtig” (duurzaam), „grootmoedig” (hoogmoedig), „luchtige” (lichtende), „opsperren” (opensperren), en „verve” (kleur). In sommige gevallen blijven de woorden beroerte en betrachten wel staan.
De GBS startte het project ”Statenvertaling bewaren” in 2022. Doel is om de Statenvertaling „te bewaren voor het nageslacht”. „Door veranderingen in de Nederlandse taal hebben sommige woorden nu een andere betekenis gekregen dan in de 17e eeuw het geval was. Ook zijn sommige woorden geheel in onbruik geraakt.””
Onder andere de synodes van de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland spraken steun uit voor het project. Met name vanuit de GG klinken regelmatig oproepen om tot een snelle afronding te komen. De synode van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland sprak uit niet deel te nemen.
De projectgroep gaat eerst „woorden en taalkundige constructies” verzamelen „die (door de ontwikkeling van de Nederlandse taal) niet meer worden begrepen of waarvan de betekenis is veranderd.” Daarna wordt onderzocht door de GBS-medewerkers „of er alternatieven zijn die inhoudelijk overeenkomen”.
De volgende stap is „de toetsing van de voorstellen door een commissie van ”revisoren”” vanuit de betrokken kerken. Als laatste buigt het GBS-bestuur zich over de voorstellen.