Wandelen in het voetspoor van Gerrit Achterberg
Hij is een van de grootste dichters die Nederland voortbracht en veel van zijn verzen raken me tot op het bot. Gerrit Achterberg. Het klompenpad tussen Doorn en Wijk bij Duurstede volgt zijn spoor.
Al dagen is het nat, maar deze woensdag half november schijnt de zon. Maar dat belooft nog geen droge ondergrond. Dus tref ik de nodige voorzorgsmaatregelen –stevig schoeisel, regenpak in de rugzak– en ga op pad. In tegenstelling tot veel klompenpaden is het Gerrit Achterbergpad geen rondwandeling. Je loopt ofwel van Wijk bij Duurstede richting Doorn, of andersom. Ik besluit voor het laatste te gaan.
De route voert eerst over asfalt. Daar ben ik vandaag blij mee, het bespaart me uitglijders en natte voeten. Ik passeer boerderij Groot Blankenstein. Dat is een plek waar vanaf 1900 geregeld gezelschappen samenkwamen, leer ik uit de brochure die op de website van klompenpaden staat. Een van de gasten: ds. J.T. Doornenbal. Achterberg kwam via deze predikant, die een vriend van hem werd, in aanraking met het orthodoxe gedachtegoed.
Al snel buigt de route af naar een zandweg en daar hangt ook het eerste gedicht van Achterberg op een bord langs de route. ”Jachtopziener”. „Hij draalde er om heen en trok verlegen/ met een schoenpunt raadsels in het grint.” Langs de route staan in totaal negen gedichten.
De wandelaar die nog niet zo is ingevoerd in Achterbergs afkomst doet er goed aan tijdens de wandeling de brochure erbij te houden. Het zien van het prachtige Kasteel Sandenburg op zich is al een lust voor het oog, maar de wetenschap dat Achterberg ergens in het koetshuis achter de oranjerie is geboren, maakt het nog beter.
De tocht gaat over de Langbroekerdijk richting buurtschap Steenen Brug. Links en rechts staan boerderijen, sommige nog in bedrijf, de meeste niet. Dit verstilde landschap met weilanden en boerderijen is wat Achterberg dagelijks indronk. Ook in november is het niet moeilijk voor te stellen dat hij in ”Bekering” dichtte: „Nu is het stil geworden/ zoals een zomer om de dorpen bloeit.”
Ik begin op de lange asfaltdijk mijn benen wat te voelen. Inmiddels ben ik ongeveer tweeënhalf uur onderweg en het klompenpad is wat je van een klompenpad verwacht: langer dan je dacht. Na de dijk moet ik rechtsaf een smal paadje in. En dan komt toch waarvoor ik vreesde: een zompig modderpad. Het begint bovendien te regenen. Gelukkig loop ik onder de bomen en heb ik een capuchon.
Al met al is het een prettige gewaarwording om enige tijd later Wijk bij Duurstede te zien opdoemen. Moe maar voldaan besluit ik de route niet helemaal uit te lopen maar iets eerder de bus te nemen die me terugbrengt bij mijn startpunt.