Suster Bertken zat bijna zestig jaar vrijwillig in een kluis: waarom zou je dat doen?
Ze zat 57 jaar lang vrijwillig opgesloten in een kleine ruimte in de Utrechtse Buurtkerk en was geliefd in de hele stad vanwege haar wijze adviezen. Predikant en schrijver Frans Willem Verbaas raakte gefascineerd door het verhaal van de middeleeuwse kluizenares Suster Bertken en schreef een historische roman over haar leven.
Op tafel ligt een boek met gebeden en liederen. Het zijn teksten die Suster Bertken honderden jaren geleden in haar kluis in hartje Utrecht schreef. „Ze is de eerste Nederlandse vrouw van wie werk in druk is verschenen”, zegt Frans Willem Verbaas terwijl hij het boek doorbladert. Hij heeft veel zinnen onderstreept, of er een extra uitroepteken bij gezet. Erg dik is het werk niet. „Ik denk dat een derde uit haar eigen tekst bestaat, de rest is commentaar.”
Verbaas kwam het werk van Suster Bertken op het spoor in een boek over 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis. Het verhaal van de kluizenares intrigeerde hem meteen: waarom zou je ervoor kiezen om jezelf 57 jaar lang vrijwillig in een kluis te laten opsluiten? Welke religieuze motivatie gaat daarachter schuil?
Verbaas schreef al eerder historische romans over onder anderen Augustinus, Calvijn en Karl Barth, mannen van naam die zelf veel schreven én over wie ontzettend veel is gepubliceerd. Suster Bertken liet alleen een paar gebeden en liederen achter, maar haar verhaal is net zo belangrijk om te vertellen, benadrukt de schrijver. „Voor haar tijd deed ze iets radicaals door als vrouw een kluizenaar te worden. Bovendien ging ze de strijd aan met een rijke en decadente kerk door juist een leven van eenvoud en devotie voor te staan.”
U bent predikant én schrijver. Hoe werkt die combinatie?
„Prima. Ik ben al sinds mijn 25e predikant en doe zevenendertig jaar later nog steeds hetzelfde werk. Preken, stellen trouwen, catechisatie geven, mensen bezoeken… Je hebt als mens en als dominee uitdagingen nodig om jezelf fris te houden. De een gaat meer studeren, de ander kiest voor bestuurlijk werk. Ik heb altijd al een liefde gehad voor literatuur en verlies mezelf graag in een goed boek. Daarnaast vind ik het heerlijk om helemaal in een onderwerp te duiken en vervolgens iets te maken.
Als ik een historische roman schrijf, ben ik eerst gerust twee jaar bezig om informatie op te zoeken en zo veel mogelijk teksten te lezen. Daarna ga ik de ro- man schrijven. Ik sta ’s ochtends graag vroeg op. Mijn regel is dat ik tot de koffie om tien uur schrijf en daarna wijd ik me aan mijn andere taken. Al kan het verhaal nog weleens door mijn hoofd schieten. Ik ben in vijf Friese dorpjes predikant, dus ik zit veel op de fiets. Op de fiets mijmer ik dan over schrijfkwesties.”
Is uw beeld van Suster Bertken veranderd tijdens het schrijfproces?
„Ze is meer tot leven gekomen. We hebben natuurlijk alleen die gebeden en liederen nog van haar. Dat zijn mooie teksten, maar wel echt middeleeuws. Door de historische feiten van haar leven op te zoeken én de omstandigheden erbij te betrekken, kwam de mens achter die teksten naar voren.”
Wat was haar motivatie om zichzelf in een kluis op te sluiten?
„In eerste instantie wilde ze boete doen voor het zondige leven van haar vader, een vooraanstaande priester, en zijn rijke familie. In de middeleeuwen en binnen de Rooms-Katholieke Kerk was het leven veel meer dan nu gericht op de dood. Mensen vroegen zich af wat er na de dood met hen ging gebeuren en waren ervan overtuigd dat ze zelf voor hun zonden moesten boeten. Suster Bertken vond het een ondraaglijke gedachte dat haar vader lang in het vagevuur zou verblijven en koos daarom voor een leven van isolatie.
Als protestanten zijn wij natuurlijk heel anders over deze zaken gaan denken. Wij kunnen zelf geen boete doen, de kern van het geloof is juist dat we het niet zelf hoeven te doen. Door verhalen als deze ontdek je ook weer de rijkdom van je eigen traditie.
Maar het leven is nooit zo eenvoudig als we denken, er speelt altijd meer. Ik ben ervan overtuigd dat Suster Bertken ook voor het kluizenaarschap koos om vrijheid te vinden. Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar voor haar tijd had ze weinig andere opties. Ze wilde niet trouwen en in een klooster voelde ze zich ook niet thuis. In isolatie zat haar lichaam weliswaar opgesloten, maar haar geest was vrij.”
Uit historische bronnen blijkt dat Suster Bertken geliefd was in de hele stad Utrecht. Mensen kwamen vaak bij haar kluis langs om over hun problemen te praten. Wat was de aantrekkingskracht van zo’n kluizenares?
„Wij kunnen tegenwoordig altijd bij de kerk terecht als we ergens mee zitten. De dominee komt langs om een kop koffie te doen, of er is een andere pastoraal medewerker met een luisterend oor. Vroeger had je dat niet. Er was alleen het verplichte sacrament van de biecht. Priesters stonden ook niet bekend om hun empathie. Het waren vaak ambitieuze mannen die carrière wilden maken.
Suster Bertken was eigenlijk een soort alternatieve pastor. Ze had geen belangen, mensen konden anoniem met haar in gesprek en ze had alle tijd om naar verhalen te luisteren. Mensen dachten: ik kan met problemen beter naar haar toegaan dan naar een pastoor, want dan wordt er tenminste echt naar mij geluisterd.”
Vanuit de protestantse traditie wordt er weleens met gemengde gevoelens naar het idee van kluizenaarschap gekeken. Is er ook iets wat wij daarvan kunnen leren?
„Allereerst: Suster Bertken was een aanhanger van de moderne devotie, een beweging die negatief was over alle tierelantijnen en de opsmuk van de katholieke kerk. Wereldmijding stond voorop en het was belangrijk om zelf een gebedsleven te ontwikkelen in plaats van een geestelijke als tussenpersoon te gebruiken. Je voelt: de beweging was een voorloper van de Reformatie. Luther is niet ver weg, al wordt er in het boek met geen woord over hem gesproken. Maar met haar hang naar eenvoud is Suster Bertken al een beetje protestants bezig.
Los daarvan heb ik ook het idee dat het goed is dat ze er is geweest. Ze gaf haar gewone leven op voor God en was beschikbaar voor anderen. Ik denk dat iedere kerk zulke bijzondere personen nodig heeft.
Wat haar verhaal mijzelf heeft geleerd is dat ieder mens zijn grenzen en beperkingen heeft. Het is ook goed om die begrenzingen in het leven te hebben. Er zijn tegenwoordig zo veel keuzemogelijkheden dat het je kan verlammen. Maar je hoeft niet álles te doen in het leven. Maak een paar belangrijke keuzes en aanvaard die. Vind daar rust in. Ik las eens ergens: Hoe strenger de fysieke beperking, hoe vrijer de geest. Dat is iets wat Suster Bertken zelf heeft ervaren, zo weten we uit haar werk.”
Boekgegevens
“Suster Bertken”, Frans Willem Verbaas; uitg. Mozaïek; 320 blz.; € 22,99