De oorlog in Oekraïne zit nagenoeg muurvast. Door uitzichtloosheid aan het front dreigt een bevroren conflict.
Rusland en Oekraïne bevechten elkaar nog altijd op leven en dood. In drie, vier gebieden langs het pakweg 1200 kilometer lange front vinden zware gevechten plaats. De verliezen zijn groot, de terreinwinsten klein. In de ruim anderhalf jaar oude oorlog vallen op dit moment twee ontwikkelingen op: Moskou boekt enige vooruitgang in het oosten, Kyiv in het zuiden.
De Russische strijdkrachten voeren in het oosten zware offensieven uit rond de steden Koepiansk en Avdiivka. De Russische verliezen zijn daarbij –volgens de Oekraïense legertop– duizelingwekkend. Het Britse ministerie van Defensie bevestigt de Oekraïense claim.
Rusland lijkt met een van de grootste veldslagen in deze oorlog in te zetten op de verovering van de oostelijke regio’s Donetsk en Loehansk. Met een geplande omsingeling van Avdiivka, een stad waar al bijna tien jaar om wordt gevochten (32.000 inwoners voor de oorlog), ligt de weg open naar inname van de gehele oostelijke Donbas. De Oekraïense verdediging is echter sterk, waardoor de Russen nauwelijks vooruit komen. De intensiteit van de strijd lijkt daardoor te luwen.
In het zuiden slagen Oekraïense mariniers er bij Cherson in bruggenhoofden te vestigen op de bezette oostelijke oever van de Dnipro. Kyiv dicteert daar de ontwikkelingen, stelt het Institute for the Study of War (ISW).
Verder voert het Oekraïense leger in het zuiden succesvolle aanvallen uit op de Krim, het in 2014 door Rusland geannexeerde schiereiland. Bovendien dwingt Kyiv met aanvallen van zeedrones de Russische vloot op de Krim zich terug te trekken naar veiliger gebied in het oosten van de Zwarte Zee.
In de regio Zaporizja boekt Oekraïne echter slechts marginale terreinwinst, na de spraakmakende doorbraak door de voorste Russische verdedigingslinies van eind augustus. Maar ook daar zit de oorlog feitelijk muurvast.
De patstelling aan het front roept de vraag op of Rusland en Oekraïne er ooit nog in slagen een overwinning te boeken. Beide landen houden elkaar op dit moment militair in evenwicht.
Oekraïne en Rusland lopen daarbij tegen dezelfde problemen aan. Beide landen kampen met een chronisch tekort aan munitie. Europa kan zijn belofte niet waarmaken om Kyiv voor 1 maart te voorzien van 1 miljoen 155-millimetergranaten voor artilleriekanonnen. De VS enerzijds en Duitsland, Frankrijk, Noorwegen en het VK anderzijds kunnen pas eind 2024 honderdduizenden granaten extra produceren.
Daarmee zijn de problemen op korte termijn niet opgelost. Bovendien slinkt de westerse munitieaanvoer door de oorlog tussen Israël en Hamas, terwijl in de VS de kritiek op steun aan Oekraïne groeit. Kyiv speelt daarop in door haastig zijn wapenindustrie te vergroten.
Moskou moet noodgedwongen zijn toevlucht nemen tot schurkenstaten om zijn munitietekorten aan te vullen. Noord-Korea stuurt wagonladingen vol granaten, Iran levert vliegtuigen vol drones. Ook Rusland bouwt in allerijl eigen wapenfabrieken.
Toch zijn er ook belangrijke verschillen tussen beide landen. Het aantal potentieel beschikbare militairen voor Oekraïne (43 miljoen inwoners) en Rusland (143 miljoen) loopt sterk uiteen. Moskou kan putten uit een enorm reservoir, voor Kyiv dreigt een tekort aan manschappen.
Getallen zijn echter niet zonder meer doorslaggevend. Tegenover het numerieke Russische overwicht staat het grotere aantal intrinsiek gemotiveerde Oekraïense militairen. Bovendien kan Kyiv geavanceerdere, westerse wapens in stelling brengen dan Moskou, hoewel de Russen ook beschikken over moderne systemen voor elektronische oorlogsvoering.
Oekraïne is ook in het voordeel bij de invallende winter. De oorlog valt niet stil door kou, regen en sneeuw, maar die vertragen de oorlogsmachines aan beide kanten wel. Oekraïne beschikt daarbij over betere, winterbestendige uitrusting.
Met de aanhoudende patstelling door militair evenwicht zijn op korte termijn geen grote veranderingen aan het front te verwachten, stellen Britse inlichtingendiensten. Ook de F-16’s voor Oekraïne leveren straks geen definitieve omslag in de oorlog op.
Onzeker Westen
De factor tijd pakt daarbij uit in het voordeel van Rusland. Moskou kan het uiteindelijk langer uitzingen dankzij meer troepen, materieel en geld. Kyiv blijft afhankelijk van onzekere westerse steun, ook al smeden bondgenoten een nieuwe coalitie voor luchtverdediging.
Oekraïne en Rusland gebruiken de wintermaanden om militairen en materieel te hergroeperen en verliezen aan te vullen. Niet uitgesloten is dat Kyiv én Moskou daarbij tot de conclusie komen dat de strijd uiteindelijk niet te winnen is.
Door de uitzichtloosheid neemt de kans toe dat de oorlog uitloopt op een staakt-het-vuren en een bevroren conflict, zoals tussen Noord- en Zuid-Korea. Met mogelijk een nieuw IJzeren Gordijn, dwars door Oekraïne.