Deze brief schrijf ik u vanuit een nachttrein in Oekraïne, na een week vol heftige indrukken. Misschien heeft u de afgelopen weken in het nieuws de naam Avdiivka gehoord. Rond dit Oekraïense stadje, dat in het oosten van het land ligt, vindt momenteel een van de grootste veldslagen plaats van deze grote Europese oorlog. De Russen proberen er de Oekraïners te omsingelen. Maar dat is werkelijk niet eenvoudig. Het Oekraïense leger bouwde de afgelopen jaren een sterke verdediging in de omgeving van de stad.
Afgelopen week reisde ik met een zogenoemde ”kapelan”, oftewel legerpredikant –die de naam Oleg draagt– mee naar Avdiivka. Het was een gevaarlijke tocht. De Russen hoeven nog slechts een gebied van een kilometer of tien te overbruggen om de omsingeling te voltooien. Onze rit leidde, met andere woorden, door een soort flessenhals. De kurk was Avdiivka, een stad waar voorheen 70.000 mensen woonden en waar nu alle gebouwen of verwoest of op z’n minst zwaar zijn beschadigd. De winkel, de apotheek of de dokterspost functioneert er allang niet meer. Artillerie dreunt er voortdurend. En elke dag stort er wel weer ergens een flatje in.
Mensen wonen er nog wel. Dat wist ik, want dat was de reden dat kapelan Oleg erheen ging. De legerpredikant houdt zich tegenwoordig vooral bezig met het lenigen van de nood van de nog aanwezige burgers. De achterbak van zijn jeep zat vol jerrycans met water en zakken brood. En ja hoor, zodra we door de straten reden, kwamen er mensen naar buiten. Of liever gezegd: naar boven. Want in Avdiivka wonen de achtergebleven bewoners –het zijn er nog naar schatting slechts 1500– alleen nog maar ondergronds; in de kelders onder hun flatjes. Gas, water, elektra en telefoonverbinding zijn er niet meer. Brandstof en warmte moeten ze op de een of andere manier zelf zien te organiseren.
De bewoners, veelal gepensioneerden, hadden allemaal hun eigen reden om niet te vluchten. Vrees voor werkloosheid en dakloosheid, niet gezond genoeg, koppigheid of gebrek aan besluitvaardigheid… in onze gesprekken met de bewoners kwamen allerlei angsten en argumenten voorbij. „Als we zeggen dat elk individu belangrijk is, wat zelfs in onze grondwet staat geschreven, dan moeten we zorgen voor onze mensen”, sprak Oleg. Voor deze overtuiging waagt de kapelan wekelijks een aantal keer zijn leven.
De afgelopen weken eiste de oorlog tussen Israël en Hamas al onze aandacht op. Dat is begrijpelijk, gezien de heftigheid en nabijheid van dat conflict – voor velen niet alleen geografisch; maar ook mentaal. Voor mij was het bezoek aan Avdiivka echter ook een waarschuwing. Niet alleen verdienen deze ondergrondse bewoners onze aandacht; ook het conflict zelf moeten we in het oog blijven houden. De oorlog in Oekraïne, die al bijna een decennium duurt, is de afgelopen twee jaar steeds heftiger en omvangrijker geworden. En als Avdiivka valt, zal het oostfront verschuiven. Tot nog dichter bij ons in Nederland.