Met vier zetels in de peilingen gaat Forum voor Democratie niet tot de grote winnaars van deze verkiezingen behoren. Toch ging de afgelopen dagen de nodige aandacht uit naar voorman Thierry Baudet, nadat hij tot twee keer toe op het hoofd werd geslagen.
Eind oktober deed een Oekraïense man dat met een paraplu, bij een lezing in het Belgische Gent. De Oekraïner riep daarbij leuzen tegen de Russische president Poetin, iemand voor wie Baudet meermaals zijn bewondering uitsprak. Maandag viel een minderjarige jongen de FVD’er aan met een bierflesje. Daarbij werd Baudet meerdere keren geraakt op zijn hoofd. De jongen zou banden hebben met de antifascistische beweging, wat Baudet tot de uitspraak bracht dat het om een „politieke aanslag” zou gaan. Politieonderzoek moet uitwijzen welk motief de aanvaller daadwerkelijk had.
Geweld tegen politici vraagt om een niet mis te verstane veroordeling. Het is goed dat collega’s van de FVD-voorman zich eenparig uitspraken over de incidenten. Demissionair premier Rutte noemde het „volstrekt onacceptabel” en ook anderen spraken er schande van. Tegelijk zijn de afgelopen tijd op televisie en sociale media de bedreigingen en incidenten rond Baudet soms weggewuifd of tot grap gemaakt, ongetwijfeld ingegeven door de weerstand die hij zelf oproept.
Want Baudet en zijn partij maakten de afgelopen jaren onmiskenbaar een bijzondere ontwikkeling door. Na de grote verkiezingswinst bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2019, waarbij FVD in één klap de grootste werd, ging het snel bergafwaarts. Tal van mensen verlieten de partij, hoofdzakelijk door interne twisten. Van een redelijk alternatief op rechts ontwikkelde de FVD zich tot een club met extreme standpunten. Ook Baudet zelf bleek vatbaar voor complottheorieën en kwam vooral nog in het nieuws door bizarre uitspraken. Van een veelbelovend politicus werd hij zo een –in negatieve zin– veelbesproken Kamerlid.
Toch is het onverstandig om lacherig te doen over de verschillende incidenten. Ook al zijn hun ideeën nog zo absurd of zelfs abject, er mag nooit een klimaat ontstaan waarin geweld tegen politici wordt gebagatelliseerd.
Tijdens het door de NOS georganiseerde slotdebat haastten verschillende lijsttrekkers zich dinsdagavond om de geweldsincidenten te veroordelen en uit te spreken hoe blij ze waren dat Baudet toch in hun midden was. Vervolgens gingen ze met elkaar in discussie over verschillende thema’s. Dat is precies hoe het hoort. Hoe verwerpelijk het programma van een politieke partij ook is, in een democratische rechtsstaat dient men elkaar op de inhoud aan te spreken. Dat mag op het scherpst van de snede.
Het mooie van een democratie is dat ook de gewone burger zijn stem kan laten gelden. Een rood potlood is een doeltreffend wapen om goed- of afkeuring over politieke ideeën te laten blijken. Daar is geen paraplu of bierflesje voor nodig.