Rusland kan niet vreedzaam naast Oekraïne leven onder het huidige Oekraïense regime. Het zal volgens een Russische topdiplomaat, Rodion Mirosjnik, „met succes de macht van de NAVO weerstaan en Oekraïne volledig demilitariseren, hoe lang dat ook moge duren”.
Mirosjnik noemt de huidige Oekraïense machthebbers „giftig”. De regering in Kyiv „schendt mensenrechten, pleegt misdaden tegen burgers en staat toe dat verboden wapens door de NAVO naar het land komen”.
Mirosjnik sprak rond de tiende verjaardag van de massale protesten in Kyiv tussen 21 november 2013 en de val van president Viktor Janoekovitsj op 22 februari 2014. Het verdrijven van de als pro-Russisch bestempelde Janoekovitsj wordt vaak als het begin van de huidige strijd tussen Rusland en Oekraïne gezien.
De pro-westerse protestgolf ontstond nadat Janoekovitsj op het laatste moment had besloten toch niet te tekenen voor een toenaderingsovereenkomst met de Europese Unie. Die zou volgens tegenstanders onder meer nadelig uitpakken voor de Oekraïense industrie, die voornamelijk was gevestigd in het op Rusland georiënteerde oosten en zuidoosten waar tevens Janoekovitsj’ aanhang woonde.
Daar kwamen betogingen en opstanden tegen de nieuwe pro-westerse machthebbers. De bloedige opstand in de regio Donbas werd snel een burgeroorlog. Die werd met een wapenstilstand in de loop van 2014 deels bezworen maar woekerde toch voort. In februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen omdat volgens president Vladimir Poetin het land Russisch sprekenden en de Donbas moet beschermen en om Oekraïne, dat lid van de NAVO wilde worden, te „demilitariseren” voor de veiligheid van Rusland.