„Mama, waarom vieren wij geen sinterklaas? Ik weet wel dat wij christelijk zijn, maar dat zijn de kinderen uit mijn klas ook! Roza krijgt zelfs iedere dag een cadeautje, als ze haar schoen bij de kachel zet. Dat geeft toch niet, iedereen weet toch dat hij niet echt bestaat?”
Onze kinderen weten inmiddels dat we bij ons thuis geen sinterklaas, pakjesavond, surpriseavond en noem alle vormen maar op vieren. Toch komen de vragen zo tegen het eind van het jaar weer boven. Anders durven zijn in je eigen kerkelijke gemeente, op een reformatorische school, dat valt niet mee. Zeker als het om onze kinderen gaat. We willen toch niet dat ze opvallen in de groep? Dat ze zich achtergesteld voelen? Dat ze misschien wel gepest worden? Dat ze die moeilijke vragen moeten beantwoorden?
Toerusting
Ieder jaar leggen we het opnieuw uit. Het roomse feest. Sint was een heilige. De jas, de mijter, de staf, dat is kleding van een bisschop, een soort dominee van de Rooms-Katholieke Kerk. De legende dat Nicolaas met die staf eens jongens weer levend maakte. Maar ook wijzen we op de alomtegenwoordigheid (intochten in steden en dorpen op dezelfde datum), de alwetendheid (jouw stoute dingen, zonde), de onsterfelijkheid (ieder jaar weer) en andere eigenschappen die met Nicolaas in verband gebracht worden, maar die alleen God toebehoren.
Voor ons is het inmiddels vanzelfsprekend dat onze kinderen deze toerusting nodig hebben; het gesprek over sinterklaas keert jaarlijks terug bij ons aan de keukentafel. We hebben bij de doop beloofd dat we onze kinderen opvoeden in de voorzeide leer. En dat dit vragen oproept, fronsende wenkbrauwen, meewarige blikken, dat moeten we voor lief nemen. Dat is voorleven. Alles toetsen aan de Bijbel, ook als dat ingaat tegen eigen vlees en bloed. Dan is het eigenlijk een oefening. Om anders te durven zijn in de wereld, ja ook in de reformatorische wereld.
Luther
Hervormingsdag hebben we zojuist uitgebreid gevierd. En dan nu naar de voorbereidingen voor de pakjesavond? Luther was een felle tegenstander van dit roomse feest. Na de Reformatie, rond 1600, verzetten de protestantse dominees zich fel tegen het vieren van dit feest. Het lag voor hen heel zwart-wit. Net zo helder als halloween nu voor ons ligt: „Halloween? Nee, natuurlijk doen we daar niet aan mee!” Hoe zou dat over twintig jaar gaan? Heet het alternatief dan pompoenavond? En verontschuldigen we onszelf dan door te zeggen: „Nee, we vieren geen halloween. Daar geloven wij niet in. We noemen het pompoenavond.”
De auteur is moeder van drie kinderen en werkzaam in het onderwijs.