Slechte eters, ongezellige maaltijden
Sommige van onze kinderen eten heel slecht. Hoe kun je de maaltijden toch gezellig houden en ervoor zorgen dat ze gezonde voedingsstoffen binnen krijgen? Wanneer is er sprake van een eetstoornis?
Het gezellig houden van een maaltijd is voor veel gezinnen een uitdaging. Na een school- of werkdag is iedereen moe en lukt het niet altijd om met geduld en tact op de kinderen te reageren. Niet verwonderlijk dus dat de meeste ruzies in gezinnen plaatsvinden rond etenstijd. Het gezellig houden begint bij jezelf. Besef dat je ook tijdens het avondeten als ouder het voorbeeld voor je kinderen bent. Als jij een opgeruimd humeur hebt (of doet alsof), is de kans groter dat een avondmaaltijd goed verloopt dan wanneer je zuchtend aan tafel schuift. Zorg dat je met je aandacht bij de maaltijd bent en niet bij alles wat na het eten nog gedaan moet worden – vergaderen, sporten, et cetera. Dat vraagt de nodige energie en volharding, maar het loont.
Veel ouders zijn bezorgd over de hoeveelheid gezonde voedingsstoffen die hun kinderen binnenkrijgen. Dit zorgt er vaak voor dat kinderen extra aangemoedigd worden om hun bord leeg te eten. Maar hoe meer nadruk je hier als ouder op legt, hoe minder goed een kind gaat eten. Het is lastig, maar de gouden regel bij het leren eten is: de ouder bepaalt wát het kind eet, het kind bepaalt hoevéél het eet. Wordt er weinig gegeten? Bied dan geen alternatief aan. Betrek (jonge) kinderen bij het voorbereiden van de maaltijd: wie kan er al een aardappel schillen? Hoe lang moeten de bonen koken? Wie weet waar de messen en vorken op tafel moeten komen? Ook de allerkleinsten kunnen meehelpen in de voorbereiding. Er zijn voor peuters bijvoorbeeld speciale mesjes te koop waarmee ze veilig zachtere groenten kunnen snijden. Probeer de maaltijd gezellig te maken, door bijvoorbeeld een klein extraatje toe te voegen, zoals een rietje in de beker water bij het eten of zet een zelfgeknutseld theelichtje op de eettafel.
Daarnaast kun je ervoor kiezen om de kinderen wat meer gezonde tussendoortjes, zoals komkommer en tomaat, aan te bieden. Of maak een lekkere smoothie als de kinderen uit school komen. Zo verdeel je de groentemomenten over de dag en ligt er minder druk op de avondmaaltijd.
Consulteer altijd een huisarts of een jeugdarts (werkzaam bij het consultatiebureau of bij de GGD) wanneer er sprake lijkt te zijn van ondergewicht. Een arts kan dan meedenken bij een goede en passende vervolgstap, zoals het inschakelen van een diëtist. Een eetstoornis ontstaat meestal door een psychische oorzaak. Vaak is er iets in het leven waarover geen controle is. Kinderen of jongeren proberen dan grip te krijgen op één gebied uit hun leven: eten. Ook hierbij geldt: wanneer je vermoedens hebt van onderliggende psychische klachten (van welke aard dan ook) consulteer dan altijd een huisarts of een wijkteam uit de gemeente.
Caroline Domburg, orthopedagoog-generalist