Copier was 23 jaar als directeur aan SKG verbonden. De bijeenkomst ter gelegenheid van zijn afscheid vond plaats in de Sint-Janskerk te Gouda. De SKG houdt zich bezig met financiële dienstverlening aan kerken en aanverwante instellingen.

Een van de sprekers op de afscheidsbijeenkomst was prof. Van der Kooi, verbonden aan Erasmus Economics & Theology Institute te Rotterdam. Zijn lezing had als titel: ”God als Investeerder en Ondernemer”. Hij zei zich te kunnen voorstellen dat deze zin oneerbiedig kan overkomen. Daarop legde hij uit wat hij bedoelde, met als disclaimer dat het beeld niet alles zegt over God, net zoals het beeld van God als Herder of als Vader ook begrensd is.

De hoogleraar begon met het Paradijs. „De Heere God plantte een hof en deed daarmee een investering. Hij sloot een contract met Adam en Eva als contractpartners. Adam is de rentmeester. God is een onderneming begonnen.”

Hij zei verder dat er wel een risico bestond, zoals dat ook in een onderneming voorkomt. Dat is werkelijkheid geworden. „Het contract werd verbroken.”

Maar, aldus prof. Van der Kooi, „het project kreeg een doorstart. God sloot een eenzijdig contract met Noach.” Daarna volgde het contract met Abraham. „God neemt Zijn eigendom weer in beheer tegen de machten die het bezetten.”

Gouden kalf

Het project leek te stranden toen het volk Israël het gouden kalf aanbad in de woestijn. „Wat moet je met een God Die zo lang wacht met het leveren van producten die beloofd zijn? De Egyptische goden geven instant geluk en genot. God concludeert dat het project mislukt is. Hij wil een doorstart maken met Mozes, maar Hij laat zich door hem overreden dat niet te doen.”

De zending van Jezus was een nieuw initiatief, stelde de hoogleraar, die refereerde aan de gelijkenis van de pachters van de wijngaard die de zoon doodden. „Door de opwekking van de Zoon was de macht van de dood en de zonde gebroken.”

De uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren noemde prof. Van der Kooi een „internationaal project”. Daarbij fungeerde de kerk als een „international met lokale afdelingen”.

De hoogleraar concludeerde dat God het initiatief genomen heeft en gewacht heeft op de opbrengsten. Hij stelde dat het ging over een investering voor de lange termijn, die moed en geduld vraagt, terwijl het doel verder weg gelegen is. „Het doel is het koningschap van God.”

Prof. Van der Kooi noemde de SKG een stichting die een verder gelegen doel heeft dan geld verdienen. „De SKG helpt waar geen helper is en waar anderen geen uitkomst zien. Het vermogen van de SKG is werkzaam in dienst van het koninkrijk en is gericht op de bloei van dat koninkrijk en de eer van God.”

Bestuursvoorzitter mr. drs. ing. D. Duijzer zei dat kerken steeds lastiger werden voor de banken. De oplossing daarvan was de oprichting van een stichting tussen de kerken en de banken in. „De SKG ontwikkelde zich tot een volwaardige interne bank binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) met een balanskapitaal van 500 miljoen euro. Op dit moment is er sprake van een toenemende vraag vanuit andere kerken.”

Hij gaf de aanwezigen twee lessen mee die hij ontleende aan de kerkvader Augustinus. De eerste was vanuit de gedachte dat gemeenteleden Augustinus niet met lege handen lieten staan als hij om geld vroeg. „Je hoeft niet iedereen vanuit wantrouwen te benaderen.” De tweede was de stelling van Augustinus dat je meer ontvangt dan je geeft als je aan de armen geeft. Dat gaat volgens hem ook op voor de SKG.

Boegbeeld

Duijzer noemde Copier „het boegbeeld van de SKG”. Als blijk van waardering speldde hij hem een erespeld van de SKG op.

Tijdens de bijeenkomst sprak ds. M.C. Batenburg, preses van de generale synode van de Protestantse Kerk, Copier toe. De directeur van de SKG legt verantwoording af in de vergadering van de kleine synode van de PKN. Die synode heeft ook diens opvolger benoemd: Jos de Kleuver.