Oorlog trekt zware wissel op economie
Hoewel niemand weet hoe lang de oorlog tegen Hamas zal duren, is nu al duidelijk dat de kosten van het conflict in de vele miljarden euro’s zullen lopen. Nog afgezien van de schade op de lange termijn.
Oorlogvoeren kost veel geld. Dat weten landen die het aangaat maar al te goed. In Israël hakken de kosten er echter op meerdere fronten tegelijk in. Het salaris van honderdduizenden reservisten, vervanging van degenen die onder de wapenen zijn geroepen en de negatieve effecten op het toerisme zijn slechts enkele factoren die de economie fors onder druk zetten.
De meest voorzichtige schattingen van de Israëlische legertop gaan ervan uit dat de oorlog zeker drie maanden zal duren. Alleen al de loonkosten voor de 360.000 reservisten die inmiddels zijn opgeroepen, zullen de Israëlische schatkist tot zo’n 3 miljard euro lichter maken. De lege arbeidsplaatsen die de opgeroepen soldaten achterlaten, zullen moeten worden opgevuld. Dat zal lang niet altijd lukken, met alle omzetverlies voor bedrijven van dien.
Als de oorlog langer duurt, zullen de kosten navenant toenemen en zeker als het conflict zich naar meerdere fronten uitbreidt. De Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin waarschuwde eerder deze week dat alleen al de grondoperatie in Gaza negen maanden in beslag kan nemen. Zoveel tijd heeft Israël naar zijn mening nodig om de militaire capaciteit van Hamas te vernietigen en een einde aan het bestuur van de Palestijnse terreurbeweging te maken.
Behalve de loonkosten zijn er uiteraard de uitgaven aan defensiematerieel. Dagelijks worden er alleen al tientallen raketten van het Iron Dome luchtafweersysteem afgevuurd. Die kosten een slordige 40.000 euro per stuk. Een Amerikaans steunpakket dat president Joe Biden aan Israël toezegde vangt een deel van die financiële lasten op, maar slaat ook een fors gat in de Israëlische defensiebegroting.
Daar komen de kosten van het herstel van de grensafscheiding tussen Israël en de Gazastrook, inclusief peperdure beveiligingsapparatuur, nog bij. Het leger is al druk bezig met reparatiewerkzaamheden. Op termijn zullen de verwoeste kibboetsen in het grensgebied moeten worden herbouwd.
En dan is er nog de indirecte schade van de oorlog. Vooral het toerisme heeft ernstig te lijden onder de huidige situatie. Vrijwel alle reizen naar Israël zijn geannuleerd. De sector was net weer aan het opkrabbelen na de zware klappen die hij tijdens de coronapandemie had opgelopen. Het enige ‘voordeel’ is dat de staat betaalt voor accommodaties waar mensen zijn ondergebracht die uit getroffen dorpen of uit risicogebieden zijn geëvacueerd. Maar ook dat geld moet ergens vandaan komen.
De Israëlische toerismesector is in het verleden vaker het slachtoffer van instabiliteit en conflicten geweest. Vooral in de jaren 90, toen de Joodse staat door een golf zelfmoordaanslagen werd geteisterd. Steeds trok het reizen naar het Beloofde Land weer aan, de laatste jaren zelfs explosief. Het zal nu echter wel eens heel lang kunnen duren voor buitenlanders het weer aandurven om op het vliegtuig naar Israël te stappen.