Opinie
Jihad is een innerlijke strijd

Er zijn veel misverstanden over de islam en de heilige oorlog die zij hebben te voeren, stelt Abdul Haq Compier . De jihad is in de eerste plaats een innerlijke strijd tegen het kwade. Hij wil een bijdrage leveren aan de normen- en waardendiscussie in Nederland.

4 February 2005 14:09Gewijzigd op 14 November 2020 02:11

Het begrip jihad zorgt wereldwijd voor grote problemen. Het creëert angst, wantrouwen en teleurstelling bij niet-moslims. In onze samenleving kan het gemakkelijk gebruikt worden als een instrument waarmee verdeeldheid kan worden gezaaid. Wanneer wij kiezen voor conflict, verspillen we daarmee ruimte in de kranten die we aan wetenschap konden besteden. We verspillen tijd in de Tweede Kamer die we konden besteden aan vergeten bevolkingsgroepen. We verspillen geld dat we aan onderwijs hadden kunnen geven. We leven in angst met onze buren, terwijl we in vertrouwen zouden kunnen leven. Daarom is het belangrijk dat we de juiste informatie tot ons nemen over dit onderwerp.

De grote jihad is het gevecht tegen het kwaad in de mens zelf. In een tijd van oorlog keerde de profeet Mohammed met enkele van zijn metgezellen terug van een gevecht. Mohammed zei: „Welkom; ge zijt gekomen van de kleine naar de grote jihad.” Zijn metgezellen waren geschrokken. „Waar is dan dit grote gevecht?” vroegen zij. Mohammed antwoordde hen: „De grote jihad is het gevecht tegen het kwaad, in uzelve en in uw gemeenschap.”

De betekenis van het woord is volgens de koran zich met hart en ziel inspannen voor het prediken van gods woord. Dit komt overeen met de letterlijke betekenis van het woord in de woordenboeken, waar het ”streven” betekent, of een inspanning leveren. Er kan geen sprake van zijn dat het hier betekent dat iedereen behalve Mohammed zou moeten worden gedood. In de tijd dat dit vers werd geopenbaard was er nog geen sprake van een fysieke strijd.

In andere verzen wordt jihad in verband gebracht met het verlangen god te ontmoeten. En met goed doen, met name aan ouders.

Gevecht

Het is mogelijk om een fysiek gevecht een jihad te noemen. Maar dan moet iemand aantonen dat hij daarmee het welbehagen van god wint. Ook hierover bestaan helaas veel misverstanden.

Het moet heel duidelijk zijn dat de islam nooit geweld toestaat voor het verspreiden van het geloof, of als een straf voor iemand die niet gelooft. Dat blijkt uit de volgende verzen: „En indien uw heer had gewild, zouden allen die op aarde zijn, zeker tezamen hebben geloofd. Wilt gij de mensen dan dwingen, gelovigen te worden?” (soera 10:100) en „Er is geen dwang in de godsdienst. Voorzeker, het juiste pad is van dwaling onderscheiden” (2:257).

Toch is er gevochten door Mohammed en zijn metgezellen. Wat was daarvoor de reden? Mohammed en zijn metgezellen zijn vanaf het begin van de prediking gedurende dertien jaar vervolgd, gemarteld en verschillenden van hen zijn gedood. Hoewel zij zelfs waren gevlucht uit hun woonplaats Mekka naar de stad Medina, bleven hun vijanden hen vervolgen. Na dertien jaar verzamelden de leiders van Arabië een leger van 1000 man om Mohammed en 300 moslims te doden. Dit is het moment dat de koran de moslims toestemming geeft om zich te verdedigen tegen degenen die het zwaard tegen hen hadden opgenomen. Toestemming om te vechten is gegeven aan degenen tegen wie gevochten wordt, omdat hun onrecht is aangedaan.

De koran geeft niet alleen de islam het recht om zich te verdedigen. Dit wordt gegeven aan alle godsdiensten. Gods hulp wordt verder alleen beloofd aan degenen die streven naar rechtvaardigheid, en een eventuele overwinning niet zouden misbruiken voor hun eigen belangen.

De koran leert ook nergens het nemen van burgers als gijzelaars. „Een profeet kan geen gevangenen maken voordat hij tot geregeld vechten in het land komt. Gij wenst de goederen van deze wereld, terwijl Allah het hiernamaals voor u wenst” (8:68). „En wanneer de oorlog is opgehouden, laat [de krijgsgevangenen] dan vrij uit gunst, of voor een losprijs” (47:5).

Beschermen

De moslims hebbende plicht alle bevolkingsgroepen en religies te beschermen. De moslims bevochten altijd een vijand die hen had aangevallen omwille van hun geloof. Ze werden niet bewogen door de begeerte een islamitisch rijk te vestigen ten koste van de vrijheid en de levens van anderen. Wie geprobeerd heeft de koran in praktijk te brengen, zal hebben gezien dat die begeerte zou indruisen tegen de strekking van de koran. Omdat de koran geen wereldse begeerten leert. De koran leert recht te doen aan de hele schepping.

Nu is de vraag: In welke handeling moet iemand bereid zijn te sterven? Moet iemand vechten om het geloof te verdedigen, of mag iemand zich niet verzetten tegen geweld? Het antwoord is beide. In de ene situatie moet iemand vechten om het geloof te verdedigen, en in de andere situatie mag iemand zich niet verzetten tegen geweld. Maar onthoud dat het bindende principe is dat iemand het leven moet willen laten om de deugd te verwerven.

Wetten

Het verschil wordt gemaakt door de situatie. En in de vergelijking van Jezus met Mohammed is dit verschil, dat Jezus predikte binnen een gemeenschap die gebonden was aan wetten. En het is nooit een deugd om de wetten van de gemeenschap waartoe iemand behoort, te breken. Ook niet wanneer iemand door die gemeenschap zelf wordt veroordeeld. Jezus leefde onder de religieuze wet van de joden binnen de staat van de Romeinen. Hijzelf geloofde in de wet van de thora. Bovendien zei Hij dat de joden ook de rechtsorde van de Romeinen moesten accepteren (Matt. 22:21). Toen Hij door zijn eigen gemeenschap binnen die rechtsorde werd berecht en veroordeeld, verzette Hij zich daarom niet. Zijn eigen boodschap verbood dit. Het was slechts Zijn verantwoordelijkheid om de wet toe te passen en Gods woord te verkondigen. Het was de verantwoordelijkheid van Zijn volk naar hun God, om hun wet rechtvaardig toe te passen en hun Messias aan te nemen. Daarom zei Jezus tegen Zijn rechter Pilatus: „… hij, die mij aan u heeft overgeleverd [heeft] grotere zonde” (Johannes 19:11).

Op het moment dat de moslims werden aangevallen in Medina, leefden zij echter niet onder de bescherming van de wetten van Mekka. Ze hadden niets met deze stad te maken. Mohammed was door de joodse en de christelijke bewoners gekozen als hoofd van de stad. De aanval was dus een daad van agressie tegen een onafhankelijke gemeenschap, die geen loyaliteit schuldig was aan het gezag van Mekka. Daarom had de moslimgemeenschap moreel het recht zich te verdedigen, zonder dat zij zich schuldig maakte aan opstandigheid of agressie.

Het breken van de rechtsorde staat gelijk aan het stichten van wanorde. De koran spreekt zich hierover heel streng uit.

In het kader van moed of deugd verschilt de ene vorm van zelfverdediging sterk van de andere. Wij eren de strijders die Nederland hebben verdedigd tegen de Duitsers. Maar wij nemen geen voorbeeld aan burgers die het vonnis ontduiken, nadat zij door hun eigen gemeenschap zijn veroordeeld.

Geen pacifisme

Soms wordt het optreden van Jezus als een pleidooi gezien voor pacifisme. Men zegt: Als wij afzien zelfs van zelfverdediging, dan zal er uiteindelijk geen geweld meer op de wereld voorkomen. Volgens ons is dit onmogelijk, aangezien er krachten van agressie in de wereld zijn, die hiermee vrij spel krijgen. Het is als zeggen: Als wij nooit meer medicijnen zouden gebruiken, dan zullen er uiteindelijk geen bacteriën meer voorkomen die ons ziek kunnen maken. Dit is een contradictie in terminis.

Een ander argument tegen deze stelling is dat er nooit een christelijk land is geweest dat zichzelf niet heeft verdedigd tegen agressie. Integendeel, het zijn de christelijke volkeren die in de geschiedenis de kroon spannen wat betreft agressie en moordlust. Hiermee is afdoende aangetoond dat het pacifistisch-christelijk ideaal nooit gepraktiseerd is, en daarmee kan het niet dienen als basis van handelen.

Dan zijn er die zeggen: Als God bestaat, en Hij wil dat wij de boodschap van vrede verspreiden, waarom redt Hij ons dan niet door een wonder als wij worden aangevallen, zonder dat wij hoeven te vechten? Zodat Hij laat zien dat vrede altijd overwint?

Hierop is een aantal antwoorden. Ten eerste protesteert ons geweten als wij bijvoorbeeld de vraag stellen: Waarom moesten wij vechten tegen de Duitsers toen zij ons aanvielen? Waarom kwam er geen wonder zodat wij in onze tuintjes konden blijven zitten? Iedereen voelt aan dat dit eerder lafheid zou zijn dan deugd. Iedereen moet dit bij zichzelf nagaan.

Ten tweede protesteert ons geweten tegen het stellen van eisen aan God. Jezus wijst dit ook af. Wanneer satan Hem zegt: „Indien gij Gods Zoon zijt, werp uzelf dan naar beneden [van het dak]” (…) antwoordt Jezus: „Er staat ook geschreven: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken” (Matthéüs 4:6-7).

Irak

Is de invasie van Irak een reden om geweld te gebruiken in naam van de islam? Deze aanval was niet gericht tegen de islam, maar tegen een regime, met het doel zich een gebied toe te eigenen. De Iraakse regering had het recht zich te verdedigen, maar niet onder het vaandel van een jihad ter verdediging van het geloof. Saddam Hussein is niet de geestelijk leider van de moslims. Die moslims die loyaliteit hadden beloofd aan het regime, hadden wel de plicht om het regime te verdedigen. En andere landen hadden Irak tegen de bezetter kunnen helpen. Daarbij hadden moslims zich in de strijd moeten houden aan alle regels uit de koran die ik eerder heb besproken. Maar nu dat regime gevallen is, en een nieuwe regering is gevestigd, verbiedt de koran om nog wanorde te zaaien.

Wie nu in opstand wil komen tegen deze regering, mag dit volgens de koran alleen verbaal doen. In dit kader heeft de profeet Mohammed gezegd: „De beste jihad is een woord van waarheid tegen een onrechtvaardige heerser.” Dezelfde richtlijnen gelden voor de bezetting van Palestina door Israël.

Nederland

Samenvattend: jihad is de strijd voor moraal, innerlijk en uiterlijk. De koran gebruikt het woord nergens in verband met fysieke strijd. Fysieke strijd in naam van religie is alleen toegestaan als iemand zelf bestreden wordt omwille van zijn geloof.

De strijd die Nederland wil leveren voor normen en waarden is in feite jihad. Wij van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap willen onze steun betuigen aan die strijd. Want wij geloven dat een samenleving zonder moraal ten dode is opgeschreven. Zo’n samenleving zal zich niet eens kunnen verdedigen tegen een handjevol terroristen. Wij zeggen tegen alle Nederlanders dat de islam niet uw vijand is, maar juist een kans om moraal en spiritualiteit nieuw leven in te blazen.

Het is daarom volgens ons fout om te proberen de islam uit deze samenleving te bannen. Integendeel, wij vragen Nederland om juist gebruik te maken van het morele potentieel dat de islam te bieden heeft, zoals Nederland altijd gebruik heeft kunnen maken van nieuwe invloeden.

De auteur is medewerker van Al-Islaam, het tijdschrift van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap Nederland.


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer