Iran werkt hard aan coalitie tegen Israël: de ”As van Verzet”
Met een grondoorlog in Gaza in het vooruitzicht doet Iran alles om partners in het Midden-Oosten warm te maken voor steun aan Hamas. De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken heeft speciaal daarvoor een tour door de regio gemaakt.
De grootste vijand van Israël? Dat is niet Hamas, maar Iran. En Iran buit die rol deze dagen extra uit. Deze week is door het hele land een online-campagne van start gegaan waarin vrijwilligers wordt gevraagd zich op te geven om Israël te bevechten.
Het is, nog steeds, onwaarschijnlijk dat Iran zelf het leger wil inzetten om openlijk een oorlog te beginnen. Daarvoor is de situatie in eigen land te precair. Wat wél goed denkbaar is, is dat het Iraanse regime zijn vele vrienden in de regio voorziet van alles wat nodig is om straks de strijd aan te gaan.
De belangrijkste rol van Iran is op het moment dus om een regionale anti-Israëlcoalitie te versterken zonder zelf direct betrokken te raken in de strijd. De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Hossein Amir-Abdollahian, heeft speciaal voor dat doel de afgelopen dagen een rondreis gemaakt langs Irak, Libanon en Syrië. Die moeten, samen met Iran, een hechte band vormen die wel de ”As van het Verzet” wordt genoemd.
Geharnast
De drie landen staan bekend om hun uiterst vijandige houding ten opzichte van Israël. In Irak gaven diverse gewapende sjiitische strijdgroepen vorige week al aan dat ze Amerikaanse doelen zullen gaan aanvallen als de strijd verder escaleert.
In Libanon ligt het ingewikkeld. De officiële lijn van de Libanese regering is niet zo geharnast. „We willen niet dat Libanon deel wordt van deze strijd en we proberen dat te vermijden”, zei de Libanese waarnemend minister van Buitenlandse Zaken vorige week.
Die opstelling is begrijpelijk, want als de oorlog escaleert door de betrokkenheid van Hezbollah is Libanon het eerste land waar Israël hard zal toeslaan. Het land van de ceder, dat door heel veel misère wordt geplaagd, kan dat er absoluut niet bij hebben. Tegelijk heeft de Libanese regering hierin uiteindelijk weinig te zeggen; het is Hezbollah dat de meeste wapens heeft en dat, al dan niet aangestuurd vanuit Iran, beslist over deelname aan de strijd.
Behalve Irak, Libanon en Syrië bezocht de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken ook Qatar. Daar sprak hij op 14 oktober met Hamasleider Ismail Haniyehm, die vanuit Qatar opereert. Als Iran rechtstreeks met Hamasleiders wil praten, is Qatar overigens vaak een prima locatie gebleken. Het kleine Golfstaatje heeft de achterliggende jaren altijd een open houding heeft gehad richting Hamas en andere islamitische strijdgroepen.
Spoedzitting
Maar Iran stopt niet bij de landen die toch al anti-Israël zijn. Het regime van ayatollah Khamenei wil ook graag Saudi-Arabië aan boord hebben. De Iraanse president Raisi sprak om die reden afgelopen week telefonisch met Mohammed bin Salman, de kroonprins van Saudi-Arabië. In dat gesprek heeft de Saudische prins laten weten dat zijn steun bij de Palestijnen ligt.
Eerder al besloot Saudi-Arabië de besprekingen die moesten leiden tot normalisering van de betrekkingen met Israël te bevriezen. Voor Israël is de verdere toenadering tussen Saudi-Arabië en Iran dan ook een groot probleem. Goede Israëlische betrekkingen met het Saudische koninkrijk zouden juist nu heel veel hebben kunnen betekenen.
Dat Saudi-Arabië voorlopig de boot afhoudt, blijkt ook uit een spoedzitting van de Organisatie voor Islamitische Coöperatie (OIC) die het koninkrijk woensdag in Jeddah hield. Daar bevestigden de ministers van de deelnemende islamitische landen opnieuw dat het Palestijnse probleem een van de belangrijkste zaken is voor de islamitische gemeenschap ter wereld. Bovendien werd „de barbaarse agressie van de Israëlische bezettingsmacht” in Gaza scherp veroordeeld.
Ook ging de vergadering er zonder enig voorbehoud vanuit dat Israël bewust het Al-Ahli ziekenhuis in Gaza heeft aangevallen, hoewel er sterke aanwijzingen zijn dat Israël hier niet bij betrokken was. Die tendens is in het hele Midden-Oosten aanwezig: in veel media wordt zelfs de mogelijkheid dat een Palestijnse raket de oorzaak was van het drama niet geopperd. Het drama in het ziekenhuis zorgt dan ook voor hoog oplopende gemoederen.
Anti-Israël-retoriek
De sterk oplevende anti-Israëlretoriek in het Midden-Oosten is vooral problematisch voor de landen die al een normaliseringsverdrag met Israël hebben getekend. In 2020 hebben de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein dat gedaan, later gevolgd door onder andere Marokko.
Israël wil koste wat kost dat deze landen aan boord blijven. Eerder deze week sprak de Israëlische premier Netanyahu met de president van de Emiraten, Mohammed bin Zayed, in een poging de relatie zo goed mogelijk te houden.
Tot dusver heeft noch de Emiraten, noch Bahrein aangegeven de akkoorden te willen verscheuren, maar het is balanceren geblazen voor de leiders. Ze willen volop onderdeel blijven van de Arabische kudde terwijl dat steeds moeilijker wordt, zeker als Israël straks een grondoffensief gaat starten in Gaza. De publieke opinie in de Arabische landen is onverdeeld pro-Palestijns en die zal steeds moeilijker te negeren zijn.
De officiële lijn van veel Arabische landen is intussen nog altijd gericht op de-escalatie, maar het is duidelijk dat met name Iran alle opties open wil houden. Amir-Abdollahian heeft deze week gezegd dat „elke mogelijkheid denkbaar” is. „De tijd voor politieke oplossingen is bijna om en de mogelijke uitbreiding van de oorlog naar andere fronten nadert het onvermijdelijke punt”, zei hij. In een ander interview voegde hij eraan toe dat Iran geen toeschouwer zal blijven als het geweld in Gaza doorgaat – al zullen het waarschijnlijk anderen zijn die de kastanjes voor Iran uit het vuur moeten halen.