Ds. Van Heteren op toogdag GBS: Omkering voor Israël ook nu mogelijk
„De Heere werkt omkeringen”, zei ds. A. van Heteren uit Urk zaterdag op de jaarlijkse toogdag van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) in Barneveld. „Zoals de Joden heersten over hun vijanden in de tijd van Esther, zo zou het vandaag ook kunnen gaan.” De oorlog in Israël kwam meermaals ter sprake op de toogdag.
Zo’n 800 belangstellenden, oud en jong, reizen deze ochtend af naar het Veluwse dorp. Terwijl ze kerkgebouw De Hoeksteen van de gereformeerde gemeente in Nederland binnendruppelen, strooit de organist zachte klanken over hen uit. Klassieke bewerkingen zoals Psalm 25 van Willem Hendrik Zwart zijn te horen. Een zonnestraal baant zich een weg door het raam en weerspiegelt in het zilveren oorijzer van een vrouw in Staphorster klederdracht. In de hal bij de ingang van het kerkgebouw staan verkooptafels met kinderboeken en Bijbels in verschillende uitvoeringen. Een daarvan is een onlangs uitgebrachte evangelisatie-uitgave van de GBS met daarin de Bijbelboeken Genesis, Psalmen, Jesaja en Lukas.
Omkeringen
Mede naar aanleiding van de actuele oorlogssituatie in Israël, spreekt ds. Van Heteren over Esther 9, waar staat dat het volk Israël heerste over de vijanden. Naast een wet van Haman, bedoeld om de Joden uit te roeien, had koning Ahasveros namelijk een tegenwet uitgevaardigd: de Joden mochten zichzelf verdedigen. „We lezen: „Als de vijanden der Joden hoopten over hen te heersen, zo is het omgekeerd””, zegt ds. Van Heteren. „De Heere heeft alles zo geleid. Door die eerste wet zouden ook alle Joden in Kanaän omgebracht kunnen worden. Dan zou de Zaligmaker niet geboren worden.”
De christelijke gereformeerde predikant, secretaris van het GBS-bestuur, trekt „een lijn naar de gebeurtenissen die nu plaatsvinden in Israël. Onschuldige vrouwen en kinderen moeten gespaard worden. Maar verzet tegen hen die het voorzien hebben op het leven van de Joden, is in het licht van het boek Esther zeker geoorloofd.”
Farao in de Rode Zee, Daniëls vrienden die gered werden uit de brandende oven – de predikant uit Urk noemt verschillende voorbeelden die parallellen vertonen met de geschiedenis uit Esther. „De Heere werkt omkeringen. Denk ook aan de Zaligmaker Zelf: gevangen, de kruisdood gestorven, maar op de derde dag weer opgewekt. Zó is het omgekeerd.” Ook de bekering is een omkeer, legt de predikant verder uit. „Van nature staan we met ons gezicht naar de vorst der duisternis en met de rug naar de Heere, maar Hij keert het om, naar Zijn welbehagen.”
Oorlogsgeweld
Ook ds. A.C. Rijken spreekt in zijn openingswoord over „het oorlogsgeweld in het Midden-Oosten. Niet te bevatten als je zelf rustig thuis zit.” De situatie in Israël bracht de emeritus predikant ertoe om Mattheüs 24:1-14 als uitgangspunt te nemen, waar het gaat over de tekenen van de tijden. Het oorlogsgeweld zal altijd doorgaan, vanwege de zondeval in het paradijs, stelt ds. Rijken. „Dat God in déze wereld het Evangelie nog laat verbreiden, om Zijn volk bijeen te vergaderen. De duivel gaat door, maar God gaat ook door.”
Kinderen zijn soms bang door alles wat ze in de media zien, zegt de predikant van de Hersteld Hervormde Kerk. „„Papa, mama, komt hier ook oorlog?” Er is grote verwarring en veel godsdienst; het is een donkere tijd, en nog is het einde niet. Maar de Heere volvoert Zijn raad. Door oordelen en gerichten, door benauwdheid en verdrukkingen heen, zal Hij een nieuwe hemel en een nieuwe aarde geven, waarop gerechtigheid zal wonen”, aldus de predikant.
Koopman en Gastheer
In de toespraak van ds. R. Bakker, predikant van de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Alblasserdam, staat de brief van Jezus aan Laodicea centraal uit Openbaring 3. „Johannes op Patmos was tot zwijgen gebracht op een onbewoond eiland, afgekeurd; eenzaam, maar met God gemeenzaam. Hij kreeg bezoek van de opgestane Levensvorst.”
De brief aan de Laodicenzen is de laatste in een rij van zeven korte brieven. „Het spreekwoord luidt: Lest best. Maar niet is minder waar. Van de gemeente van de Laodicenzen is niets goeds te zeggen”, aldus ds. Bakker. „Aan de poort van deze gemeente laat de Zoon van God de zware klopper vallen, als de Koning van Zijn Kerk, als Rechter, als Koopman, als Gastheer en als Overwinnaar.”
Nabij Laodicea lag de stad Hiërapolis. Daar waren geneeskrachtige warmwaterbronnen, vertelt ds. Bakker. „Het water daaruit daalde af als beekjes en kwam bij Laodicea. Het was dan afgekoeld tot lauw water. Reizigers wilden het drinken, maar ze spuwden het uit. Dat beeld gebruikt de Heere nu hier, tot waarschuwing en vermaning. Hij zegt: Och, of gij koud waart of heet.”
De predikant past dit toe op de luisteraars. „Wat zal het zijn, als we de GBS gesteund hebben met financiële gaven, er onze krachten aan verleenden, maar wanneer we buiten de waarachtige bekering bleven en een ijver hadden die niet naar God is. Dan zal God ons uit Zijn mond spuwen.”
Ds. Bakker noemt het een „wonder van vrije genade” dat diezelfde gemeente van Laodicea de raad krijgt om van Jezus goud te kopen, „beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden. De gemeente wordt opgeroepen om te komen, zonder geld en zonder prijs.”
Onuitsprekelijk en ‘uitsprekelijk’
Ds. C. Hogchem uit Wijk en Aalburg opent de middagbijeenkomst van de toogdag uit 2 Korinthe 12. Daar vertelt Paulus dat hij „opgetrokken is geweest tot in de derde hemel”. „Een zeldzame genade”, legt ds. Hogchem uit. Paulus kreeg die „omdat Zijn Zaligmaker in de hel is neergedaald en hem plaats bereid heeft, opdat hij zou zijn waar Christus is.”
Paulus hoorde in de hemel „onuitsprekelijke woorden”. „Is me dat even een wonderlijke uitdrukking”, vindt ds. Hogchem. „Het was een hemeltaal, die hier op aarde niet gesproken kan worden. Wij zijn allen mens, in Adam verloren. Nu wil de Heere tot ons komen, niet met gezichten en openbaringen, maar met ‘uitsprekelijke’ woorden: Zijn Woord, in onze taal.”
Volgens de predikant van de Gereformeerde Gemeenten is het belangrijk de Statenvertaling te bewaren, omdat deze nauwkeurig is. „We willen bij het oude blijven, maar niet bij het verouderde. Vandaar dat de GBS verouderde woorden en zinsconstructies druppelsgewijs vervangt. Opdat we zouden weten: álzo zegt de Heere.”
Als voorbeeld noemt ds. Hogchem het woord wijf, dat al eerder vervangen werd door vrouw. „Als het woord destijds de betekenis zou hebben gehad die het nu heeft, zouden de Statenvertalers het nooit gebruikt hebben. Een verouderd woord geeft niet meer weer wat er in de oorspronkelijke taal staat.”
Zonnebloem
Over de bekering van purperverkoopster Lydia in Handelingen 16 gaat de toespraak van ds. A. Vlietstra, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Harskamp. „Lydia diende God, naar de joodse godsdienst van die dagen. Dat zal haar klanten hebben gekost. Ze hield in elk geval –ons tot lering– op de rustdag haar zaak dicht, want ze was daar waar het Woord des Heeren werd onderzocht. Ook die keer toen de Schriftuurlijk-bevindelijke prediker Paulus kwam.” De Heere opende het hart van Lydia. „Niet het gevoel, zodat ze een traantje wegpinkte, maar het hart. De Heere gaat recht op Zijn doel af. Híj opent het hart.”
Ds. J.A. Weststrate sluit de toogdag af. De predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland te Gouda-Stationsplein spreekt over Psalm 25. Deze psalm van David wordt wel een ‘zonnebloemspsalm’ genoemd, zegt hij. Een zonnebloem richt zich altijd op de zon; zo moeten Gods kinderen zich altijd op Christus richten. „David had de belofte van het koningschap. En nu moet hij vluchten voor Saul. De omstandigheden zijn zó anders dan de beloften die de Heere geschonken heeft. Kent u dat: met de beloften de dood in?”, vraagt de predikant de luisteraars.
„Tot U, o Heere, hef ik mijn ziel op”, staat er in Psalm 25:1. „Dat is een uitdrukking om te zeggen: Nu leg ik al mijn noden voor de Heere neer. David strekt zijn handen tot de Heere uit. Het is een voortdurend gebed”, zegt ds. Weststrate. „Als er dan een kruimeltje genade mag vallen, is dat gelijk aan een voorraadschuur van brood, vol van de goedertierenheid en macht van de Heere. In Christus is een onuitsprekelijke volheid.”
Soldaten
Jaarlijks verspreidt de GBS tienduizenden Bijbels „in betrouwbare buitenlandse vertalingen. Een door de GBS verspreide Bijbel werd zelfs gelezen door soldaten in de loopgraven van Oekraïne”, vertelt bestuursvoorzitter ds. Rijken in zijn openingswoord.
„In alle voorzichtigheid en terughoudendheid doet de GBS onderzoek naar woorden die vanwege de taalontwikkeling misverstand kunnen geven”, legt de predikant uit over het GBS-project ”Statenvertaling bewaren”. „Het is geen herziening; we wijken niet af van wat in het verleden al is gebeurd.” De GBS verwacht dat dit project enkele jaren zal duren.
Verder werkt de GBS aan een Studiebijbel voor jongeren, die onder andere een taalkundige vereenvoudiging van de kanttekeningen zal bevatten.
Het project ”Bijbelse Woordenschat” van de GBS is voor een groot deel afgerond, meldt ds. Rijken. In het project ontwikkelt de stichting samen met het KOC –onderdeel van het ds. G.H. Kerstencentrum– voor het basisonderwijs lessen over moeilijke Bijbelse woorden uit de Bijbel en de psalmen. Binnen enkele maanden zou het project voltooid moeten zijn.
Grondtekst
Algemeen secretaris Jonathan Arnold vertegenwoordigt deze dag de Engelse zusterorganisatie Trinitarian Bible Society (TBS). De GBS steunt verschillende projecten van de TBS, zoals de revisie van het Hebreeuwse Nieuwe Testament in de Delitzschvertaling, die naar verwachting eind 2023 zal verschijnen. De TBS heeft verder 10.000 Nieuwe Testamenten in een nieuwe Chinese vertaling laten drukken en verspreiden, met name in Noord-Amerika.
„Beide voelen we de verantwoordelijkheid om betrouwbare Bijbels te verspreiden”, zo licht ds. Rijken de samenwerking tussen de GBS en de TBS toe. Hij zegt niet achter het werk van veel andere Bijbelgenootschappen te kunnen staan vanwege de gebruikte grondtekst. „We zijn ervan overtuigd dat de grondtekst waaruit de Statenvertaling is vertaald –voor het Nieuwe Testament de Textus Receptus– de meest zuivere is”, aldus ds. Rijken.