Kinderboekenweek: Wie je ook bent, je hoort erbij
De prentenboeken die verschijnen naar aanleiding van de Kinderboekenweek schotelen de lezers een divers publiek voor: een kind (of een berenkind) in een rolstoel, Berend Botje (die uit het liedje) en mevrouw Tsang die loempia’s bakt. De hoofdboodschap: iedereen is welkom.
Yvonne Jagtenberg is de auteur van ”Mijn huis is jouw huis”. Adriëlle Schouten en Aisha Meel maakten ”Thuis bij de Koning”, een van de actieboeken voor de christelijke Kinderboekenweek. Beide boeken sluiten dit jaar perfect aan bij het thema: ”Bij mij thuis”.
Jagtenberg, bekend van onder meer de prentenboeken over Balotje, gaat in haar werk „op de hurken”, zoals ze zelf eens zei. Ze is een meester in het laten zien en voelen.
Het boek, dat vanaf woensdag te koop is voor een schappelijke prijs, begint in „het huisje bij de brug”. De moeder van Pats wordt verliefd op een man „die twee oren en twee kinderen had”. Mijn huis is jouw huis, zegt ze tegen hem. Dat blijft ze zeggen: tegen de spin Sebastiaan bijvoorbeeld, die niet wordt opgeveegd (natuurlijk een verwijzing naar het beroemde gedicht van Annie M. G. Schmidt), maar die ze juist redt. Tegen tante Kee met haar kat die zeven zonen krijgt, Berend Botje die de weg terugvindt nadat hij uit varen ging, tegen een „bereleuke oom van ver mét vriend” en tegen het mannetje Koek van eigen deeg. De opsomming is fantasierijk en de personages zijn totaal imaginair en niet-realistisch, maar ergens schemert natuurlijk de boodschap door dat iedereen welkom is, ongeacht achtergrond of identiteit.
Het huis vult zich steeds verder met fantasiepersonages, vooral beren. „Er kwam steeds meer familie en er kwam steeds meer huis bij.” Dan komt er iemand van de gemeente. „Dit is geen huis meer, het is niet gebouwd volgens de regels. Dit lijkt op een heel groot… hart?” In zo’n groot hart is altijd een plekje vrij. Ook voor de man van de gemeente die zo alleen is.
Met ”Mijn huis is jouw huis” hanteert de ervaren Jagtenberg de juiste toon. Je wilt het boek opnieuw bekijken en (voor)lezen. Wie de klassieken kent en de liedjes waarnaar Jagtenberg knipoogt (verwijzingen staan achter in het boek), geniet van de zinspelingen.
Humoristische details
Het prentenboek bij de christelijke Kinderboekenweek, ”Thuis bij de Koning”, begint bij Abia. Ze is uitgenodigd voor een feest in het paleis, net als veel andere mensen. Toni in de rolstoel, de Surinaamse drieling, tante An met haar katten, mevrouw Tsang die loempia’s bakt en Luciano de pizzabakker. De makers geven, net als Jagtenberg, nadrukkelijk aandacht aan alle soorten en maten personages – maar zou het niet uitdagender en minder voor de hand liggend zijn als de Italiaan eens de loempia’s maakte?
Het boek sluit af met de boodschap dat hoe je er ook uitziet, wie je ook bent, je welkom bent bij God, Die de Koning is.
De plot is origineel. De tekeningen bevatten humoristische details. Maar het verhaal blijft vlak. Het eindigt in een feestzaal met veel slingers en veel eten. De blijdschap wordt beschreven maar niet echt gevoeld en je mist vooral het verlangen om te weten wie de Koning is Die de deuren van Zijn paleis opent. De kinderen zijn in de aanloop naar het feest druk met de buitenkant. Met de aankleding, met wat ze aantrekken („Een prinsessenjurk of een stoer ridderpak? Of een krokodillenpak?”) en met wat ze te eten zullen krijgen.
”Mijn huis is jouw huis” heeft een andere bodem, maar stipt rake onderwerpen als liefde en eenzaamheid aan. Het ontroert en biedt aanleiding tot gesprekjes over grote en soms ook gevoelige thema’s.
Boekgegevens
Mijn huis is jouw huis, Yvonne Jagtenberg; uitg. CPNB; 30 blz.; € 8,25;
Thuis bij de Koning, Adriëlle Schouten en Aisha Meel (ill.); uitg. De Wonderwolk/Christelijke Kinderboeken; 30 blz.; € 7,95.