Het is de oppositiepartijen in de Provinciale Staten van Noord-Brabant niet gelukt om de veelbesproken stallendeadline voor veehouders van tafel te krijgen. In een bij vlagen verhit debat tijdens een ingelaste Statenvergadering wist de oppositie geen meerderheid te krijgen. Twee moties werden met 24 stemmen voor en 30 tegen verworpen.
„We vragen het onmenselijke van ondernemers”, zei Tanja van de Ven van het CDA aan het begin van het debat. „Ze zitten ‘tot hier’ in de stress, ze weten niet wat ze moeten doen. Ik hoop dat er wat verandert in dit dossier, want dit kan echt niet.” De nieuwe VVD-gedeputeerde Wilma Dirken (stikstof) maakte echter duidelijk niet te willen schuiven met de nu geldende deadlines. Twee moties haalden het niet omdat de zes coalitiepartijen tegenstemden, net als de Partij voor de Dieren en Volt.
Al jarenlang wordt in Brabant gediscussieerd over verplichte aanpassingen van boerenstallen om voor stikstofreductie te zorgen. Na de Provinciale Statenverkiezingen van begin dit jaar liepen de coalitieonderhandelingen op het laatste moment stuk op de eis van de BBB - met elf zetels de grootste fractie - om de stallendeadline op te heffen. Een maand geleden bereikten VVD, GroenLinks, PvdA, SP, D66 en Lokaal Brabant alsnog een akkoord.
De nieuwe coalitie besloot wel enigszins te bewegen in dit dossier. Melkrundvee- en kalverhouders krijgen anderhalf jaar langer de tijd (tot 1 januari 2026) om hun stallen te verduurzamen. De overige veehouders met verouderde stallen moeten dit wel nog steeds hebben gedaan voor 1 juli 2024. De provincie heeft 1 oktober (komende zondag) als datum staan waarop die boeren een vergunning moeten hebben aangevraagd. BBB, CDA, PVV en JA21 hadden daarom voor vrijdag met spoed een debat aangevraagd over dit onderwerp.
De gedeputeerde benadrukte dat 1 oktober geen ‘harde’ deadline is, maar „een soort servicedatum”. Volgens Dirken hebben boeren dan in principe genoeg tijd om het vergunningsproces te doorlopen en de systemen op tijd te installeren. „Als het dan onverhoopt niet lukt, gaan we als provincie niet actief handhaven.” De oppositie denkt dat vergunningaanvragen vanwege de vele onzekerheden „op een stapel” belanden en voorlopig niet behandeld zullen worden. „Ondernemers hebben nul komma nul garanties”, aldus Van de Ven, die ook wees op mogelijke juridische procedures door milieuclubs. „Daarom moeten we van die deadline af.” Volgens Dirken weten boeren al sinds 2017 dat ze iets moeten doen. „En ondernemen is ook risico nemen”, zei ze.