BuitenlandNAGORNO-KARABACH
Een heel leven haastig in
een paar koffers gepropt

De vluchtelingenstroom vanuit Nagorno-Karabach zwelt aan. Te voet, in versleten auto’s en op boerenkarren trekken mensen de grens met Armenië over. Hun hele leven haastig in een paar koffers gepropt. „Wat heb ik voor kwaad gedaan dat ze ons willen doodschieten?”

27 September 2023 15:22Gewijzigd op 28 September 2023 10:07
Anna Jambazian hoort het verhaal van vluchtelingen uit Nagorno-Karabach aan. beeld Anna Jambazian
Anna Jambazian hoort het verhaal van vluchtelingen uit Nagorno-Karabach aan. beeld Anna Jambazian

Zeven jaar is hij nog maar. Twee lange dagen heeft hij in de auto gezeten. Een stokoude rode Lada uit het Sovjet-tijdperk. Om vanuit Stepanakert, de hoofdstad van Nagorno-Karabach, naar de Armeense grens te komen. Op de vlucht voor het oorlogsgeweld, dat de enclave tussen Azerbeidzjan en Armenië vorige week plotseling weer overspoelde.

Gor snapt er niets van. Waarom hij halsoverkop zijn huis moest verlaten en urenlang in een benauwde auto zat. De soldaten van Azerbeidzjan komen, had zijn moeder gezegd. We moeten maken dat we wegkomen.

„Wat heb ik voor kwaad gedaan dat ze ons willen doodschieten?” De verbijstering is nog van Gors gezicht af te lezen op het filmpje dat Anna Jambazian via WhatsApp stuurt. De Armeense is voor de christelijke organisatie Diaconia Charitable Fund, partner van de Nederlandse stichting Kom over en Help, in het plaatsje Kornidzor, aan de grens tussen Armenië en Azerbeidzjan. Om in kaart te brengen hoe groot de nood is onder de duizenden etnische Armeniërs die sinds eind vorige week uit Nagorno-Karabach wegvluchten.

„Er is hier een steunpunt opgezet om mensen op te vangen”, vertelt Anna telefonisch. „Aan de grens staan lange rijen auto’s en andere voertuigen. Ook komen veel mensen lopend het land binnen. De politie geeft ze bij aankomst een paar minuten om op adem te komen en hun papieren te checken. Daarna moeten ze snel door, om het verkeer niet al te veel op te houden. Het Rode Kruis registreert vervolgens de ontheemden en voorziet ze van eerste levensbehoeften.”

19686927.JPG
Vluchtelingen uit wachten de grens met Armenië om toegelaten te worden. beeld AFP, Emmanuel Dunand

Nogal chaotisch

Toen ze de eerste verhalen over de vluchtelingen hoorde, is Anna direct naar de grens gereden. „Ik wilde met eigen ogen zien hoe deze mensen eraan toe waren, wat de stemming onder hen was, wat ze nodig hebben en wat ze hebben meegemaakt. Het is belangrijk een juist beeld te hebben, om de hulpverlening in goede banen te leiden. Tijdens de oorlog van 2020 kwamen hier ook veel ontheemden naartoe. Toen verliep alles nogal chaotisch. Daar hebben we van geleerd.”

De verhalen van de vluchtelingen zijn stuk voor stuk hartverscheurend, vertelt de Armeense. „Hele gezinnen zijn in piepkleine auto’s gepropt. Ze zitten boven op hun schamele bezittingen. Ik snap niet hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen. Velen zijn in tranen door alles wat ze hebben meegemaakt. Het meest aangrijpende vond ik dat mensen doodskisten op het dak van hun voertuig hadden gebonden. Sommigen hadden beenderen van hun overleden familieleden meegenomen, uit angst dat de Azeri’s hun graven zouden schenden, zoals in 2020 is gebeurd. Anderen hadden lichamen van geliefden bij zich die de afgelopen dagen zijn gestorven, maar die ze nog niet konden begraven. En ik hoor natuurlijk over de verschrikkingen van burgers die zijn gedood en verkracht.”

De hulpverleenster maakt zich grote zorgen over het onderdak voor de vele ontheemden. „Het is hier nu zeven graden en de winter valt spoedig in. De weersomstandigheden kunnen hier zeer onbarmhartig zijn.”

Haat

Haar echtgenoot Baru Jambazian coördineert als directeur van Diaconia Charitable Fund vanuit de Armeense hoofdstad Jerevan de hulpverlening. Hij verwacht dat er nog vele duizenden vluchtelingen zullen volgen. „Van de Armeense bevolking in Nagorno-Karabach wil 99,9 procent weg”, zegt hij stellig. „Ik geloof niet dat er ook maar iemand wil achterblijven. Je wilt niet onder vreemde overheersing leven. In een land waar je je eigen taal niet meer mag spreken en het christelijk geloof niet meer mag belijden. Wat kun je doen als minderheid als er zoveel haat om je heen is?”

Die haat wordt veel Azeri’s volgens Jambazian met de paplepel ingegoten. „De kinderen krijgen op school te horen dat Armeniërs geen mensen zijn, maar nog minder dan beesten. Op sociale media circuleren momenteel ronduit bloeddorstige berichten. Ik heb een oproep gezien om op zoek te gaan naar Armeniërs, ze te verkrachten, te doden en aan de honden te voeren.”

Volgens Jambazian is de overname van Nagorno-Karabach door Azerbeidzjan volgens een vooropgezet plan verlopen. „Sinds 12 december vorig jaar was er een blokkade van de regio van kracht, waardoor het heel moeilijk was om aan voedsel, medicijnen en brandstof te komen. Vooral afgelopen juni was de situatie heel nijpend. De Azerbeidjaanse regering heeft maximale druk uitgeoefend op het bestuur van de enclave om aan haar eisen tegemoet te komen: integratie in de republiek Azerbeidzjan en het inleveren van alle wapens. Voor de Azerbeidjaanse aanval van 19 september was al een op de drie sterfgevallen in Nagorno-Karabach het gevolg van ondervoeding of gebrek aan medicamenten.”

De directeur benadrukt dat het lastig is om alle berichten die momenteel de ronde doen over de situatie in de enclave op waarheid te toetsen. „Ik hoor verhalen over drie kinderen die voor de ogen van hun moeder door Azerbeidjaanse soldaten zijn onthoofd. Ik hoor over verkrachtingen, executies van burgers en ga zo maar door. Nogmaals: het is niet onafhankelijk te bevestigen. Maar waar rook is, is vuur. Deze mensen zijn in grote nood en hebben er heus geen behoefte aan om horrorverhalen te verzinnen.”

Jambazian schroomt niet het woord etnische zuivering in de mond te nemen als het gaat om de uittocht van Armeniërs uit Nagorno-Karabach. „Ze worden met geweld gedwongen huis en haard te verlaten. Omdat ze Armeniërs en christenen zijn. De hoofdaanklager van het Strafhof, Moreno Ocampo, zei ooit dat het bij de definitie van genocide niet per se om aantallen gaat, maar om de intentie. De bedoelingen van Azerbeidzjan lijken met in dit opzicht heel duidelijk.”

Tragiek

Dat de internationale gemeenschap zich grotendeels afzijdig houdt van het drama dat zich in Nagorno-Karabach voltrekt, kan de hulpverlener wel begrijpen. „Azerbeidzjan en zijn grote bondgenoot Turkije zijn veel te belangrijk. Azerbeidzjan heeft olie en gas en verkoopt ook Russische fossiele brandstoffen aan Europa, waardoor de sancties tegen Moskou keurig worden omzeild. Dus ook Rusland gaat zich niet hard maken voor de Armeniërs, hoewel die op papier bondgenoten zijn.”

Dat is de tragiek van de Armeniërs, zegt Jambazian. „Opnieuw dreigt een deel van ons volk te worden uitgeroeid. De geschiedenis herhaalt zich. Misschien zegt de wereld over vijftig jaar: Dat hebben we niet goed aangepakt. Voor nu kan niets minder dan een wonder het tij keren. Dat kan alleen God doen.”

Zijn echtgenote is evenmin optimistisch. „Ik heb al twee oorlogen om Nagorno-Karabach meegemaakt. In de eerste ben ik een neef verloren; mijn zoon raakte een vriend in de tweede kwijt. Ik ben al zo lang ooggetuige van de ellende geweest. Wanneer houdt het eens op? Wat willen mensen? Een beetje meer land en macht? Ik begrijp de zin van alles niet meer. En de kinderen al helemaal niet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer