Oekraïne boekt maar moeizaam terreinwinst aan het front. De Russen blijken taai. Is het tegenoffensief mislukt? Of gloort er toch hoop?
Artilleriekanonnen bulderen. Raketten suizen hoog over en slaan verderop verwoestend in. De gevechten langs de frontlinie in Oekraïne zijn wreed en hevig. Het Russische leger bergt z’n doden en gewonden allang niet meer.
De strijd van het in juni gestarte Oekraïense tegenoffensief spitst zich toe op een aantal locaties langs de grillige frontlinie van pakweg 1500 kilometer. In het oosten weet Oekraïne de zwaar bevochten stad Bachmoet steeds verder in z’n greep te krijgen. De nationale blauw-gele vlag wappert sinds deze week in het strategisch, hooggelegen dorp Klishchiivka, 6 kilometer ten zuiden van Bachmoet.
Iets noordelijker, in de dennenbossen bij Koepiansk en Kreminna, maken de Russen vorderingen, ook al is de terreinwinst vooralsnog beperkt. Moskou groepeert naar verluidt zo’n 100.000 manschappen en 500 tanks langs de 90 kilometer lange frontlinie bij beide steden. Niet duidelijk is of ze hier of elders worden ingezet. Bovendien leggen de Russen mijnenvelden aan langs de grens uit vrees dat Oekraïne via Russisch grondgebied in de rug aanvalt.
In het zuiden, bij de havenstad Cherson, voeren speciale eenheden van het Oekraïense leger amfibische operaties uit op de bezette oostelijke oever van de Dnipro. De Russen zijn gedwongen te reageren op de dreiging.
De oorlog breidt zich uit. Oekraïne neemt steeds vaker Russische doelen op de Krim en op de Zwarte Zee onder vuur. Vrijdag lag het hoofdkwartier van de Zwarte Zeevloot in Sebastopol nog onder Oekraïens raketvuur. Kyiv slaagde er vorige week in een geavanceerd S-400-luchtafweersysteem uit te schakelen, evenals een nucleaire Kilo-onderzeeër en een landingsvaartuig; de grootste maritieme actie sinds het tot zinken brengen van het vlaggenschip Moskva.
Doorbraak
Het meest in het oog springt het tegenoffensief in de zuidelijke oblast Zaporizja. Oekraïne heeft drie weken geleden met succes de eerste van zeker drie verdedigingslinies weten te doorbreken bij de plaats Robotyne, een dorp van amper 1,5 kilometer breed.
De winst van het Oekraïense leger is een prestatie. Kyiv is er sinds juni in geslaagd het initiatief in de oorlog weer naar zich toe te trekken, waarbij de Russen moeten reageren op Oekraïense operaties. Tegelijkertijd blijft de vooruitgang beperkt.
De Russische weerstand is sterk. Acht maanden lang hebben de Russen de tijd gehad zich in te graven, obstakels voor tanks op te werpen en loopgraven aan te leggen.
Oekraïne heeft vooral een zware dobber aan de ongebruikelijk grote Russische mijnenvelden. De Russische militaire doctrine schrijft voor dat mijnenvelden 150 meter breed zijn, maar in Zaporizja zijn deze 500 meter breed. De Russen plaatsen meer dan eens vier tot vijf mijnen per vierkante meter.
Met veel moeite en zware verliezen weet het Oekraïense leger smalle paadjes door de mijnenvelden te creëren. Kleine eenheden van tien, vijftig of honderd man kunnen hier gebruik van maken. Zware tanks, pantservoertuigen en artillerie niet.
Oekraïne beschikt over een beperkt aantal gemechaniseerde mijnenruimers. Militairen moeten daarom vaak letterlijk met de hand, plat op de buik met prikstokken mijnen zoeken en uitgraven. Bij voorkeur ’s nachts. Daarbij zijn de mijnenruimers kwetsbaar voor vijandelijk vuur. De Russen maken met drones dag en nacht jacht op mensen en materieel van de Oekraïense ontmijningsdienst en eventueel ontstane corridors.
Landbrug
De weg naar de Zee van Azov en de Krim, het ultieme doel van het tegenoffensief, is daarom nog lang en moeizaam. Oekraïne aast op het doorsnijden van de zogeheten landbrug tussen Rusland en de Krim, waardoor het Russische leger in tweeën wordt gesplitst en de bevoorrading stilvalt.
Na de bevrijding van Robotyne komt 30 kilometer zuidelijker Tokmak in zicht. Het stadje (voor de oorlog 35.000 inwoners) is een belangrijk spoorweg- en transportknooppunt. Nog 52 kilometer zuidelijker ligt Melitopol.
De afstanden lijken te overzien. Oekraïne boekt door de Russische tegenstand soms echter niet meer dan 200 tot 500 meter vooruitgang per dag. Bovendien haasten de Russen zich Tokmak te versterken met extra mijnenvelden, loopgraven en grachten tegen tanks.
Verder stuurt het Russische leger troepen uit de zuidelijke regio Cherson en de oostelijke Donbas naar Zaporizja; onder andere VDV-luchtlandingstroepen, elite-eenheden voor offensieve acties. De inzet van deze speciale eenheden bij de verdediging is een veeg teken.
Maandenlang zette Oekraïne zwaar in op de verdediging van Bachmoet met grote verliezen van manschappen en materieel. Westerse analisten uitten onverbloemde kritiek op deze aanpak; tot ergernis van Kyiv.
Nu blijkt dat de opzet van Oekraïne was het Russische leger te dwingen om in Bachmoet te blijven, waardoor het Kremlin troepen niet kon verplaatsen naar de zuidelijke regio Zaporizja, het speerpunt van het Oekraïense tegenoffensief. De Oekraïense aanpak blijkt daarmee doordachter dan veel analisten dachten.
Modder
De tijd dringt. Oekraïne heeft nog pakweg dertig dagen, waarschuwde de hoogste baas van het Amerikaanse leger, generaal Mark Milley, vorige week. Neerslag en kou bemoeilijken dan een opmars.
De gevechten aan het front komen in de herfst en winter echter niet helemaal tot stilstand. Tanks kunnen ook opereren in de modder. Bovendien is de oorlog op dit moment vooral een strijd tussen troepen op de grond; veldslagen met tanks en pantservoertuigen zijn door mijnenvelden onmogelijk.
Oekraïne heeft in drie maanden tijd tientallen vierkante kilometer grondgebied heroverd. Een prestatie, maar daarmee heeft Kyiv nog altijd een slordige 40.000 vierkante kilometer te gaan. De vraag is daarom of de tegenaanval niet is mislukt.
Feit is dat het Oekraïense tegenoffensief moeizamer verloopt dat gehoopt. President Volodymyr Zelensky erkent dat ook volmondig. Oekraïne is in de eerste weken van het offensief zo’n 20 procent van het gedoneerde westerse wapentuig kwijtgeraakt.
Terreinwinst aan het front zegt echter lang niet alles over het succes van het offensief. Mogelijk levert het voortdurend verzwakken van de tegenstander op iets langere termijn een veel groter voordeel op.
Duidelijk is dat Oekraïne zijn militaire tactiek heeft moeten bijstellen. Kyiv kiest niet langer voor een frontale aanval voor een grote doorbraak. De nieuwe tactiek is erop gericht eerst het Russische leger te slopen. Die insteek oogst succes.
Oekraïne vernietigt al ruim drie maanden lang pakweg twintig Russische artilleriekanonnen per dag. Vervolgens probeert Oekraïne kleine doorbraakjes te forceren om mensen en materieel te sparen.
Wellicht zijn de westerse verwachtingen over het tegenoffensief te hooggespannen geweest. Bondgenoten zagen uit naar een grote, succesvolle doorbraak. Bij het uitblijven daarvan nam de kritiek op Kyiv toe.
Het is nog te vroeg het moeizame tegenoffensief als mislukt af te schrijven. Kleine doorbraken kunnen ineens uitmonden in een grotere. Verder is een ineenstorting van het Russische leger –geheel of gedeeltelijk– niet uitgesloten. Ondanks alle berichten over het gebrekkige moreel zijn daar echter nog altijd weinig tekenen van.
Tegelijkertijd groeit sinds enkele dagen onder westerse analisten en defensiespecialisten voorzichtig enig optimisme over het tegenoffensief. Mocht Oekraïne in staat zijn verder op te rukken naar het zuiden, dan komen de Krim en de bevoorrading van het schiereiland onder bereik van artillerieraketten voor de middellange afstand. Oekraïne kan daarmee de Krim isoleren en de aanvoerlijnen naar Russische troepen vernietigen.
Langeafstandsraket
De onverwachte levering van een „klein aantal” Atacms-langeafstandsraketten (bereik 300 tot 450 kilometer) door de VS, zoals vrijdagavond via de media uitlekte, betekent een belangrijke uitbreiding van het Oekraïense wapenarsenaal. Welke variant Kyiv krijgt, is nog niet duidelijk. Oekraïne kan hiermee commandoposten en munitiedepots op de gehele Krim bestoken. De Russen hebben daarom alle reden zich grote zorgen te maken over de raketten, maar ook over het tegenoffensief. Niet voor niets overweegt het Kremlin een nieuwe mobilisatie.
De Oekraïense president Zelensky dringt in het Westen aan op meer wapens, de Russische president Vladimir Poetin bedelt in Noord-Korea om artillerie en munitie. Beide partijen bereiden zich daarmee voor op voortzetting van de oorlog in en na de winter. Een bloedige strijd ligt nog in het verschiet.