Maak doorstroomtoets basisonderwijs niet te smal
Vragen over aardrijkskunde, biologie en geschiedenis verdwijnen dit jaar uit de Centrale Eindtoets van de overheid voor het basisonderwijs. Ook de andere toetsaanbieders gaan deze vakken niet meer toetsen, zo blijkt uit een rondvraag van het KRO-NCRV-programma Pointer.
Kinderen krijgen in de toets, die vanaf dit jaar de doorstroomtoets heet, alleen nog vragen over de wettelijk verplichte onderdelen: rekenen, taalverzorging en lezen.
Sinds 2015 maken alle leerlingen in Nederland die in groep 8 van het basisonderwijs zitten een wettelijk verplichte eindtoets. Daar mogen naast taal- en rekenvragen ook vragen over andere delen van het onderwijsprogramma in zitten, zoals aardrijkskunde, biologie en geschiedenis. Het aantal kinderen dat over deze vakken toetsvragen kreeg, liep de afgelopen jaren echter sterk terug. Aankomend jaar kunnen scholen dit soort vragen helemaal niet meer stellen.
Er is al langer discussie over de inhoud van de eindtoets die de leerlingen moeten maken. Zo vond de PO-raad, een koepelorganisatie van scholen in het basisonderwijs, dat de toets door de vragen over taalvaardigheid het onderwijs in die taalvaardigheid plat slaat. Een brede taalontwikkeling van kinderen waarin zaken als achtergrondkennis, leesmotivatie, schrijfvaardigheid en mondelinge vaardigheid aandacht krijgen, vinden critici op de huidige toets ook heel belangrijk.
De kritiek op de inhoud van de oude eindtoets én van de nieuwe doorstroomtoets is dat scholen het onderwijs vooral gaan richten op die zaken die in de toets worden gevraagd. Scholen weten dat ouders de toets belangrijk vinden in verband met de keuze voor het voortgezet onderwijs en ook worden scholen beoordeeld op de resultaten die de leerlingen boeken in de toets.
Dat er kritisch naar de inhoud van de nieuwe doorstroomtoets wordt gekeken, is positief. Het is namelijk simpelweg onmogelijk om op één moment het hele onderwijs gedurende acht jaar te toetsen. Voor iedere toets moeten nu eenmaal keuzes gemaakt worden. Wel is het gevaarlijk als de toets zo versmald wordt als nu lijkt te gebeuren. Voor alle duidelijkheid: het feit dat er in de toets geen vragen worden opgenomen over aardrijkskunde, biologie en geschiedenis betekent natuurlijk niet dat er in die vakken geen onderwijs meer gegeven wordt. Maar ook hier kan het zo zijn dat die vakken in het onderwijs minder aandacht krijgen omdat er in de toets toch geen vragen over worden gesteld.
Een oud gezegde als het over onderwijs gaat is: „Niet voor de school maar voor het leven leren wij.” Puntiger kan de kritiek op de voorgestelde inhoud van de doorstroomtoets eigenlijk niet omschreven worden. Want wie voor het leven leert, kan niet zonder kennis van de geografie, de wereld van mensen, dieren en planten én van de geschiedenis. En die kennis moet óók getoetst worden. Omdat het leven veel meer is dan rekenen en taal.