Lege bussen in Zeeland: „Het roer moet om”
Nóg minder bussen rijden er sinds vorige week rond in Zeeland. Directe oorzaak is het tekort aan chauffeurs, maar de problemen liggen dieper.
Het is rustig deze middag op station Goes, het belangrijkste ov-knooppunt op Zuid-Beveland. Hier en daar zitten reizigers aan de rand van het stationsplein te wachten op hun bus.
John (14) en Ina (47) Hofman staan met hun zwarte e-bikes voor een bord met halte-informatie. John gaat dit jaar naar de middelbare school. In principe met de fiets, maar voor de zekerheid wil zijn moeder nog even de busroute checken. John ziet het wel zitten: „Gewoon naar de borden kijken.”
Zo nu en dan arriveert er een bus op een van de zes perrons. Vanaf perron A vertrekt elk halfuur de lijndienst naar Zierikzee, met zo’n 11.000 inwoners de grootste stad van Schouwen-Duiveland. Wie richting Yerseke wil, kan normaliter ieder uur instappen. Dan zijn er nog bussen die ieder uur vertrekken naar onder meer het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis in Goes, naar Hulst (Zeeuws-Vlaanderen) en naar Kamperland (Noord-Beveland).
Van dringen om een zitplaats te bemachtigen, zoals elders in Nederland wel gebeurt, is hier geen sprake. Alles voltrekt zich in rust. Als een chauffeur zijn voertuig opent en zich installeert, vormt zich een bescheiden rijtje. Soms dan, want er zijn ook bussen die vertrekken zonder passagiers.
Wie een poosje om zich heen kijkt op station Goes, begrijpt de problematiek van het openbaar vervoer in de dunbevolkte, door water in vijven verdeelde provincie. Regelmatig rijden vrijwel lege bussen hun rondjes over de eilanden. Om de kosten enigszins te drukken, is de dienstregeling steeds verder uitgekleed, wat de drempel naar het ov almaar hoger maakt. Van de Zeeuwse ov-gebruikers is dan ook zo’n 65 procent scholier of student, berekende de provincie in 2013. In Nederland is dit gemiddeld een kwart. Het lijkt erop dat wie in Zeeland maar even de mogelijkheid heeft, liever de auto pakt.
De 74-jarige Johan Jansen ziet het met lede ogen aan. De oud-militair, tegenwoordig vrijwilliger bij vakbond FNV, draagt het ov naar eigen zeggen een warm hart toe. Zelf pakt de inwoner van Goes weleens de bus om naar de markt in Zierikzee te gaan of om kennissen te bezoeken. Het gaat volgens hem niet de goede kant op met de bereikbaarheid in Zeeland. „Het ov wordt steeds duurder en er worden almaar lijnen geschrapt. Ik snap dat het veel geld kost als een chauffeur zijn ronde rijdt met een of twee passagiers, maar het lijkt me toch belangrijk dat de verbindingen in stand blijven. Dat mag wat kosten.”
Zondagsdiensten
Onlangs kondigde vervoersbedrijf Connexxion aan noodgedwongen nog verder te moeten schrappen in de dienstregeling in Zeeland. Halfuurdiensten worden uurdiensten, lijnen vervallen of zondagsdiensten worden ook op zaterdag gereden. Eigenlijk zouden de maatregelen in januari 2024 ingaan, maar dit werd vervroegd naar zondag 27 augustus. In de praktijk was het namelijk afgelopen maandag al niet meer haalbaar om alle geplande ritten te rijden, legt een woordvoerder van het vervoersbedrijf uit. „We hebben zolang mogelijk geprobeerd de roosters te vullen, maar collega’s worden ziek of gaan op vakantie. Daardoor hadden we geen reserves meer om een plotselinge ziekmelding op te vangen.”
Reizigers waren daar in de afgelopen maanden steeds vaker de dupe van als hun bus niet kwam opdagen. Vervelend als de volgende een kwartier later komt, maar extra frustrerend als je direct een uur langer bij de halte staat. De 18-jarige Christielle de Koning kan daarover meepraten. Ze wacht op station Goes op haar lesauto. Ze reist dagelijks vanuit haar woonplaats Bruinisse naar haar opleiding in Goes. Van de bus afhankelijk zijn in Zeeland, zonder dat je iemand hebt die je kan ophalen bij vertraging of uitval, is volgens haar eigenlijk niet te doen.
Naar eigen zeggen gebeurt het haar een keer of drie per week dat een bus onverwachts niet komt opdagen. „Vorige week nog stond ik rond een uur of zes in Zierikzee. De bus viel uit, de volgende kwam pas een uur later. Áls die al zou komen. Gelukkig wilden mijn ouders me komen ophalen.”
Dramatisch
Ze is niet de enige die maar matig te spreken is over de busverbindingen op de eilanden. Zo ook Mark Luscombe (59), die wacht op zijn bus naar Wemeldinge, een dorp met ruim 3000 inwoners op zo’n 10 kilometer van Goes. De Brit, die al twintig jaar in Zeeland woont, steekt zijn landen in de lucht bij de vraag naar zijn buservaringen in de provincie. In één woord dramatisch, is het ov volgens hem. Hij somt op wat er zijns inziens mis is: de aansluiting van de trein naar de bus is slecht, zijn studerende kinderen kunnen op zijn laatst om 18.15 uur met het ov naar huis en bussen komen regelmatig te laat of helemaal niet. Dat laatste is funest, vertelt hij. „Als ik echt ergens moet zijn en ik weet niet zeker of de bus komt, dan neem ik toch liever de auto.”
Connexxion wil ook dat mensen aan kunnen op de reisplanner, en koos er daarom voor ritten te schrappen. „Zo creëren we ruimte in het rooster.”
Gedeputeerde Harry van der Maas, sinds 2015 verantwoordelijk voor het ov in Zeeland, is teleurgesteld over het verval van ritten, maar volgt de gedachtegang van Connexxion, zegt hij desgevraagd. „De dienstregeling werd steeds meer een gatenkaas en bood schijnzekerheid. Dan heb ik liever zekerheid. Ik weet dat Connexxion er alles aan doet om mensen geïnteresseerd te krijgen in het beroep van chauffeur. Je kunt geen ijzer met handen breken, dus ik heb er begrip voor dat ze het niet rond krijgen.”
Wel heeft Van der Maas er zich naar eigen zeggen hard voor gemaakt om de hinder voor reizigers te beperken. „Waar ritten verdwijnen, moet er een goed alternatief zijn. En meerkosten die mensen betalen voor de haltetaxi, een alternatief voor de lijndienst, kunnen ze terugvragen bij Connexxion.”
Openbaar vervoer is in Zeeland een hot topic. Voor de provincie staat al jaren vast: het huidige vervoerssysteem voldoet niet meer. Al in het beleidsplan voor 2015-2025, dat uit 2013 stamt, concludeerde de provincie dat er te vaak lege bussen over de eilanden rijden en dat de vraag naar ov uitgangspunt moet zijn. Want hoewel het aanbod in de jaren voor 2013 met zo’n 25 procent toenam, verleidde dat Zeeuwen niet om vaker de bus te pakken, blijkt uit een beleidsnota.
Eenzaamheidssyndroom
Van der Maas, die zich sinds zo’n acht jaar bezighoudt met mobiliteit in Zeeland, kent de problemen. „Buschauffeurs hebben een eenzaamheidssyndroom, zeg ik weleens, omdat ze regelmatig, vooral midden op de dag, alleen in de bus zitten. Er zijn haltes in Zeeland waar op een dag geen of slechts een enkele in- en uitstapper is. Dat kost veel geld, dat maar een keer besteed kan worden. Kleinere kernen zijn daardoor na 20.00 uur niet meer bereikbaar met het ov.”
Van der Maas heeft het plan opgevat om vanaf 2025 iedere Zeeuw tussen 6.00 uur en 23.00 uur van openbaar vervoer te voorzien. „We werken toe naar een systeem met twee typen vervoer. Enerzijds blijft ongeveer twee derde van de lijndiensten behouden op plekken waar veel reizigers zijn. Die bussen rijden volgens een dienstregeling tussen grotere kernen en bijvoorbeeld naar scholen. Precies zoals we in het ov gewend zijn.”
Naast dit kernnet moet er een flexibel systeem komen. „Op de plekken waar weinig in- en uitstappers zijn, komen flextaxi’s en busjes te rijden die op aanvraag passagiers meenemen. Dat scheelt nutteloze ritjes.” Ook leenauto’s en fietsen moeten deel gaan uitmaken van dit fijnmazige netwerk. Een mobiliteitscentrale gaat alle reisverzoeken –die via een app of telefonisch kunnen worden ingediend– coördineren.
De concrete uitwerking van het plan staat nog niet vast, maar volgens Van der Maas liggen er berekeningen die aantonen dat het mogelijk is de plannen te verwezenlijken met ongeveer het huidige budget en zonder kostenverhoging voor de reiziger.
Om het plan in de praktijk te kunnen brengen, moet de provincie nog wel wat hobbels nemen. Wetgeving is nog niet aangepast op de „innovatieve” Zeeuwse ideeën, stelt Van der Maas, die in Den Haag al druk bezig is de nodige veranderingen te bepleiten. Zo worden flextaxi’s, die straks de gehuchten gaan bedienen, nu niet gezien als openbaar vervoer, waardoor studenten daarbij geen gebruik kunnen maken van hun ov-kaart.
Van der Maas is optimistisch: „We gaan het sowieso invoeren. Het vervoer wordt er beter van.”