Wat je zoal kunt doen in Den Bosch? Bossche bollen eten natuurlijk! En voor wie dat wat laag-bij-de-gronds vindt: overweeg eens de klim naar het dak van de Sint-Jan. Alleen voor avontuurlijke types.
„Hé kijk, dat varken is ook van Jeroen Bosch, toch?” Mijn vriend wijst op een beeld van een varken met de hoofdbedekking van een geestelijke. En inderdaad: net nadat we uit de parkeergarage komen, kan er geen twijfel bestaan in welke stad we zijn aanbeland: Den Bosch, geboorteplek van de beroemde schilder Jeroen Bosch.
Maar vandaag gaan we zijn museum niet bezoeken; dat deden we een jaartje geleden al eens (overigens wel een aanrader, zie ”Triptips rond Den Bosch”). Voor dit dagje Den Bosch –of ’s-Hertogenbosch, zoals de Brabantse plaats officieel heet– begeven we ons eerst naar grote hoogte. Het dak van de Sint-Janskathedraal wordt gerestaureerd en daarom staat de monumentale kerk in de steigers. Tot februari 2024 is het mogelijk een ”avontuurlijke klim” te maken, tot op het dak van de kerk.
We zijn een beetje te vroeg voor onze rondleiding, dus lopen we eerst nog even de kerk zelf binnen. Prachtige glas-in-loodramen aan weerszijden, grote pilaren waar de kerk op rust. Goed om te zien voor we ons naar 50 meter hoogte wagen.
Om kwart over twaalf zijn we aan de beurt. Nooit eerder zag ik de buitenkant van een kerk op deze hoogte van zo dichtbij. Ergens halverwege zit een duif in alle rust in haar nest te broeden. Psalm 84 krijgt zo opeens een gezicht.
Boven op het dak staan gidsen van Kring Vrienden van ’s-Hertogenbosch klaar om de bezoekers wat te vertellen over de kathedraal. Zo komen we te weten dat de Sint-Jan maar liefst drie bouwstijlen heeft: romaans, gotisch en renaissance.
Het is boven winderig en frisjes. De zon breekt maar af en toe door de wolken heen. We kunnen ver kijken over de stad. Bij de toren kun je de leistenen zelf met je handen aanraken. Daar is ook wel zichtbaar dat de restauratie nodig is: veel stenen zijn sterk verweerd en groen uitgeslagen. Na deze opknapbeurt kunnen ze als het goed is weer honderd jaar mee.
Na een uurtje dalen we weer af. Onderweg zijn heel wat leuke details te zien, voor de oplettende wandelaar. Zo zitten er op de bogen van de kerk allerhande gebeeldhouwde figuren: monstertjes, dieren, muzikanten. Van de 96 beelden is er één een vrouw: de vrouw van de architect.
Bossche bol
Van klimmen krijg je honger. Tijd voor de specialiteit van Den Bosch: de Bossche bol. Naar verluidt heeft banketbakker Jan de Groot de lekkerste chocoladebollen van Den Bosch. Er is één probleem: dat is best nog een stuk lopen. Gelukkig blijken de meeste restaurants de lekkernijen van De Groot ook te serveren. Dus zitten we even later bij restaurant Hart van Brabant te genieten van, jawel, een heuse Bossche bol van Jan.
Via allerlei gezellige straatjes met onder meer een mooie boekhandel en talloze kledingwinkels bereiken we even later de Markt. Dit is toch wel een hotspot van Den Bosch. Je vindt er het Stadhuis, een standbeeld van Jeroen Bosch en het zogenaamde Puthuis: een grote put waar men vroeger het water voor de stad uit putte. Aan de voeten van Jeroen Bosch strijken we even neer om van het zonnetje te genieten. Een duif ligt plat op de tegels te zonnebaden. Mijn jas kan alweer uit.
Daarna zetten we alsnog koers naar Jan de Groot om –zoals mijn vriend het noemt– een mondvoorraad Bossche bollen aan te schaffen. Onderweg lopen we langs de Moriaan: een 13e-eeuws huis dat nog in goede staat verkeert. Sowieso is het de moeite waard om wat hoger te kijken: veel huizen aan de Markt hebben prachtige gevels.
Eenmaal aangekomen bij de beroemde banketbakker, blijken we niet de enigen met zin in een chocoladebol. Er staat een flinke rij. We besluiten dat één zo’n copieuze bol misschien ook genoeg is voor vandaag.
Klooster
Na de drukte van de stad zijn we toe aan wat rust. We zakken af naar Stadspark Mariënburg, een voormalige kloostertuin. Als er niet een stel kinderen luidruchtig aan het spelen was geweest, zou ik geheid in slaap zijn gevallen, zo heerlijk is het in het zonnetje. Een klein kapelletje in het midden van het gazon herinnert nog aan de tijd dat het klooster in gebruik was.
Door de schilderachtige wijk Uilenburg wandelen we een klein uurtje later richting het eindpunt van deze dag: restaurant Barzza, waar we heerlijke tapas eten. Echt een aanrader voor wie van kleine, speciale hapjes houdt. Als we een uurtje zitten, vallen de eerste druppels. Heb ik mijn paraplu toch niet voor niets meegenomen.