PolitiekSGP
Van der Staaij: kundig politicus, samenbindende partijleider

Tot en met vrijdagochtend ontkende noch bevestigde hij iets, maar ’s middags maakte de SGP het wereldkundig: na de verkiezingen van 22 november verlaat Kees van der Staaij Den Haag. Een terugblik op zijn partijleiderschap.

Van der Staaij naast vertrekkend van nestor Van der Vlies in 2010. beeld ANP, Koen Suyk
Van der Staaij naast vertrekkend van nestor Van der Vlies in 2010. beeld ANP, Koen Suyk

Twaalf jaar lang, van 1998 tot 2010, opereerde Kees van der Staaij als rechterhand van partijleider Bas van der Vlies in de Tweede Kamerfractie van de SGP. In die periode bleef zijn optreden zeker niet onopgemerkt. Sterker nog, het bescheiden ogende Kamerlid belandde in een heuse mediastorm toen hij gemeenten in 2009 in een motie opriep „wijze terughoudendheid” te betrachten bij de bouw van grote moskeeën en minaretten. De VVD toonde zich laaiend enthousiast en roemde Van der Staaijs evenwichtige formuleringen, maar toen puntje bij paaltje kwam, haakte de partij toch af.

Gevolg was dat de SGP werd vereenzelvigd met de PVV, waarna Van der Staaij felle verwijten van onverdraagzaamheid en intolerantie moest incasseren van linkse politici als Lilianne Ploumen (PvdA) en Femke Halsema (GL).

19592588.JPG
Kolijn. beeld RD, Anton Dommerholt

In veel debatten, waaronder dat over de invoering van het homohuwelijk, dwong hij echter respect af voor de moedige wijze waarop hij het SGP-standpunt voor het voetlicht bracht. Dat was ook de observatie van het partijbestuur, zo stelde toenmalig partijvoorzitter Wim Kolijn in 2010 in het SGP-blad De Banier. Hij ervoer ruime vrijmoedigheid ‘de tweede man in onze Tweede Kamerfractie’ als enige kandidaat voor het lijsttrekkerschap voor te stellen aan de leden, aangezien Van der Staaij zich in zijn ogen had doen kennen „als een waardig, principieel en deskundig volksvertegenwoordiger”.

Van der Staaij was ervaren genoeg om te weten wat hem te wachten stond, schreef Kolijn verder. Net als zijn voorgangers zou ook hij ongetwijfeld van tijd tot tijd worden geprezen, maar als het erop aankwam, zou hij zich voelen als „een gesprenkelde vogel die van alle zijden wordt aangevallen”, een citaat uit Jeremia 12. Zowel in de Tweede Kamer als daarbuiten zou zijn partij, net als de eerste christengemeenten uit het Bijbelboek Handelingen, worden weggezet als een sekte „die overal tegengesproken wordt”, dacht Kolijn.

Mikpunt

De voorzitter zag het goed, in de zin dat Van der Staaij meerdere keren het eenzame mikpunt werd in een fel, (medisch)-ethisch debat. In de verkiezingscampagne van 2012 had hij zelfs kortstondig politiebewaking nodig, toen hij in het RTLZ-programma Wat Kiest Nederland aangaf dat de SGP zich ook keert tegen abortus als de zwangerschap voortkomt uit een verkrachting. Toen hij in 2017 in een opinieartikel in The Wall Street Journal inging op de dreigende ontsporing van de Nederlandse euthanasiepraktijk reageerden partijen furieus. Onterecht overigens; de casuïstiek die hij bekritiseerde, was rechtstreeks ontleend aan de jaarverslagen van de toetsingscommissies voor euthanasie.

19592582_24c4fb9f73.jpg
Van der Staaij leest voor uit de Bijbel bij de algemene beschouwingen van 2014 . beeld ANP, Martijn Beekman

Het hoogst gingen de zeeën in mei 2019 toen zijn collega-Kamerleden Van der Staaij aan de tand voelden over zijn standpunten inzake homoseksualiteit vanwege de ophef over de Nashvilleverklaring. „Groen van Prinsterer zei al: „Als we de Bijbel loslaten als grondslag voor recht en kwaad, zal er vroeg of laat onverdraagzaamheid komen.” Het Nashvilledebat was een moment waarop ik dat sterk ervoer. Dat deed pijn en gaf verdriet”, zo blikte Van der Staaij in mei in het christelijke familiemagazine Terdege terug.

Leuke mensen

Niettemin zou het ver bezijden de waarheid zijn om te suggereren dat de SGP na 2010 onder Van der Staaij voortdurend in de hoek werd gezet. Integendeel. „Een leuke partij met leuke mensen”, zei Mark Rutte in 2011 als premier veelbetekenend in het Reformatorisch Dagblad over het team van de staatkundig-gereformeerden. Hij had er zijn reden voor: om zijn eerste kabinet overeind te houden, was hij aangewezen op de steun van de mannenbroeders. Het was de eerste behendigheidstest voor Van der Staaij als politiek leider: hoe daarmee om te gaan?

„Onafhankelijk en constructief”, zo typeerde de Benthuizenaar in zijn eerste congresrede de manier waarop hij het kabinet-Rutte I tegemoet wenste te treden. Hij citeerde een van zijn voorgangers, de hervormde predikant ds. H.G. Abma: „Wij hebben er moeite mee, wanneer we wel goed zouden zijn voor de stemming, doch niet voor de beraadslaging.” Die woorden misten hun uitwerking niet: Rutte hield Van der Staaij en de SGP minutieus op de hoogte van de plannen die in de ministerraad werden uitgebroed. In ruil voor de gedoogsteun van de SGP zette de VVD tijdelijk de rem op wetgeving over ethisch gevoelige kwesties, zoals het verbod op godslastering en de uitbreiding van het aantal koopzondagen. CDA’ers die de regeringsdeelname aan Rutte I ervoeren als een worsteling zagen soms met jaloerse blikken toe hoe de SGP, door sommigen al afgedaan als een slap muurbloempje, in een handomdraai belangrijke zaken voor elkaar leek te krijgen. ”Amazing Kees”, zo werd Van der Staaij in de wandelgangen wel genoemd. „Er zijn bonuspunten te verdienen als je jezelf constructief opstelt”, was steevast zijn bescheiden commentaar als de partij weer een succesje had geboekt.

19592585.JPG
Van der Staaij snijdt de taart aan in de hal van de Tweede Kamer ter gelegenheid van 100 jaar SGP. beeld ANP, Bart Maat

Tijdens Rutte-II was de speelruimte voor de liberalen om de SGP zaken cadeau te doen kleiner, omdat naast CU en SGP ook D66 het kabinet toen gedoogsteun bood. Kundig politiek handwerk van Van der Staaij zorgde er evenwel voor dat de SGP ook toen nog belangrijke punten wist binnen te halen. Zo behielden burgers, reformatorische christenen incluis, dankzij zijn inzet het recht om via een persoonsgeboden budget in zee te kunnen gaan met een hulpverlener naar keuze; ongeacht of ze hun zorg ontvingen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet. „De combinatie van tegendraadse politieke punten naar voren brengen en daarnaast constructief zakendoen, vind ik prachtig; daar bloei ik van op”, glunderde de politicus in Trouw.

Toen de SGP eind 2013 nodig bleek om de begroting van 2014 rond te krijgen, dreef Van der Staaij zijn steun hoog op: hij bedong dat de overheidssubsidie aan hulporganisatie Siriz jaarlijks met 1,5 miljoen zou worden opgeplust. Knarsetandend zetten de zorgwoordvoerders van VVD en PvdA hun handtekening onder het SGP-amendement dat daarvoor zou zorgen. „Het moest gewoon”, blikte oud-PvdA-Kamerlid Lea Bouwmeester in 2021 terug in NRC.

In de fraaie bundel ”Mannen van Gods Woord”, verschenen ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum van de SGP in 2018, trekken de politicologen Voerman en Vollaard een terechte conclusie: door Rutte I en II te ondersteunen, heeft de SGP zich in het gefragmenteerde partijpolitieke landschap ontpopt als volwaardige medespeler, onder het leiderschap van Kees van der Staaij.

Coronawet

Na de kabinetten-Rutte I en II stond de SGP meer op afstand van het Torentje. Belangrijke coronanoodmaatregelen van Rutte III wees Van der Staaij van de hand, veelal in het gezelschap van PVV, BBB, FVD, Groep Van Haga, JA21. De bedachtzame jurist hobbelde echter niet zomaar besluiteloos achter deze partijen aan. Ook in coronatijd wist hij te manoeuvreren als een slimme vos die zijn partij in de etalage kon zetten als dat nodig was. Bijvoorbeeld in februari 2022, enkele weken voor de gemeenteraadsverkiezingen. Van der Staaij kreeg toen de Kamer achter een oproep die hij eerder samen met Pieter Omtzigt had gedaan aan het kabinet: weg met de wet die ervoor zou zorgen dat alleen gevaccineerden en mensen die waren hersteld van covid toegang zouden krijgen tot bepaalde locaties. Kort voor 16 maart, de verkiezingsdatum, won de SGP daarmee aan profiel. En terzijde, de raadsverkiezingen van 2022 waren de zoveelste op rij waarbij de SGP in de periode-Van der Staaij opnieuw meer stemmen trok dan de keer ervoor.

19592585_aaa558745f.jpg
Van der Staaij spreekt op een van de SGP-partijdagen. beeld Cees van der Wal

Overigens was Van der Staaij tijdens de coronacrisis niet in de eerste plaats bezig met de beeldvorming over de SGP. „Een heel diepe drijfveer voor mij is het blijven opkomen voor de vrijheid om God naar Zijn Woord te dienen. Dat raakt aan de ontstaansgeschiedenis van ons land en de strijd om ruimte voor de gereformeerde religie. Tijdens de coronacrisis –toen ook kerken te maken kregen met beperkende maatregelen– merkte ik hoe diep dit thema mij raakte”, zei hij in mei in het RD, toen hij 25 jaar in de Kamer zat.

Hoewel Van der Staaij minder zichtbaar werd –aan het begin van deze kabinetsperiode deed hij de voor de SGP belangrijke porteuille medische ethiek over aan Chris Stoffer– nam zijn invloed als Kamernestor achter de schermen alleen maar toe. Hij zat werkgroepen voor die aanbevelingen deden over hoe de Kamer, inmiddels bestaand uit 21 fracties van wie een groot deel middelklein tot klein, haar controlerende functie kon versterken. Oud-Tweede Kamervoorzitter en VVD’er Frans Weisglas, niet de grootste bewonderaar van de SGP, noemde Van der Staaij tijdens het zomerreces een wandelend voorbeeld van hoe het politieke systeem en de Tweede Kamer zouden moeten functioneren. Hij zag voor de SGP’er zelfs een rol weggelegd als nieuwe Kamervoorzitter, na D66’er Vera Bergkamp die donderdag liet weten dat ze de Kamer na de verkiezingen verlaat.

Partijdiscussie

Slepende, interne vetes die hij als partijleider vervolgens zou moeten beslechten, bleven Van der Staaij in ruim 12 jaar partijleiderschap bespaard. Af en toe rommelde het even. Bijvoorbeeld wanneer de komst van een SGP-vrouw als lijsttrekker, raadslid of wethouder weer duidelijk maakte dat de participatie van vrouwen in de SGP langzaam maar gestaag groeiende is en er discussie ontstond omdat de partijleider de dame in kwestie wel zijn gelukwensen had ge-sms’t, maar de partijvoorzitter niet. Het ongelukkige vertrek van partijvoorzitter Zevenbergen in november 2019 leek een lange nasleep te krijgen toen na diens opstappen nog twee andere hoofdbestuursleden (mr. P. J. den Boef en ds. A. Vlietstra) het voor gezien hielden. Maar de ophef bleek van korte duur en Van der Staaij onthield zich wijselijk van commentaar.

19592587_9bd4387da2.jpg
Van der Staaij in 1998 aan de interuptiemicrofoon. beeld ANP, Jaco Klamer

Dan werd er in de partij nog met enige spanning uitgezien naar het verschijnen van de bundel ”Gerechtigheid verhoogt een volk” in 2016, die inging op het spanningsveld tussen theocratie en godsdienstvrijheid. De strekking van de bundel luidde dat er voor actieve SGP’ers meerdere wegen zijn om op legitieme wijze invulling te geven aan artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, het artikel waar de SGP in artikel 1 van het beginselprogramma naar verwijst. Kort samengevat, bij een besluit over de komst van een nieuwe moskee kan een SGP-raadslid voorstemmen (ervan uitgaande dat er geen bestuursrechtelijke beletselen zijn) om vervolgens in een stemverklaring uiting te geven aan zijn zorgen omtrent de groei van de islam in het van oudsher protestantse Nederland. Maar ook de optie van tegenstemmen, om zodoende niet bij te dragen aan meer ruimte voor een valse godsdienst, noemde de bundel legitiem.

Van der Staaij ontweek behendig de vraag welke van de twee opties zijn voorkeur had. Hij noemde de bundel een goed doordacht steuntje in de rug „om voort te gaan op de weg die we als SGP-Kamerfractie de laatste decennia al volgen” en bevestigde dat beide opvattingen bestaansrecht hadden binnen de partij. Verder riep hij op de interne partijdiscussie daaromtrent op een samenbindende manier te voeren; iets waar hij de partij zelf ook steeds in is voorgegaan.

Eén ding is dan ook zeker: anders dan in 2006 toen het partijbestuur een aarzelende Van der Vlies moest overhalen zich vanwege de interne onrust nog één keer kandidaat te stellen, kan Van der Staaij het stokje met een gerust hart overdragen. Hij heeft de luwte waarin hij kon opereren benut om het pragmatisch-principiële profiel van de SGP verder vorm te geven. Chris Stoffer, zijn beoogde opvolger, zal hem er erkentelijk voor zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
SGP
Beste van RD

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer