Het demissionaire kabinet mag de opvangregeling beëindigen van een Tanzaniaan die uit Oekraïne naar Nederland is gevlucht. Dat oordeelt de rechtbank van Rotterdam. Begin september zullen de tijdelijke verblijfsvergunningen worden opgeheven van mensen die voor de oorlog in Oekraïne zijn gevlucht, maar uit een ander land komen. Deze uitspraak geldt als een eerste test of dit juridisch mag. De Tanzaniaan gaat in beroep tegen de uitspraak, meldt VluchtelingenWerk Nederland.
De Raad voor de Rechtsbijstand en VluchtelingenWerk hebben grote twijfels of het wel juridisch haalbaar is om de tijdelijke bescherming van de zogeheten „derdelanders” op te heffen. Daarom zijn ze in samenwerking met immigratiedienst IND voor twaalf van deze mensen een proefproces gestart, waarvan dit het eerste is met een uitspraak. Hun doel is om door te procederen tot de hoogste rechter, om erachter te komen of het kabinetsbesluit standhoudt.
Het gaat hier om mensen uit voornamelijk Syrië of Afrikaanse landen die met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne verbleven voor bijvoorbeeld hun studie of werk. Toen de oorlog daar uitbrak vluchtten zij naar Nederland en kregen ze dezelfde tijdelijke bescherming als Oekraïners. In maart is deze regeling verlengd, maar 4 september komt er een eind aan. Dan moeten ze vertrekken naar hun moederland of een asielaanvraag indienen en een besluit afwachten.
Gemeenten vrezen voor een chaotische situatie als de opvangregeling van de naar hun schatting circa 2500 derdelanders eindigt. In een brief aan verantwoordelijk demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asielzaken) spraken ze onlangs de zorg uit dat deze mensen mogelijk op straat belanden en burgemeesters in de knel komen. De briefschrijvers hebben gevraagd om meer juridische onderbouwing van de staatssecretaris.
VluchtelingenWerk spreekt vergelijkbare zorgen uit. De beroepszaak bij de Raad van State is begin september waarschijnlijk nog niet afgerond en dat zorgt volgens de organisatie voor juridische onzekerheid. Die verzoekt Van der Burg daarom om de tijdelijke bescherming voorlopig niet op te heffen.