Kerk & religie

Op zoek naar rust in hutjemutje vol Nederland

Nederland is vol, hutjemutje vol. Nu gaat Nederland met vakantie, ook in eigen land. Maar wát als het overal vol is, als het overal al zo bizar druk is? Is er nog ergens wat ruimte?

Jan van ’t Hul
27 July 2023 21:28Gewijzigd op 27 July 2023 22:27
beeld Duncan Wijting
beeld Duncan Wijting

Helemaal boven in het Groningse land, op ”de raand van wad en laand”, ligt Oosteinde. Nog iets verder naar het noorden ligt sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw de Eemshaven, de grootste zeehaven van Noord-Nederland. Aan de overkant van het water kun je het Duitse eiland Borkum zien liggen. Aan de einder de vage contouren van een boerenhoeve. Verstilde werkelijkheid. Veel noordelijker kun je op het Nederlandse vasteland nauwelijks komen.

Oosteinde lijkt een vergeten uithoek, nauwelijks een stip op de kaart. Er staan zo’n tachtig huizen in het landschap. De 170 dorpsbewoners hebben hier wel alle ruimte.

Nederland is hard op weg naar de 18 miljoen inwoners. Volgend jaar wordt dat aantal gehaald, verwacht het Centraal Bureau voor de Statistiek. In het jaar 2034 zullen er, als het zo doorgaat, 19 miljoen mensen in Nederland wonen. In 1950 waren we nog maar met 10 miljoen. Straks zijn er bijna tweemaal zo veel. Maar zó veel mensen kan ons land niet aan. Het land neemt dit niet langer. Waar blijven we met al die mensen!

Het land is vol. En nee, niet alleen Ter Apel. Het puilt uit, overal. Het land loopt over. En ons hoofd loopt ook over. Er is zo veel wat ons opeist. We moeten presteren en surfen, meedoen en meetellen, er ook bij horen, altijd ‘aan staan’ en bereikbaar zijn, aardig gevonden worden en de sociale media bijbenen. Online moeten we dus ook alles nog snappen, anders hoor je echt nergens meer bij. Wat een mallemolen, wat een prikkels. De moderne mens krijgt in één dag meer prikkels te verwerken dan een middeleeuwer in een heel leven. En opa’s en oma’s moeten natuurlijk nog steeds vitaal zijn, willen er soms zelfs met blonde kapsels en in korte broek op uit. Want zij willen ook vakantie.

Velen voelen zich opgejaagd, zijn overbelast, bijna opgebrand, ervaren stress en dreigende overspanning, lijden aan ongeduld en steeds kortere lontjes. Het tempo van het leven ligt hoog. De tijd heeft haast. Er zijn zo veel vragen en onzekerheden. Mensen zijn bang. Ouderen begrijpen veel niet meer, jongeren trouwens ook niet. Veel jongeren voelen zich eenzaam en verlaten, zijn op zoek naar zichzelf, naar hun eigen identiteit en naar vulling van het lege hart. Waar is houvast, geborgenheid en warmte? Waar is nog ruimte?

De menselijke maat is weg. Psychologen, therapeuten en coaches hebben handenvol werk. En nu trekken velen er ook nog eens op uit. Want we willen vakantie, we willen rust. Waar is de reis naartoe?

Bezet gebied

„De wereld is als een drukke veilinghal, altijd overvol” (M’Cheyne). Wat een bezeten wereld. We leven in bezet gebied. Het lijkt soms één groot kruitvat. En het is donker vanwege alle geestelijke boosheden in de lucht. En geestelijke boosheden slaan niet zomaar op de vlucht. Alles lijkt wel op z’n kop te staan. Nou en of.

19521599.JPG
beeld Duncan Wijting

Rust wordt steeds meer als zonderling gezien. Wat een zegen dat de Bijbel al begint met te zeggen dat de God van hemel en aarde, nadat Hij alles geschapen heeft, Zelf ook rust neemt, dat Hij een rustdag heeft aangewezen, heeft genomen, ja, Hij Zelf, Hij Die Zijn stoel op sterren sticht en grondvest op de wolken. En daarom mogen wij dus ook iedere week een rustdag genieten. Zelfs de akkers mogen rusten na voldane arbeid, ook het land krijgt „een sabbat des Heeren” (Lev. 25:3 en 4).

Het Nijkerkje

Aan de rand van het dorp Oosteinde staat ’t Nijkerkje, de voormalige hervormde kerk. In 2011 raakte het kerkje overbodig. Stichting Behoud ’t Nijkerkje Oosteinde doet nu erg haar best het gebouwtje respectvol te beheren en in beeld te laten blijven. Er worden rouw- en trouwdiensten gehouden, exposities en concerten georganiseerd, en huiskamerlezingen gegeven over spirituele thema’s en over de geschiedenis van deze streek. Het kerkje is een gemeentelijk monument.

Boven de voordeur staat in stenen letters het bouwjaar van de kerk, ”1846”. In de kerkzaal ruikt het naar jaren her. In het middenpad staat Bert Bultena, secretaris van de stichting. Hij is 50 meter verderop geboren, in 1947. Bultena houdt van deze streek, van de rust, van de ruimte en van de stilte. „Als ik vroeger als jochie op bed lag, ’s avonds rond halfnegen, en er kwam een auto voorbij, dacht ik: wie gaat dáár nu toch nog zo laat? Hier woonden alleen maar landarbeiders, die maakten geen herrie. ’s Ochtends om zeven uur werd de klok van de kerk geluid. Dat betekende: allemaal aan het werk. En op zondagochtend luidde de klok pas om halfnegen. Dat betekende: allemaal naar de kerk. Nu gaat er bijna niemand meer naar de kerk. Zo raakt de ziel uit het leven weg.”

De komst van de Eemshaven trok mensen aan, en meer verkeer. In de haven is alle stilte verdwenen, alle devotie is de das om gedaan. „Dit wordt één groot industriegebied. De Eemshaven verstoort de stilte. Deze kerk is een oase te midden van bedreigd gebied. Het wordt zelfs hier steeds jachtiger.”

Contemplatie

Zwaar staat het Van Oeckelenorgel (1874) op het lage orgelbalkon. Tegen een van de muren staat de preekstoel, een ruime kuip op een gemetselde voet, zonder klankbord. Naast de kansel zijn twee glas-in-loodramen aangebracht. In een ervan staat de tekst ”Hoort, en uwe ziel zal leven”.

Eddy Mul, organist van de kerk, wijst ernaar en zegt: „Zo’n raam roept toch contemplatie op. Die woorden zeggen: Ga eens zitten. Beleef de rust. Deze kerkruimte wijst naar de hemel, ze vertelt: Het is nergens zo stil als in een Godshuis. God ís er, is zelfs reële werkelijkheid. Hier kun je de rust ervaren waarin je weer beseft dat God leeft. Zo veel stilte hoor je buiten niet.”

Mensen kunnen niet met stilte overweg, denkt Mul. „Ze kunnen er niet eens meer tegen, want ze worden er maar onrustig van. Dat is toch raar! Dat is zelfs in de kerk zo. Bij het stille gebed gaan de mensen hoesten, schuifelen en naar de klok kijken. Alles moet gauw en druk, alles moet hard. We raken iets wezenlijks kwijt.”

Kerkelijke klusjesman

In de consistoriekamer zit Pieter Schlukebir. Wat doet hij hier? „Ik ben de kerkelijke klusjesman, doe het onderhoud en snoei de heg.” Schlukebir is graag alleen. Dat was vroeger ook al zo. „Ruimte is voor mij belangrijk. Stilte ook. Dan kun je nog eens een vogel horen fluiten. Dat doet me denken aan de Bijbel. Want de Bijbel zegt: Maak je niet bezorgd over van alles en nog wat, kijk naar de vogels. Ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niets in de schuren, toch zorgt de hemelse Vader voor hen. Daarom zingen en fluiten ze tot eer van hun Schepper. Wie dénkt nu nog eens aan zulke dingen?”

Schlukebir wijst naar buiten, en zegt: „In dit gebied staan bijna honderd windmolens. Als de windrichting verkeerd is, dus als het oostenwind is, kun je ze horen draaien. Soms zijn het net vliegtuigen. Dat vind ik jammer. Nu is het ook hier al niet meer stil. Het geeft allemaal maar onrust. Als je ernaast woont, beïnvloedt dat geluid je hele leven. Hier is nog volop ruimte, maar de rust is weg.”

Groningse namen

Onrustig is ons hart, zegt Augustinus, totdat het rust vindt bij God. En Thomas a Kempis wist wel hoe belangrijk rust en stilte zijn: „In de stilte van de zwijgzaamheid, leert men de verborgenheid der Schriften.”

Rond ’t Nijkerkje in Oosteinde ligt het oude kerkhof, met daarachter de nieuwe begraafplaats van de burgerlijke gemeente Het Hogeland. Veel typisch Groninger namen zijn in harde steen uitgehakt: Nienhuis, Oosterhuis, Westerdijk, Sikkema, Wieringa, Buitenwerf. Geslacht na geslacht gaat de oude weg naar het graf. Er ligt een graf met drie kinderen uit één gezin, Jan werd 22 jaar, Kornelis 19. Klaas maar 12. Veel teksten spreken over een laatste rustplaats, voor een man en vader, voor een broertje, voor een grootmoeder. Een klein en eenzaam steentje staat er al vele jaren, ter nagedachtenis aan Jantje, die maar 11 maanden werd. Op een van de zerken staat geschreven: ”Hier rusten onze twee lievelingen, waarvan de één levenloos”. En op dit oude kerkhof leert men ook in deze regio verstaan die ene tekst, daar, helemaal vooraan: ”Er blijft dan eene rust over voor Gods volk”.

Hier is geen rust, zelfs in Noordoost-Groningen niet. De ware rust is elders, die is Boven. Daar rusten de vermoeiden van kracht. Daar is nog alle ruimte, daar is het nog niet vol, maar ooit komt het wel vol, straks, als alles zal zijn gedaan, als alles is volbracht, wanneer Hij wederkomt op de wolken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer