Na verkiezingsuitslag Spanje lijkt coalitie smeden een bijna onmogelijke klus
Alberto Núñez Feijóo behaalde zondag met zijn centrumrechtse Partido Popular (PP) de meeste stemmen in Spanje. Maar een regeringscoalitie smeden, wordt een bijna onmogelijke klus.
De centrumrechtse PP en het uiterst rechtse Vox halen bij de verkiezingen niet de gehoopte meerderheid van 176 zetels in het Spaanse parlement. De PP wordt wel de grootste met een derde van de stemmen en 136 zetels.
Voorafgaand aan de stemming gaf Feijóo aan bereid te zijn een coalitie te vormen met anti-immigrantenpartij Vox. Daarmee zou Spanje voor het eerst sinds de dood van dictator Francisco Franco in 1975 extreemrechts in het kabinet krijgen. Maar Vox scoorde zondag slecht. Met 33 zetels halveert de partij dit keer bijna ten opzichte van 2019, toen ze 52 zetels haalde. De combinatie PP-Vox lijkt daarmee uitgesloten. Zondagavond zei Feijóo echter dat hij alsnog een minderheidsregering met Vox probeert te vormen. Feijóo voerde aan dat het land altijd is geregeerd door de leider die de meeste stemmen binnenhaalt, en drong erop aan dat de toekomstige regering „in overeenstemming met de verkiezingsoverwinning” moet zijn. Maar in Spanje is niet vereist dat de verkiezingsoverwinnaar ook de premier levert. Voor een coalitie is namelijk steun van een meerderheid in het parlement vereist.
De socialistische PSOE van zittend premier Pedro Sánchez deed het zondag beter dan verwacht. De partij krijgt er zelfs 2 zetels bij en eindigt met 122 zetels op de tweede plaats in het Spaanse parlement. Het linkse Sumar krijgt 31 zetels en wordt de vierde partij.
Gefaald
Sánchez verklaarde zondagavond aan partijleden dat „het reactionaire, achterlopende blok heeft gefaald”. Maar net als rechts, mist links een meerderheid in het parlement. Samen met Sumar komt de PSOE slechts aan 153 zetels. Zo’n minderheidsregering is wel mogelijk, maar niet waarschijnlijk, zeggen analisten.
Logischer is dat regionale Catalaanse en Baskische partijen een coalitie aan een meerderheid helpen. Het duo PP-Vox lijkt uitgesloten, zolang extreemrechts zich vijandig tegenover Catalanen en Basken blijft uiten. Waar de PP en Vox op regionaal niveau al een meerderheid vormen, worden onder meer Catalaanse bladen uit de openbare bibliotheek geweerd.
Regiopartijen
Het meest voor de hand ligt nu dat zittend premier Sánchez aan de macht blijft en met behulp van regiopartijen een meerderheid bij elkaar sprokkelt. Waarschijnlijk zijn hiervoor twee stemmingen in het parlement nodig. In 2019 wist Sánchez volgens dezelfde route de sleutel tot het regeringspaleis Moncloa te bemachtigen.
Een eenvoudige klus wordt het niet voor de impopulaire Sánchez. Hij zal deals moeten sluiten met Baskische en Catalaanse nationalisten; partijen met uiteenlopende belangen. Hoewel pro-onafhankelijkheidspartijen zondag in Catalonië flinke verliezen leden, lijken ze nu toch de sleutel in handen te krijgen om de regering aan een meerderheid te helpen.
Een belangrijke kandidaat is de Junts-partij van voormalig Catalaans president Carles Puigdemont. Junts-kandidaat Míriam Nogueras begrijpt maar al te goed dat Sánchez nu meer dan ooit afhankelijk is van hun steun. „We zullen Pedro Sánchez niet premier maken in ruil voor niets”, zei Nogueras zondag.
Puigdemont sloot in een tweet op zondag zelfs uit dat Junts Sánchez zou steunen. Waarnemers denken daarom dat Spanje nog te maken krijgt met wekenlange coalitieonderhandelingen. En als zowel Sánchez als Feijóo niet in het parlement een meerderheid krijgt, betekent dat opnieuw verkiezingen – waarschijnlijk dit najaar. Tenzij de PP en de PSOE het eens worden over een grote rechts-socialistische coalitie. Feijóo pleitte in het verleden voor zo’n samenwerkingsverband, met als argument dat zo’n grote coalitie veel van de problemen in het land zou oplossen. En het betekent dat een regering niet wordt “gegijzeld” door pro-onafhankelijke Catalaanse of Baskische partijen.