PvdA en GroenLinks gaan met één lijst en één programma de verkiezingen in, nadat zo’n 90 procent van de leden van beide partijen daarvoor maandag groen licht gaf. Die keus is niet zonder risico’s.
Hoog gingen de zeeën binnen de PvdA toen in 2021 bleek dat kopstukken van de partij serieuze samensprekingen voorbereidden met GroenLinks, met als doel een mogelijke fusie. Een substantieel deel van de leden toonde zich enthousiast, maar er was ook weerstand en verzet.
Verrassend genoeg had vooral de lokale zege van de PvdA in Amsterdam bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 een splijtende werking, zo onthulde het linkse blad De Groene Amsterdammer onlangs. Met lijsttrekker Marjolein Moorman op kop werd de partij daar de grootste; maar over de duiding van haar huzarenstukje liepen de meningen uiteen. Moorman zag het vormen van een combi met GroenLinks zeker zitten en voor dat standpunt hadden de kiezers haar beloond, zo redeneerden de fusievoorstanders. Welnee, pareerden de tegenstanders: Moorman had gewonnen door zonder naar GroenLinks te lonken in de campagne in te zetten op zekerheid, wonen en kansen.
Kortom, op de klassieke PvdA-thema’s.
Het was uiteindelijk Moorman zelf die de discussie beslechtte via een ingezonden stuk in de Volkskrant, opgesteld samen met PvdA-eurocommissaris Frans Timmermans. De strekking: Fuseren, mensen. Het is nu of nooit! Dat maakte opnieuw het nodige los. Tal van voormalige kopstukken –Hans Spekman, Lutz Jacobi, Gerdi Verbeet en Ad Melkert– praatten op de PvdA-bestuursleden in, in de hoop hen op andere gedachten te brengen. Ze kregen in elk geval gedaan dat het PvdA-ledencongres van 11 juni vorig jaar nog niet ging over een fusie, maar slechts over het samenvoegen van de Eerste Kamerfracties van PvdA en GroenLinks, na de verkiezingen van mei 2023.
Daarvoor bleek binnen de partij een royale meerderheid. Bij GroenLinks, congresserend op dezelfde dag, overigens ook.
In het najaar van 2022 had het GroenLinksbestuur nog een forse hobbel te nemen; vooral toen GroenLinksleider Klaver in oktober in de zogeheten Kerdijklezing speechte: „Het is mijn ideaal dat Partij van de Arbeid en GroenLinks als één links-progressief blok, en met een gezamenlijk programma, de volgende verkiezingen voor de Tweede Kamer ingaan.” Dat was een handjevol prominenten in zijn partij wat al te gortig, vooral omdat Klaver zijn tekst een-op-een bleek te hebben afgestemd met de PvdA, maar omdat die verkiezingen nog veilig ver weg leken, keerde de rust na een sussend woordje van Klaver al snel weer terug.
Sindsdien is het beeld in beide partijen eigenlijk al maandenlang hetzelfde: de beide partijbesturen geven gas en een meerderheid van de leden hobbelt mee; de een wat enthousiaster dan de ander.
De toon van de tegenstanders daarentegen wordt schriller en schriller. Maandag zei oud-PvdA-voorzitter Spekman letterlijk „bang” te worden van zijn eigen partij. Naarmate die steeds meer gaat bestaan uit hoogopgeleide leden, dreigt de arbeidersklasse haar definitief kwijt te raken als een van haar laatste belangenbehartigers in het politieke midden, zo somberde hij. De bezorgde leden zijn echter overduidelijk in de minderheid.
Dat de leden de keus voor één lijsttrekker en één programma deze maandag in dit stadium niet meer wilden blokkeren, is op zich begrijpelijk. Maar niet zonder risico’s. Uit hetzelfde artikel in de Groene Amsterdammer blijkt dat het scenario waarin de leden deze zomer al vergaande besluiten moesten nemen binnen beide partijen bekend stond als het Code Rood-scenario. Logisch, op de partijcongressen van 4 februari vroegen de PvdA-leden de partij eerst de statuten aan te passen (het verwezenlijken van de sociaaldemocratische doelen moest voorop blijven staan), stap voor stap de gemeenschappelijke standpunten over gevoelige thema’s zoals defensie en migratie vast te stellen en de procedure voor het aanstellen van de lijsttrekker te bepalen. Gegeven de verkiezingsdatum van 22 november moet dat alles nu al binnen anderhalve maand geregeld zijn.
Daar komt bij dat vijf politicologen die de PvdA om raad had gevraagd in april 2022 met klem een stap-voor-stap-benadering adviseerden. Zij waarschuwden voor „electorale risico’s” wanneer de stap naar een gedeelde lijst en lijsttrekker zou worden gezet zonder voorafgaande tussenstappen, zoals het aanbieden van een combi-lidmaatschap of het aanbieden van gezamenlijke kaderscholing. Ook voor die tussenstappen geldt nu: Sorry, geen tijd.
De partijbesturen van PvdA en GroenLinks rest nu dus weinig anders dan te hopen dat de linkse gooi naar de macht op 22 november succesvol zal zijn. Anders zou het eerste congres na de verkiezingen weleens over hun eigen toekomst kunnen gaan, in plaats van over die van PvdA en GroenLinks.