Georganiseerde tweestrijd plots niet meer zo populair
Sinds vorige week staat Den Haag in de campagnestand. Mogelijk komt er bij D66 een lijsttrekkersverkiezing en heel misschien bij PvdA/GroenLinks, maar verder niet. Geen tijd, zo klinkt het. Maar er speelt meer.
Een soort pre-campagne, zo zagen ze bij het CDA de lijsttrekkersverkiezing tussen Hugo de Jonge en Pieter Omtzigt in de zomer van 2020. Toenmalig voorzitter Rutger Ploum reed in zijn cabrio het land door, met een grote witte ”1” in zijn kofferbak. Vrolijk sleepte hij het ding mee naar het ministerie van Financiën, de Rotterdamse haven en Volendam. Want het CDA ging de nummer één van de partij kiezen; en met Wopke Hoekstra, Hugo de Jonge en Mona Keijzer had de partij had maar liefst drie toppers in huis.
Niemand wist toen nog dat Omtzigt binnen een halfjaar de partij zou verlaten, De Jonge zijn lijsttrekkerspositie zou opgeven en Ploum zelf in januari per direct zou aftreden nadat de georganiseerde tweestrijd een flop bleek. Een CDA-commissie die de verkiezingscampagne moest evalueren, adviseerde met klem: dit nooit weer.
Daaraan geeft de partij gehoor: er komt dit keer geen verkiezing bij het CDA. Nadat partijleider Wopke Hoekstra besloot zich terug te trekken, liet het partijbestuur dinsdagavond weten zelf één kandidaat bij de leden voor te dragen.
Eerder deed de VVD al iets soortgelijks door Dilan Yeşilgöz-Zegerius aan te wijzen. Dat PvdA en GroenLinks opteren voor een verkiezing is vrijwel uitgesloten. Men weet: zo’n verkiezing kan veel schade aanbrengen als de strijdbijlen daarna niet snel worden begraven.
De VVD ervoer zo’n situatie aan den lijve in 2006. De liberalen organiseerden een lijsttrekkersverkiezing, waarin de rechtse hardliner Rita Verdonk het tegen de gematigde Mark Rutte opnam. Rutte won, maar de marges waren klein: Verdonk behaalde 46 procent van de stemmen, Rutte 51.
Uitbarsting
Na de verkiezing van Rutte begon de strijd pas echt. Verdonk haalde bij de eerstvolgende landelijke verkiezingen meer voorkeurstemmen en zocht geregeld de confrontatie met Rutte op. In 2007 kwam het tot een uitbarsting. Nog datzelfde jaar vertrok Verdonk bij de partij.
De VVD kwam electoraal gezien redelijk ongeschonden uit de tweestrijd. In 2010 werd de partij onder leiding van Rutte de grootste.
Eén ding was echter wel pijnlijk duidelijk geworden: een grote groep rechtse VVD-leden bleef zich zorgen maken over de koers van de partij en gaf daar zowel binnenskamers als publiekelijk uiting aan.
Broedermoord
Ook andere partijen dan de VVD weten hoe een tweestrijd zijn doel voorbij kan schieten. In 2016 organiseerde de PvdA –hoewel de partij in de persoon van PvdA-fractievoorzitter Diederik Samsom al een leider had– een lijsttrekkersverkiezing. Samson moest het gaan opnemen tegen zijn partijgenoot Lodewijk Asscher, die als vicepremier zitting had in het kabinet. De bedenker van dit alles was partijvoorzitter Hans Spekman. Hij hoopte hiermee zo veel mogelijk kiezers aan te trekken. Dat was in 2012 ook gelukt, toen Samson de lijsttrekkersverkiezingen won en vervolgens met zijn partij 38 zetels behaalde.
Spekman maakte een inschattingsfout. Politiek-inhoudelijk waren Asscher en Samsom het over bijna alles eens, waardoor hun voor de campagnes niets anders restte dan de persoonlijke verschillen die er waren zoveel mogelijk uit te vergroten. Asscher won; Samson droop gedesillusioneerd af.
De Telegraaf en Elsevier spraken van broedermoord. Het jaar daarop werd de PvdA met de Tweede Kamerverkiezingen weggevaagd en behield ze 9 van de 38 zetels.
Bosman
Nu partijen afzien van lijsttrekkersverkiezingen, wordt er druk nagedacht hoe nu partijleiders naar voren te schuiven. Zomaar iemand aanwijzen kan ook nadelig werken, omdat dan onduidelijk is hoe groot het draagvlak voor hem of haar is. Na het afhaken van De Jonge schoof het CDA begin 2020 Hoekstra naar voren. Die lag echter niet overal in de partij even goed.
Tussen aanwijzen en verkiezen zit echter nog wel ruimte. Zie de gang van zaken bij de VVD. Die partij schoof Yeşilgöz naar voren, maar pas nadat de overige kanshebbers een voor een publiekelijk waren afgehaakt. Zo maakt de VVD zichtbaar dat ze niet van boven werd geparachuteerd en dat haar kandidatuur op veel draagvlak kan rekenen. Misschien zelfs wel zo veel dat haar enige overgebleven concurrent, oud-Kamerlid André Bosman, zich de komende tijd vrijwillig terugtrekt; iets wat het VVD-bestuur zeker zal verwelkomen.