Zomerrecept: Lichte chili met linzen
Hele verhalen hoorde ik er pas over, over dat uit eten gaan zo goedkoop was in bepaalde landen. Dat je van het geld dat je kwijt was nog amper zelf de ingrediënten zou kunnen kopen. Dat de keus dan dus snel gemaakt is. Maar dat je het ook snel zat wordt, elke avond een restaurant.
Daar zette ik vraagtekens bij: want hoe heerlijk moet het zijn om elke avond zo te kunnen aanschuiven? Ik hou veel van koken, maar twee weken rust lijkt me nog beter. Zodat je tijd en puf overhoudt om pancakes te bakken als ontbijt en tussendoor een snackplank te maken. Ja, dat zou ik dan doen.
Op de een of andere manier belanden (en belandden) wij altijd in een niet zo voordelig land. En koken we dus gewoon zo makkelijk mogelijk. Een salade hier en een pastaatje daar. Gebakken ei met rijst en komkommer. Vis uit de buurt met doperwten en kant-en-klare aardappelsla.
En ineens, na een paar dagen, overvalt je dan een enorme behoefte aan een steviger gerecht, iets sauzigs, iets met body en kruidige smaken. Vorig jaar kookte ik toen een paar keer aardappelgoulash (voor recept, zie RD 22 oktober 2022). Zonder vlees –zodat we in die week een keer mogen barbecueën van onszelf– en alles in één pan. De chili van hiernaast past in dezelfde categorie: vega en eenpans.