Bij het debat over de toekomst van de landbouw en het platteland verdient de „boerencultuur” meer aandacht. Dat vindt Chris Kalden, afzwaaiend voorzitter van het geklapte landbouwakkoord.
Kalden presenteerde woensdag zijn eindverslag. Daarin adviseert hij het kabinet om in gesprek te blijven met de landbouw en in september niet met een dichtgetimmerd kabinetsplan voor de sector te komen.
In een brief bij zijn verslag komt Kalden met een „strikt persoonlijke” ontboezeming. Hij wijst op de „zachte kant” die in het debat over de toekomst van de landbouw onderbelicht blijft.
„De betekenis van het landelijk gebied, van landbouw en van landbouwers voor onze samenleving komt op waardenniveau nauwelijks aan bod. Agri-cultuur is het bewerken en beheren van de aarde. Dat is veel meer dan voor de laagst mogelijke kostprijs de hoogst mogelijke opbrengst van het land te halen”, schrijft de voormalige topambtenaar van het ministerie van LNV.
Volgens Kalden was en is de landbouw „de grote motor achter de constante verandering van het platteland”. „We houden van wat een boerencultuur in eeuwen heeft voortgebracht en w onderschrijven het belang van nieuwe veranderingen. Wat willen we nu bewaren en welke kant willen we op?”
Hij pleit voor „een actieve rol van mensen met een grote culturele bagage” bij het debat over de toekomst van de landbouw en het Nederlandse platteland.
De onderhandelingen over het landbouwakkoord werden volgens Kalden „op het scherpst van de snede” gevoerd, maar desondanks was de sfeer „goed en plezierig”. Ondanks de goede sfeer zag hij ook partijen „die het lastig vinden om te kiezen; men wil liefst niemand voor het hoofd stoten. En ik zie behoorlijke verschillen in de mate waarop men was voorbereid voor de lastige discussies en in de manier en snelheid van besluitvorming.”
Sinds Adema minister is, wordt hem door verschillende partijen verweten dat hij boeren te veel naar de mond praat en harde maatregelen schuwt. Verder wezen Haagse bronnen voordat het akkoord klapte naar verdeeldheid binnen LTO.
Volgens Kalden lopen het kabinet en de landbouwsector nu een groot aantal zaken mis doordat er geen akkoord ligt. Boeren zouden meer gaan doen aan natuurbeheer, er zou meer worden geïnvesteerd in innovaties, er zou een kans liggen voor een „echte omslag naar doelsturing” en er zouden afspraken liggen voor een beter verdienvermogen van boeren. Toch is Kalden optimistisch: „dat betekent niet dat alles daarmee weg is, maar het moet opnieuw worden bevestigd”.