Een parlementaire enquête naar corona komt er voorlopig niet. Onvoldoende Kamerleden hebben zich beschikbaar gesteld om in de commissie plaats te nemen. Wie wil weten hoe in de coronacrisis de grondrechten aan banden werden gelegd en waarom er 5,1 miljard euro is uitgegeven zonder verantwoording, moet dus nog even geduld hebben. Ongetwijfeld komt dit thema op termijn weer op de agenda van de Tweede Kamer.

Het afblazen van de enquête veroorzaakte nogal wat reuring in het land. Een van de degenen die zich in de discussie mengden was ex-CDA-Kamerlid Omtzigt. Hij gaf aan een aantal uur per week beschikbaar te zijn voor de enquête-
commissie mits de verhoren na de verkiezingen plaatsvinden. Maar dat veranderde de conclusie van de Kamer niet.

De tweet van Omtzigt bracht een eigen dynamiek op gang. Want gaf de ex-CDA’er hiermee impliciet aan dat hij meedoet aan de eerstkomende verkiezingen? Dat lijkt er wel op. Maar dat is toch niet zo. „Ik heb nog geen besluit genomen over de volgende verkiezingen.”

Hoe moet de opmerking dan wel geduid worden? Nou vrij eenvoudig: „Deze opmerking heb ik gemaakt omdat ik als eenpersoonsfractie niet voltijds beschikbaar kan zijn.”

De fans van Omtzigt moeten dus nog even geduld hebben. Eerder dit jaar peilde Maurice de Hond dat een partij met Omtzigt als lijsttrekker 38 zetels zou behalen als hij mee zou doen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Omtzigt houdt de spanning er nog even in…

Relletje

De SGP en de SGP-jongeren likken dezer dagen nog de wonden die ontstonden na het vertrek van Tom de Nooijer als partijlid. De Nooijer lichtte in de Cvandaag podcast zijn visie op zijn vertrek nog eens toe. Volgens hem is er sprake van een politieke afrekening en is er voor mensen zoals hij, Hans van de Breevaart en Mathijs van der Tang, geen ruimte in de partij. En: „Ieder mens is zondig. Ook ik doe verkeerde dingen. Maar als het gaat om mijn media-optredens heb ik nergens spijt van.”

Ondertussen dreigt weer gedoe bij de SGP. De partij roept in een mail haar eigen leden op om mee te doen aan een onderzoek van een promovenda aan de universiteit van Antwerpen over politieke partijen.

Dat onderzoek lijkt nogal vooringenomen. De eerste vraag gaat over de manier waarop de ondervraagde in het geval hij (of zij) de partijleider zou zijn, een eventuele kandidatenlijst zou ordenen. Maar daar doet zich wel een probleem voor. Van de tien kandidaten zijn er acht vrouw en twee man. En hebben er zes een migratie-achtergrond en vier niet. Met een dergelijke werkwijze en gebrek aan keuzemogelijkheid kan de promovenda de uitkomsten behoorlijk sturen. De SGP’er die kiest voor mannelijke kandidaten zonder migratie-achtergrond, kan hier niet mee uit de voeten.

De partij geeft bij verzoeken om mee te doen aan het onderzoek ook de naam en het mailadres door van de dame die het onderzoek uitvoert. Partijgenoten weten dus waar ze kunnen klagen.

In de rubriek Parlementvaria belicht de redactie politiek opvallende zaken vanuit Den Haag.