De opstand van het huurlingenleger Wagner tegen Moskou trekt diepe sporen. Het gezag van Poetin brokkelt af, Prigozjin lijkt van het toneel te verdwijnen. Wat zijn de gevolgen voor Poetin, Prigozjin, Zelensky, Oekraïne en Rusland?
De wereld kijkt met stomme verbazing toe als Jevgeni Prigozjin, de baas van het Wagnerhuurlingenleger, zaterdag 24 juni onverwacht vanuit Rostov aan de Don oprukt naar Moskou. Met 5000 man, gevechtstanks, luchtafweer en artillerie.
De opstandelingen bereiken de Russische hoofdstad tot op 200 kilometer afstand. Het leger legt Wagner geen strobreed in de weg. Alleen de luchtmacht komt in actie. Het huurlingenleger schiet zes helikopters en een commandovliegtuig uit de lucht. Zeker vijftien Russen sneuvelen.
Prigozjin is wereldnieuws. De meedogenloze leider van het huurlingenleger keert zich met zijn ”Mars voor gerechtigheid” niet zozeer tegen de Russische president Vladimir Poetin, maar eist het aftreden van defensieminister Sergej Shoigu en Valeri Gerasimov, de hoogste Russische militair. Uit frustratie over de slechte prestaties van het Russische leger in de oorlog in Oekraïne.
In Moskou slaat de paniek toe. Mensen uit de elite rond Poetin boeken vliegtickets voor buitenlandse bestemmingen en halen hun geld van de bank. Bang voor hun hachje.
Met een haastig gesloten deal voorkomen Wagner en Rusland verder bloedvergieten. De Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko werpt zich op als grote bemiddelaar van het conflict en biedt onderdak aan Prigozjin.
De exacte inhoud van de deal is een week na dato vooralsnog vaag. Rusland ontslaat Prigozjin van rechtsvervolging, maar stelt later toch een onderzoek in. Wagnerhuurlingen krijgen de keus: vertrekken naar Wit-Rusland of zich aansluiten bij het Russische leger.
De gevolgen van de opstand zijn groot, maar nog altijd niet te overzien. Defensiedeskundigen Patrick Bolder en Peter Wijninga analyseren de diepe sporen die de opstand trekt.