Israël is een rechtsstaat. Dat een Palestijnse het land niet in mag omdat ze moslima is, is volgens opperrabbijn Binyomin Jacobs ondenkbaar. Daarentegen gelden er volgens hem heel andere wetten in de Palestijnse gebieden. „Als ik Gaza binnenkom, kom ik er niet meer uit.”
Hoe ligt Israël erbij? Is er in het land rechtsongelijkheid tussen Joden en niet-Joden? Hitsen de Palestijnse autoriteiten hun jeugd op door leerlingen in schoolboeken bij te brengen Joden te haten?
Over deze en andere vragen ging het donderdag op een debatavond in Apeldoorn vanwege het 75-jarige bestaan van de staat Israël. Op uitnodiging van het Reformatorisch Dagblad gaven opperrabbijn Binyomin Jacobs, CIDI-directeur Naomi Mestrum en Jaap Hamburger (voorzitter van Een Ander Joods Geluid) hun visie op het jubileum.
Israël ontwikkelde zich in 75 jaar tot een volwassen en democratische staat, constateert Mestrum. Het land werd volgens haar een veilige haven voor het Joodse volk. Ook in economisch opzicht is het land vooruitstrevend. Veel technologie vindt zijn oorsprong in Israël. „Het land wordt ook wel de Start-Up Nation genoemd.”
Gespannen voet
Mestrum legde ook de vinger bij de problemen van het land. Ze noemde het conflict met de Palestijnen het „meest in het oog springend”. Ze wees verder op de demonstraties tegen de door de regering voorgestelde juridische hervormingen die het land al vele maanden beroeren.
Volgens haar toont de onrust de scheidslijnen tussen seculier en religieus, politiek links en rechts, stad en kibboets en Jeruzalem en Tel Aviv. Het laat zien groepen „op gespannen voet leven met elkaar”.
Jacobs bracht in zijn betoog naar voren dat God de wereld schiep én dat Hij de „voorlopers van het Joodse volk” Egypte uitleidde en het een stukje land toebedeelde. Jacobs noemde dat het „bestaansrecht van Israël”. De opperrabbijn is „dankbaar” dat mede dankzij de Verenigde Naties in 1948 de staat Israël kon worden uitgeroepen.
Geweld
Hamburger wees op het verschil tussen antisemitisme en antizionisme. Jodenhaat geeft volgens hem geen pas, maar kritiek op de staat Israël acht hij legitiem en zeer noodzakelijk. Hamburger noemde diverse voorbeelden van de manier waarop de staat Israël Palestijnen onheus zou bejegenen.
Israël belemmert Palestijnen volgens hem onder meer bij het kiezen van partner en woonplaats. Ook op andere terreinen in het dagelijks leven maakt de Israëlische staat Palestijnen het leven zuur.
Als voorbeeld noemde Hamburger een voorval in een gebied ten zuiden van Hebron dat hij in 2010 bezocht. Vanouds karnden Palestijnse vrouwen er kaas met de hand, maar door elektriciteit dankzij zonnepanelen kon het proces worden geautomatiseerd. Totdat het Israëlische leger ingreep en de zonnepanelen weer weghaalde. Voortaan moesten de bedoeïenenvrouwen weer 6 uur zwaar werk doen in de brandend hete zon.
Tolerantie
Hamburger vatte zijn kritiek op de staat Israel als volgt samen: „Verleden, heden en de toekomst zijn primair gebaseerd op de toepassing van naakt fysiek geweld, primair jegens de in Palestina wonende Palestijnse burgers en hun bezittingen en landerijen.”
Gevraagd naar waarom Jacobs niet in Israël woont, zei hij dat „een kapitein van een zinkend schip niet als eerste van boord moet”. De opperrabbijn legde uit dat het Joodse leven in Nederland zwaar onder druk staat, met onder meer toenemend antisemitisme. „Joden die orthodox willen leven, trekken vaak weg. Mensen wonen in angst. Ze willen niet dezelfde fout maken als degenen die in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog zeiden dat het wel zal meevallen.”
Een aanwezige predikant oordeelde dat Jacobs het onrecht dat Israël Palestijnen aandoet kleineert en vroeg waarom hij dat doet. Jacobs wees erop dat Israël in de schijnwerpers staat. Gelet op de terreur van Hamas en hoe Arabische landen omgaan met joden en christenen, vindt Jacobs dat er met twee maten wordt gemeten. Aangezien „de hele wereld” al zegt hoe slecht Israël is, geeft de opperrabbijn aan liever bij te dragen aan vrede door op te roepen tot tolerantie.