Nieuwbouw flat Utrecht duurt al zeven jaar; buurt blijft zich verzetten
Dorpen en steden moeten ”verdichten”: er moeten meer woningen bijkomen binnen bestaande grenzen. Het liefst niet ten koste van schaarse groene ruimte, dus de hoogte in. Maar zulke plannen stuiten bijna altijd op verzet van omwonenden. En dat kan jaren duren en kapitalen kosten.
Nieuwbouw van sociale huurwoningen waarop met smart wordt gewacht, zo moeizaam kan het gaan: dit is het verhaal van een ernstig vertraagd project in Utrecht. Terwijl na jarenlang verzet van omwonenden het laatste bezwaar nog bij de Raad van State ligt, begint Woonin nu toch maar vast te bouwen. De woningcorporatie waagt daarmee een gokje: bouwen voordat de hoogste rechter het plan onherroepelijk heeft goedgekeurd, is ”voor eigen risico”. Maar 54 huurders staan in de wacht, en elke maand vertraging zou nóg eens een halve ton kosten door oplopende kosten en uitgestelde huuropbrengsten.
Het is een droomlocatie voor de senioren die hier over een paar maanden eindelijk wonen, aan het begin van de Johan Wagenaarkade, achter de christelijke gereformeerde Mattheüskerk uit 1952. Tegen een sociaal huurtarief van 650 à 800 euro kijken zij straks over een lommerrijk wandelparkje uit op het drukbevaren Amsterdam-Rijnkanaal dat langs de westkant van de oude stad loopt.
Hun openbare voortuin wordt onderdeel van de parkzone Rondje Stadseiland, en ligt als een groene zoom langs de geliefde woonwijk Oog in Al, in de peperdure stad Utrecht. Misschien dat het plan –mét aparte scootmobielberging– daarom wel té mooi wordt voor een regiment sociale huurders. Want een net zo grote koopflat (69 m2) in de naastgelegen residentie De Rheyngaerde kost al gauw drieënhalve ton. En voor een rijtjeshuis in deze fraaie, stijlzuivere wijk uit de wederopbouw betaal je het dubbele.
Peter van der Voorn woont in zo’n rijtjeshuis, een halve kilometer verderop, al 37 jaar. Hij is auteur van ”De laatste barricade”: een lijvig bezwaarschrift waarover de Raad van State nog moet beslissen. De gepensioneerde ingenieur heeft zelf als geluidsadviseur voor de gemeente Nijmegen gewerkt, dus hij kent de ambtelijke wereld. Vanuit zijn camper in Frankrijk vertelt hij over de problemen die de gemeente Utrecht zich had kunnen besparen: „Als ze maar naar de buurt hadden geluisterd en waren meebewogen, had die nieuwbouw al klaar kunnen zijn.”
In zekere zin is zijn boodschap geruststellend: áls de Raad van State hem in het gelijk stelt en het bestemmingsplan vernietigt, hoeft de nieuwbouw echt niet met de grond gelijk te worden gemaakt. Een nieuw plan met een smalle eenrichtingsweg door het wandelpark, dat is alles wat Van der Voorn namens de buurtbewoners vraagt. Zodat ze ’s ochtends in hun auto niet allemaal via één route naar school of naar het werk hoeven.
”Geen file in de wijk!” staat op een poster achter het raam van Van der Voorn. Hij is al wat vergeeld, en er is maar één ander huis in de wijk waar die poster nog hangt. Het lijkt alsof de rest z’n verzet heeft opgeven; een bestuursrechter heeft eind vorig jaar al de verkeerskundige bezwaren afgewezen die Van der Voorn met 214 ondersteunende handtekeningen had ingediend.
Buigen
Natuurlijk zal de gemeente buigen voor een besluit van de hoogste rechter, zegt wethouder Eelco Eerenberg nadat hij met een rode knop het symbolische startsein voor de nieuwbouw heeft gegeven. De portefeuillehouder Ruimtelijke Ontwikkeling waagt zich niet aan één kritisch woord over het verzet van omwonenden. Burgers staan wat hem betreft altijd in hun recht als ze tegen plannen van de gemeente in het geweer komen. „Vaak genoeg leidt dat ook tot bijstelling van onze voornemens. We kijken altijd in hoeverre we aan de bezwaren tegemoet kunnen komen.”
Eerenberg is wethouder namens D66, een partij die burgerparticipatie al decennialang met hoofdletters schrijft. En jawel, ook hier op de kop van de Johan Wagenaarkade hebben de buren volop inspraak gehad in de plannen die corporatie Woonin (toen nog Mitros) vijf jaar geleden openbaar maakte. Zo’n honderd bewoners van het naastgelegen De Rheyngaerde, een luxe appartementencomplex van zeven woonlagen, kwamen met diverse bezwaren. Tegen het slopen van de laagbouw die er stond, én tegen de hogere bouw die daarvoor in de plaats zou komen.
Die oude laagbouw bestond uit duplexwoninkjes: rijtjeshuizen gesplitst in een beneden- en bovenappartement, zoals er in de strijd tegen de naoorlogse woningnood werd gebouwd. Volgens Woonin waren ze niet rendabel te renoveren naar huidige woon- en energiemaatstaven – maar volgens de omwonenden waren ze cultuurhistorisch te waardevol om tegen de vlakte te gaan. En de drie woonblokken met ruim vijftig gasloze, duurzame appartementen die ervoor in de plaats komen, zouden te hoog worden. Het plan werd daarop aangepast: er ging een verdieping af.
Een nieuw ontwerp kostte de wooncorporatie ruim twee miljoen euro, maar dan heb je ook wat. Volgens wethouder Eerenberg heeft het huidige ontwerp „grote kwaliteit”; het is bepaald niet de ”ramsj” waaraan menige burger denkt bij sociale woningbouw. „Dat moet ook wel, als je architectuur toevoegt aan een wederopbouwlocatie met cultuurhistorische waarde. Dan moet de nieuwbouw kwaliteit hebben.”
Het eerste plan zou (prijspeil 2017) 7,7 miljoen euro kosten. Vijf jaar later werden de kosten op 10,7 miljoen geraamd, maar door aanhoudende prijsstijgingen zal de afrekening voor Woonin nog hoger uitvallen.
De meeste Rheyngaerde-buren werden met het nieuwe ontwerp tevreden gesteld; slechts drie van hen poseerden begin 2021 nog voor een foto in de regionale krant, onder de alarmerende kop ”Een fraai stukje Utrecht wordt vernield”. Maar zij hadden inmiddels in Van der Voorn, die een halve kilometer verderop in de wijk woont, een medestander gevonden. Terwijl hun belangen en de motieven voor hun protest uiteenlopen: Van der Voorn protesteert tegen een veranderende verkeerssituatie, waar ze in De Rhyngaerde juist van profiteren: asfalt maakt plaats voor groen.
Verdichting
De reden waarom Eerenberg en zijn medewethouders zo enthousiast zijn over de nieuwbouw van Woonin, is dat het plan twee gemeentelijke doelen combineert: verdichting en vergroening. Verdichting (ook bekend als inbreiding) is nodig om binnen de schaarse ruimte van de stad méér woonruimte te creëren. De bevolkingsgroei van Utrecht, van 368.000 inwoners nu naar 470.000 in 2040, kan niet alleen door uitbreiding en aanleg van nieuwe woonwijken gehuisvest worden.
„Verdichting is ook nodig vanwege de gezinsverdunning”, legt Eerenberg uit. „Er wonen steeds minder mensen in één huis, en daardoor neemt in stadswijken net zo goed als in dorpen het draagvlak voor voorzieningen af. Een supermarkt moet wel voldoende klanten in de buurt hebben.”
Nederland telt deze maand 3.254.000 alleenwonende volwassenen; tien keer zoveel als begin jaren vijftig, toen Oog in Al gebouwd werd. Tegen die achtergrond is het een sprong voorwaarts als er in zo’n wijk ineens ruim vijftig appartementen worden gebouwd op een plek waar eerst twintig huurders woonden.
Het tweede doel, vergroening, wordt óók aan de Johan Wagenaarkade gediend. Namelijk doordat de oude autoweg ruim honderd meter wordt ingekort: een brede plak asfalt verdwijnt en maakt plaats voor groen. En dat groen past in een parkzone die langs het Amsterdam-Rijnkanaal in ontwikkeling is, en die de hele wijk ten goede komt. Het verdwijnen van die brede strook asfalt is ook de voor de bewoners van De Rhyngaerde een opsteker: er rijden straks geen auto’s meer voor hun ramen langs. Maar hun vroegere medestrijder Van der Voorn komt nu juist voor de ontheemde automobilisten in het geweer: zij verliezen één van de tot voor kort twee mogelijkheden om de wijk te verlaten.
Verdienen
Twee jaar geleden kondigde Van der Voorn in de lokale krant reeds aan dat hij desnoods „tot aan de Raad van State” zou gaan om het sloop- en nieuwbouwplan tegen te houden. CDA-raadslid Jantine Zwinkels had de afgelopen jaren veel contact met hem. Begin 2022 leidde zij –online, tijdens een coronalockdown– de bijeenkomst van gemeenteraadsleden en omwonenden om te kijken of de raad hun bezwaren zou kunnen wegnemen. De oude duplexwoninkjes waren toen al gesloopt; de huurders die erin woonden, waren in 2020 akkoord gegaan met verhuizing. Sommigen van hen hoopten later in de nieuwbouw terug te keren.
Zwinkels heeft gedaan wat ze kon om met een amendement de wijk tegemoet te komen: „Door een smalle eenrichtingsweg aan te leggen door het park, een zogenaamde fietsstraat waar auto’s te gast zijn, zou er een tweede uitvalsroute voor de woonwijk behouden blijven.”
Maar die optie werd door het college van B en W en de wooncorporatie ontraden. Want de ruim honderd buren in De Rhyngaerde zouden nu weer kunnen gaan dwarsliggen: voor hen is het verdwijnen van autoverkeer immers een vooruitgang. Van der Voorn denkt intussen wel te snappen waarom Woonin geen autoverkeer meer wil door het nieuw aan te leggen stukje park: „Dat zou hun nieuwe flats toch wat minder aantrekkelijk maken. En ze willen er natuurlijk wel goed aan verdienen, als ze die appartementen over een paar jaar in de verkoop doen – dat snapt toch iedereen?”
Géén onderdak
Van der Voorn staat in zijn recht, erkennen Eerenberg en andere leden van het Utrechts college van B en W. Omwonenden komen nu eenmaal op voor de status quo, de situatie zoals die tot nu toe was. Maar wethouder Dennis de Vries (PvdA, met onder andere Wonen en Vastgoed in portefeuille) heeft geregeld verzucht dat er nodig een vertegenwoordiger zou moeten komen voor de rechten en belangen van wie nog géén onderdak hebben.
Vorige week nog ontving hij de Utrechtse studentenunie Vidius; ze boden hem een bundel aan met verhalen en foto’s van studenten die slachtoffer zijn van de huidige woningcrisis. Die studenten krijgen zo een gezicht en een stem: precies wat anderen op de wachtlijst voor een sociale huurwoning missen. Een ”bond voor woningzoekenden” zou er moeten komen – maar zijn woordvoerder weerspreekt de hoop dat De Vries die bond zélf gaat oprichten. „Het is de gemeenteraad die belangen van oude én nieuwe stadsbewoners tegen elkaar moet afwegen.”