Onderzoek: christenjongere Nederland weinig traditioneel
Hoe kan de kerk de jongeren bereiken? Zowel in Leuven als in Amersfoort-Vathorst heeft donderdag een symposium plaats over deze prangende vraag.
Het symposium in Amersfoort wordt georganiseerd door Alpha Nederland –bekend van de Alphacursus– en ontwikkelingsorganisatie World Vision. Ook is er een spreker van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en er is een panelgesprek met tieners.
Op de bijeenkomst, die plaatsvindt in kerkgebouw Kruispunt, wordt een onderzoek gepresenteerd, getiteld ”Open Generation”. Het Amerikaanse bureau Barna onderzocht in 2021 en 2022, in samenwerking met Alpha, World Vision en Biblica, hoe jongeren wereldwijd kijken naar gerechtigheid, Jezus en de Bijbel. In Nederland onderzocht Barna ruim duizend jongeren tussen de 13 en 17 jaar.
Van de Nederlandse tieners heeft 6 procent „een persoonlijke keuze gemaakt voor Jezus.” 22 procent identificeert zich wel als christen, maar is „naamchristen”. De resterende bijna driekwart van de jongeren is geen christen. Wereldwijd zijn deze percentages gunstiger voor het christendom: 22 procent van de ruim 25.000 onderzochte jongeren is toegewijd christen, 30 procent naamchristen.
Traditioneel
Opvallend is dat traditionele leerstellingen niet zo populair zijn onder Nederlandse tieners die zich als christen identificeren. 42 procent van hen vindt Jezus betrouwbaar, 59 procent gelooft dat Hij werd gekruisigd, en ongeveer de helft gelooft dat Hij wonderen deed en uit de dood opstond. Ook ervaren toegewijde christelijke jongeren in Nederland minder vreugde in het geloof dan wereldwijd. 41 procent van de Nederlandse christenjongeren ziet de Bijbel als het Woord van God. Anderzijds staat 62 procent van alle Nederlandse tieners open voor de Bijbel.
Van alle Nederlandse tieners leest 71 procent nooit uit de Bijbel, 18 procent maximaal eens per maand. Onder de christelijke tieners is dit respectievelijk 29 procent en 36 procent. Dat betekent dat 35 procent van de christelijke Nederlandse jongeren de Bijbel vaker dan eens per maand leest. Over het algemeen staan Nederlandse tieners sceptischer tegenover de Bijbel dan tieners wereldwijd.
Barna vroeg ook van wie jongeren leerden Bijbellezen. Onder jongeren die de Bijbel zien als Gods Woord én de Bijbel meerdere malen per week lezen, geeft 78 procent aan van ouders te hebben geleerd hoe ze de Bijbel moeten lezen, 50 procent van een kerkelijke voorganger, 38 procent van een leraar, 32 procent op een zondagsschool, 34 procent op een Bijbelstudiegroep en 30 procent van een jeugdleider.