Elfstatentocht deel 2: Langs staat en Stins
We twijfelen. Eerst Franeker en dan het ommeland, of andersom? We verkiezen eerst te fietsen en dan te flaneren. De weerapp belooft veel zon en weinig wind, buienradar zwijgt.
We laten het historische stadje Franeker achter ons; later zullen we ons bekommeren om Planetarium en academie van Descartes en Van Schurman. We volgen de fietsknooppunten naar Schalsum. Met enig recht kun je zeggen dat we een ”ummetje” maken. De namen van de meeste dorpen en gehuchten die we berijden eindigen op ”um”: Bitgum, Ingelum, Marsum, Deinum, Boksum.
In de Dorpsstraat van Peins staat een klein kerkje met de naam Rehoboth. Anno 1913. Vroeger een gereformeerde evangelisatie, nu verbouwt de nieuwe eigenaar het tot luxe vakantiehuis. Dat zal meer publiek trekken, hoopt hij, dan het kerkje vóór de verkoop deed. Verder maar weer, richting Dronryp.
Het weer is inderdaad ge-wel-dig en toont Friesland op zijn mooist. Fluitenkruid bloeit uitbundig, het gele raapzaad zou Van Gogh laten likkebaarden. De weiden zijn geel van paardenbloemen en scherpe boterbloemen. We zijn ook niet de enigen die genieten. Grutto’s zingen op hekpalen, veldleeuweriken dartelen vol vreugde door de lucht – of proberen ze onze aandacht af te leiden van hun nesten op de grond? Boven de Dokkumer Ee scheren de zwaluwen. Er heerst bij alle bedrijvigheid een rijke rust.
Dronryp is beroemd om zijn Salviuskerk, d’Alde Witte. Maar ook staat hier het geboortehuis van de kunstschilder Sir Lawrence Alma Tadema. Hij was Dronryp zelfs een standbeeld waard.
We passeren de buitenplaats Schatzenburg, die particulier wordt bewoond en geen bezoekers duldt, dus gaan we door naar Menaldum, voor de Fries gewoon Menaam. Van Bitgum naar Marsum, waar het landgoed Heringastate ligt. Hier zijn bezoekers welkom, tenminste, na 1 april en voor 1 november en dan nog op gezette tijden. De naam Heringa verwijst naar de eigenaar van de state. Maar na de Heringa’s kwamen de Eysinga’s. En vanaf 1687 hield mr. Popta het aan als zomerhuisje. Popta was een vermogend man en ongetrouwd. Bij testament bepaalde hij dat van zijn vermogen een gasthuis moest worden gesticht naast de Heringastate. En dat staat er, nu als hofje, nog steeds.
We kriskrassen naar Bears, waar de Uniastate stond. Stond; verleden tijd dus. Om de toerist niet teleur te stellen is een stalen bouwwerk ontworpen dat de contouren van de state op ware grootte laat zien.
We steken het Van Harinxmakanaal over per fietspont en keren terug naar Franeker. En flaneren daar dat het een Friese lust is.