Cultuur & boekenThriller Weken

Zijn detectiveverhalen bij uitstek christelijk?

Wat zijn het voor boeken, waarvoor standaard aan het begin van de zomer –in de jaarlijkse Thriller Weken– reclame wordt gemaakt? Gaat het vooral om „geweldsporno”, en moet je oppassen dat je met zulke lectuur je ziel niet beschadigt? Of zijn er ook spannende boeken die onderhuids juist een christelijk mens- en wereldbeeld laten zien?

Enny de Bruijn
1 June 2023 23:06Gewijzigd op 2 June 2023 10:19
beeld iStock
beeld iStock

Ik moest even met mijn ogen knipperen toen ik de stelling hoorde: ”Detectiveverhalen zijn bij uitstek christelijke verhalen”. Dat zei niet zomaar iemand, dat zei terrorismedeskundige en geschiedenishoogleraar Beatrice de Graaf op 2 april in De Ongelooflijke Podcast (van de EO). Verhalen waarin iemand wordt vermoord, verhalen waarin het kwaad zo zichtbaar een rol speelt – bij uitstek christelijk?

Maar het bleek bij verder luisteren natuurlijk genuanceerd te liggen. Het gold in elk geval lang niet voor alle spannende boeken over moorden, verdwijningen, ontvoeringen en spionagezaken die in deze Thriller Weken –van 26 mei tot 18 juni– centraal staan in de algemene boekhandel.

Beatrice de Graaf had het vooral over het genre dat tussen de twee wereldoorlogen zijn bloeitijd beleefde, en dat nog altijd bestaat maar inmiddels vaak weggedrukt wordt door veel bloedstollender en moreel onduidelijker verhalen. Het genre van G.K. Chesterton, Dorothy Sayers, Agatha Christie en de (vooral Engelse) schrijvers die in hun voetspoor de klassieke detective gestalte gaven.

19368650.JPG
Sherlock Holmes. beeld iStock

Veel van deze romans werden wereldberoemd. Iedereen kende de speurders die erin optraden: Sherlock Holmes, Hercule Poirot, Lord Peter Wimsey, Miss Marple. En het is vast niet onbelangrijk geweest dat de verhalen zich vaak afspeelden in de hogere kringen van de Engelse standensamenleving of in de wereld van de land­adel, waarbij de beschrijvingen van het Engelse platteland een heel eigen sfeer aan het verhaal gaven. Fraaie landhuizen, butlers en dienstboden, een Engels dorpskerkje, thee in de rozentuin, dat soort dingen. Het zorgde voor een romantische toets, het opende de poort naar een kleurrijke wereld die menige lezer slechts uit de verte kende.

19368649.JPG
Miss Marple. beeld iStock

Licht en duisternis

Maar terug naar De Ongelooflijke Podcast: volgens Beatrice de Graaf was het geen toeval dat veel van de genoemde schrijvers christelijk waren. Ze citeerde Chesterton (die niet alleen detectiveverhalen schreef, maar ook beroemd werd als auteur van het apologetische boek ”Orthodoxy”). Het doel van een ”mystery”-verhaal, zei Chesterton ooit, was niet de duisternis, maar het licht. Zoals De Graaf uitlegde: „In deze verhalen zie je het verschil tussen licht en donker niet meteen, en ook de personages zijn niet zwart-wit, duidelijk goed of duidelijk fout. Daardoor lijkt alles lange tijd grijs. Maar aan het eind wordt toch onthuld wat licht en wat donker is. Het kwaad wordt gestraft, de goede moraal, of zelfs de opoffering of de liefde overheerst.”

Theoloog Stefan Paas, vaste gast in De Ongelooflijke Podcast, voegde daaraan toe dat het ook te maken had met de dosering van het kwaad in deze verhalen.

Anders dan in veel hedendaagse thrillers, waar de doden bij bosjes vallen (alsof het niet iets gruwelijks betreft, in het echte leven), gaat het bij een klassieke detective niet om geweld of sensatie. Veel belangrijker is de oplossing van de puzzel, het antwoord op de vraag: Wie heeft dit gedaan, en waarom? Het verhaal begint weliswaar met een moord, maar vaak wordt die heel sober beschreven en blijft het daar qua geweld ook bij. De rest van het verhaal staat, volgens Paas, in het teken van „recht doen aan leven en dood van die ene persoon”, want „elk mensenleven telt”.

Dat juist de detectiveromans uit de eerste helft van de twintigste eeuw in dat patroon passen, heeft (denken De Graaf en Paas) te maken met ontwikkelingen in de samenleving en de literatuur in die periode. Het kwaad –dat tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn gezicht had getoond– was niet langer iets in de boze buitenwereld, de moordenaar was niet langer een buitenstaander, aan wie je van kilometers afstand kon zien dat hij niet deugde. Het kon je buurvrouw zijn, je oom, je vriend. Mensen die aan de buitenkant aardig en normaal leken, konden langzaam worden opgegeten door de zonde. En dat uitgangspunt sluit naadloos aan bij wat toch een kerndogma van het christendom mag heten: het kwaad zit in ieder mens. Niemand hoeft zich van nature boven de ander verheven te voelen.

Geweldsporno

Tussen haakjes: of dit alles óók geldt voor de televisieseries en series van streamingdiensten die op basis van de genoemde detectiveverhalen gemaakt zijn, weet ik niet goed. Beeld leent zich niet altijd even goed voor het uitdragen van een dieperliggende moraal, en de nuance van geschreven verhalen wil in verfilmingen nog wel eens het loodje leggen. Er zijn zeker wel series te noemen waarin elementen van het christendom een plek hebben gekregen –Morse, Lewis, Grantchester– maar in boeken krijgt zoiets altijd meer de ruimte. Maar dat terzijde.

Na al die uitleg begreep ik in elk geval uitstekend waarom Beatrice de Graaf klassieke detectiveverhalen bij uitstek christelijke verhalen noemde. Maar ik bleef toch zitten met de vraag hoe je dan de rest van de kasten vol thrillers, horrorverhalen, true crime en alle andere soorten spannende boeken in de hedendaagse boekhandel moest duiden. Laat staan de boeken en series die Stefan Paas samenvatte onder de noemer ”geweldsporno”. Je kunt al die soorten niet over één kam scheren, en bovendien zijn er, ook binnen het genre van de detective, enorme verschillen tussen afzonderlijke titels.

Neem het lijstje dat de Nederlandse boekverkopers speciaal voor de Thriller Weken selecteerden. Daarop staan boeken van bijvoorbeeld Karin Smirnoff, Nicci French, Charles den Tex, Esther Verhoef, Bo Svernström, Jo Nesbø en diverse anderen. Ik ken slechts een deel van die schrijvers, maar op de website hebban.nl staan ze mooi bij elkaar, en je kunt daar ook fragmenten uit hun boeken lezen.

Als je dat doet, weet je meteen dat je hier –in de meeste gevallen– niet te maken hebt met de knusse wereld van Agatha Christie. Er zijn boeken vol gruwelijke gebeurtenissen die gedetailleerd beschreven worden. Er zijn ook wat softere, meer psychologische ‘vrouwenthrillers’. Maar hoe dan ook is de sfeer van de hedendaagse boeken harder, is de romanwerkelijkheid rauwer en realistischer, worden de misdaden en andere afschuwwekkende zaken explicieter en gedetailleerder beschreven.

Soms –niet altijd– is ook de moraal een stuk dubieuzer: slachtoffers nemen het recht in eigen hand, daders komen met hun misdaden weg, de lezer kan zelfs begrip krijgen voor een moordenaar. En áls er al sprake is van een detective of politie-inspecteur, dan is dat vaak een zorgelijke, getroubleerde figuur met een duister verleden, een psychische stoornis of een alcoholprobleem. Dat alles maakt de personages in veel gevallen een stuk onduidelijker dan in de vroegere detectives. Aan het eind van het verhaal is het vaak nog niet zo makkelijk te zeggen hoe licht en duisternis zich tot elkaar verhouden.

Spiegel van de tijdgeest

Dat past overigens helemaal bij een bredere ontwikkeling in de loop van de 20e en 21e eeuw. Thrillers en detectives zijn immers, net als andere soorten bestsellers, een spiegel van tijdgeest en samenleving. En dus zegt het iets over onze tijd, als de populairste boeken vooral lijken te willen zeggen: Het leven is ondoorzichtig, we kunnen nog niet zo makkelijk zeggen wat goed en fout is, maar één ding staat als een paal boven water: liefde voor familie en vrienden gaat boven alles, ook boven de wetten van de samenleving.

Dat alles betekent trouwens niet dat het genre van de klassieke detective niet meer bestaat. Het is er nog altijd, als een bescheiden stroom die zich een eigen bedding zoekt en dapper aanwezig blijft naast de grote hoofdstroom van steeds gruwelijker en bloedstollender verhalen. Denk bijvoorbeeld aan de boeken van James Runcie (Sidney Chambers-serie, zie ”Een geestelijke als detective”). Of de verhalen van Caroline Graham (Inspector Barnaby-serie). Of misschien zelfs de romans van Robert Galbraith, pseudoniem van J.K. Rowling – al zijn die wél grover in taal en beschrijvingen (Cormoran Strike-serie).

De klassieke detectiveroman, waarbij het verhaal zich afspeelt tegen het decor van het (Engelse) platteland, heet overigens tegenwoordig geen detective meer, maar ”cozy mystery” of ”cozy crime”. Wie op die termen zoekt, vindt nog veel en veel meer titels. Rijp en groen door elkaar natuurlijk, goed en slecht geschreven, met een mooie moraal of juist heel dubieus. En vooral Engelstalig. Maar ik wil maar zeggen: het genre bestaat nog, en het vindt nog altijd lezers.

Christelijke boekenmarkt

Hoe dat zit in de kleine wereld van de Nederlandstalige, christelijke uitgevers? Een ‘eigen’ actieweek of -maand rond spannende boeken hebben de christelijke boekhandelaren niet, maar met enige regelmaat verschijnt er wel een boek in het spannende genre.

Als je de bewuste titels bekijkt, moet je –verrassend genoeg– constateren dat het patroon in de christelijke boekhandel eigenlijk niet zo heel erg anders dan in de algemene boekhandel. Natuurlijk kijken christelijke uitgevers en boekverkopers kritischer naar taalgebruik of al te expliciete seksuele scènes. Maar ook in de christelijke boekenwereld heb je schrijvers die het geweld tamelijk breed uitmeten en niet terugschrikken voor akelige ideeën (bijvoorbeeld Joel C. Rosenberg of Ted Dekker) én schrijvers die een ingetogen detectiveverhaal vertellen, waarbij de oplossing van de misdaad centraal staat (bijvoorbeeld Sjoerd Veenman).

Wat trouwens wél opvalt: het thrillergenre is maar heel bescheiden aanwezig in het fonds van de christelijke uitgevers. En dat zegt ook wel iets, dat is waarschijnlijk wel terecht. Het blijft immers een rare combinatie: gruwelijke misdaden, mensen die bij bosjes om het leven komen, en dan tussen de bedrijven door gesprekjes over het geloof. Wat dat betreft heeft Beatrice de Graaf gelijk: een klassieke detective past beter in een christelijke context dan een hedendaagse bloedstollende thriller.

Keuzes maken

Blijft natuurlijk de vraag: hoe maak je nu als lezer je keuzes? Laat je het hele spannendeboekengenre links liggen (waar best iets voor te zeggen valt), of wil je af en toe toch een detective of zelfs een thriller lezen? En zo ja, welke titels dan?

Het zijn vragen die vanouds belangrijk geweest zijn in de omgang van christenen met literatuur. Het probleem is immers dat literatuur altijd het wezen van de mens probeert te benaderen, en dat dus een zondeloze literatuur over zondige mensen per definitie onmogelijk is. Zonder contrasten en conflicten heb je geen verhaal, en tegenover het goede staat dus altijd het kwade. Dat is zelfs in de Bijbel zo: denk bijvoorbeeld aan de geschiedenissen van Jozef, van David, van Esther.

Het verschil zit ’m met name in de strekking, de moraal van het verhaal. Wordt het kwade uiteindelijk door het goede –gerechtigheid, liefde, hoop, barmhartigheid– overwonnen, of is er juist sprake van een verheerlijking van het kwaad?

Maar met een ”goede strekking” is ook weer niet alles opgelost, de vraag blijft toch ook altijd: hoe ver ga je als schrijver en als lezer in je verbeelding van en je confrontatie met dat kwaad? Geniet je als lezer van bloederige verhalen vol pijn en geweld, dan kun je je best eens afvragen waar dat door komt, en of je dat gevoel van sensatie bij jezelf wel zou moeten stimuleren. Welk effect heeft het op je ziel, als je je wentelt in zulke gruwelijke verhalen?

Verheerlijking van het kwaad

Over die vraag is vaak nagedacht, er is onderzoek naar gedaan, en er zijn globaal genomen twee standpunten. Het eerste is dat gruwelijke verhalen, bloederige tv-series en gewelddadige games géén invloed hebben op het gedrag van mensen, dat zulke verhalen de emoties juist kanaliseren. Zeker als misdaden echt gebeurd zijn (”true crime”), is dat voor sommigen een legitimatie om de werkelijkheid gewoon maar op te schrijven en daarover te lezen. Sterker, misschien was de werkelijkheid nog veel gruwelijker.

Maar er is ook een ander standpunt, een standpunt dat me tegelijk realistischer én voorzichtiger lijkt. Dat verwoordde Beatrice de Graaf in De Ongelooflijke Podcast. Ze dacht niet dat mensen die veel gruwelijke verhalen lezen of bekijken zélf ook misdaden zouden gaan plegen. „Maar hoeveel blootstelling aan het kwaad kan een mens aan? Niet zo veel, denk ik. Ik denk dat dat iets doet met je ziel. Je raakt erdoor afgestompt. Je went eraan. Het kwaad ís er, in de wereld, je hoeft er je ogen niet voor te sluiten, maar het is absurd, het hóórt er niet te zijn en het moet worden bestreden. Dat is een wezenlijk christelijke notie.”

Als een roman of een film dat dus ontkent, als het kwaad wordt verheerlijkt, als het gaat om de sensatie van het geweld –bijna als lustbevrediging– en als je mensen als zielloze poppetjes gaat zien, dan gaat er iets verkeerd. Als lezer doe je er daarom goed aan om alert te zijn op je eigen reactie op een verhaal. Of het nu echt gebeurd is of niet – want ”echt gebeurd” is geen excuus.

Zeker in een samenleving waarin de opvattingen over goed en kwaad heel langzaam aan het verschuiven zijn, waarin de moraal grijs wordt en waarin de misdadiger soms zelfs als een held wordt afgeschilderd, lijkt het van levensbelang om daarop te blijven letten.

Boekgegevens

19368651.JPG
19368653.JPG
_De Sidney Chambers-boeken (uitg. KokBoekencentrum) tellen elk 416 pagina’s en kosten € 22,99 per stuk_

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer