De zaaddonor met minstens 550 kinderen die van de rechtbank in Den Haag moet stoppen met het verstrekken van zijn sperma, gaat niet in beroep tegen deze uitspraak in kort geding. Dat heeft hij vrijdag, de dag dat de termijn verliep, gezegd tegen het ANP. Hij denkt nog na of hij eventueel een zogenoemde bodemprocedure zal beginnen, iets waar hij nog ruim de tijd voor heeft.
De ‘massadonor’ Jonathan vindt een kort geding geen gelukkig middel voor de kwestie waar het om draait. Die zou diepgaander moeten worden behandeld dan in zo’n procedure kan. Hij gaat zich echter wel aan het verbod houden omdat hij anders een dwangsom van 100.000 euro per donatie zou moeten betalen. In een mogelijke bodemprocedure wil hij dat het om gelijke behandeling gaat. Volgens hem komen er via bepaalde klinieken ook erg veel donaties van één donor voor en hij vraagt zich af waarom dat bij hem niet mag.
Hij weet nog niet op welke termijn hij een besluit zal nemen. De zaak tegen Jonathan was aangespannen door Stichting Donorkind, die vreest voor het welzijn en de toekomst van alle halfbroers en -zussen die ter wereld zijn gekomen door donaties van de massadonor. Jonathan zelf zei tijdens de zitting dat zijn aanpak „een geheel nieuw concept” is en dat de kinderen leuk met elkaar en met hem omgaan. Al zijn kinderen kunnen hem benaderen. Ze kunnen hem ook allemaal vinden en, met name via internet, ook elkaar.
Volgens de donor kan al die openheid onbewuste inteelt met een onbekende halfzus of halfbroer voorkomen, maar de rechtbank ging daar niet in mee.