Rationeel natuurbeleid houdt niet enkel rekening met stikstofdruk en vergunningsbeleid dat geen stikstofreductie oplevert, is zinloos.
Op 14 april verscheen een zakelijke recensie van mijn boek ”De Stikstoffuik” in deze krant, een week later gevolgd door een opiniestuk van wetenschappers Wim de Vries en Gerard Ros getiteld ”Ontkenning is geen uitweg uit stikstofcrisis” (RD 21-4).
Alvorens hier inhoudelijk op in te gaan, wil ik graag gezegd hebben dat dit artikel, Seesings recensie en het feit dat het Reformatorisch Dagblad mij om een reactie vroeg zeer gunstig afsteken bij hoe andere kranten, zoals de Volkskrant, NRC en Trouw, op het nogal opzienbarende succes van mijn boek reageerden. Die publiceerden artikelen met als primair doel om boek en auteur in diskrediet te brengen, waarbij de stroman en ad hominem niet geschuwd werden. De Volkskrant weigerde zonder toelichting mijn reactie op hun artikel.
Ideologisch
Dit laat zien hoe ideologisch gepolariseerd de discussie over stikstof in Nederland geworden is. Instemming met het stikstofbeleid van dit kabinet –tot op de letter– is tegenwoordig een lakmoesproef voor politieke deugdzaamheid. Maar het feit dat politici als Wybren van Haga en Derk-Jan Eppink (JA21) in de Tweede Kamer met ”De Stikstoffuik” zwaaiden, betekent geenszins dat het extreemrechts is om voorstander te zijn van een rationeler natuurbeleid.
Het gaat immers om astronomisch veel geld: 3000 euro per huishouden, iets waar de voorstanders van dit beleid merkwaardig luchthartig over doen. „Daar is ruim 24 miljard euro voor beschikbaar”, schrijven ook De Vries en Ros. Dit geld is niet ”beschikbaar” alsof het onlangs in een vergeten hutkoffer in het Torentje is aangetroffen. Dit is belastinggeld dat door Rutte en de zijnen over een reeks van jaren zal worden weggehaald bij de kinderopvang, de zorg, het onderwijs en andere voor mensen nuttige zaken. En door dat geld weg te zetten in een langjarig fonds probeert het kabinet-Rutte IV deze uitgaven immuun te maken voor ongewenste verkiezingsuitslagen. Is het geforceerd reduceren van stikstof dermate urgent?
Nee, dat is het niet. Het is wenselijk dat we als Nederland voortgaan op de, al sinds de jaren negentig, ingeslagen weg van stikstofreductie, maar qua tempo en doelstelling met oog voor de haalbaarheid, zowel maatschappelijk als economisch. Dat hoeft niet eens ten koste van de natuur te gaan, maar om de zaak scherp te stellen: de waarde van natuur is niet boven elke discussie verheven. Als het financieel of anderszins te kostbaar zou blijken om elk snippertje Natura 2000-gebied in stand te houden, dan moet ook de natuur inschikken voor een welvarend en prettig leefbaar Nederland. Vergunningsbeleid dat momenteel niet of nauwelijks stikstofreductie of natuurherstel oplevert, maar waardoor wel talloze mensen jaren langer op een huis moeten wachten, is irrationeel en onaanvaardbaar.
De Vries en Ros geven weliswaar toe dat deze „Nederlandse uitwerking van lokale vergunningverlening inhoudelijk zwak is”, maar dat is voor hen geen reden om echte vraagtekens te zetten bij Van der Wals stikstofbeleid. Zij wil koste wat het kost de stikstofuitstoot in 2030 gehalveerd hebben. En 74 procent van de Natura 2000-gebieden moeten dan onder de KDW zitten, de in theorie optimale grens voor stikstofdepositie in zo’n gebied.
Net als veel anderen die het gangbare stikstofnarratief promoten, proberen De Vries en Ros de kwestie urgenter te maken door te benadrukken dat dit ook over uw gezondheid en over klimaat gaat. Uit onderzoek blijkt namelijk dat burgers veel meer geld over hebben voor bevordering van de volksgezondheid dan voor natuur.
Daarom schrijven ze dat 40 procent van alle fijnstof in Nederland uit stikstofverbindingen bestaat. Te veel fijnstof is weliswaar schadelijk, maar de fijnstofconcentraties in Nederland zijn de afgelopen decennia al sterk gedaald en voldoen aan de Europese normen. Natuurlijk kan het altijd nog beter, maar daar was dit stikstofbeleid nooit voor bedoeld. Er zijn veel kosten-effectievere manieren om de blootstelling aan fijnstof verder terug te dringen dan het uitkopen van 3000 vermeende piekbelasters, die vooral rondom hun eigen boerderij stikstofdepositie veroorzaken.
Ook leggen ze een link met klimaatverandering, want lachgas (N2O) is een broeikasgas. Dat klopt, maar het zorgt wereldwijd voor slechts 7 procent van het totale broeikaseffect en de helft ervan is van natuurlijke oorsprong. Ook dat is op zich geen reden om dit peperdure en ontwrichtende stikstofbeleid door te drukken.
Gelukkig herhalen De Vries en Ros niet de D66-mantra dat „de Nederlandse natuur op omvallen staat”. Niettemin vinden ze mijn stelling dat onze natuur over het algemeen stabiel en gezond is mijn belangrijkste misvatting.
In wezen komt dit neer op een fundamenteel verschillende waardering van biodiversiteit. Voor hen vertegenwoordigt die een absolute waarde en elke afname daarvan, al of niet door te veel stikstof, vinden ze onaanvaardbaar. Maar minder biodiversiteit betekent echt niet dat hele natuurgebieden afsterven; wat overblijft is voor de meeste burgers net zo goed nog natuur. In een democratie is het niet alleen maar aan ecologen om te bepalen wat waardevolle natuur is.
Eco-activisme
Waar ik de meeste moeite mee heb, is hoe zij de absurd lage grenswaarde voor vergunningsverlening van 0,07 gram (stikstof per hectare per jaar) blijven verdedigen, 4000 maal zo laag als in Duitsland. Dat is omdat „wij in het hele land te hoog zitten met stikstof”, al geven ze toe dat de situatie in Noordwest-Duitsland –een gebied ter grootte van Nederland– vergelijkbaar is qua stikstofdruk.
Hier prevaleert eco-activisme boven wetenschappelijke integriteit. In 2019 heeft de Duitse rechter de eis van een actiegroep om de Duitse grenswaarde van 300 gram flink omlaag te brengen resoluut afgewezen. Die 300 gram is wetenschappelijk goed onderbouwd, aldus de rechter, en blijft dus staan.
Nog los van het feit dat die factor 4000 alle redelijke proporties te buiten gaat, is het ook principieel onterecht om een grenswaarde die geldt voor stikstofdepositie op een individueel Natura 2000-gebied te verscherpen omdat de norm in de meeste Natura 2000-gebieden overschreden wordt. We gaan toch ook niet de maximumsnelheid in Vlissingen verlagen omdat veel automobilisten in Groningen en Nijmegen te hard te rijden?
Die grenswaarde van 0,07 gram is niet wetenschappelijk onderbouwd, maar pakt uit als een collectieve straf voor de samenleving. Dat moet met name stikstofminister Van der Wal zich aanrekenen omdat zij daaraan vasthoudt tegen het advies van TNO in. Dat adviseert een grenswaarde van minimaal 14 gram, waarmee de hele bouw al van het slot zou kunnen.
Stikstof is weliswaar een probleem in Nederland, maar daar pragmatisch mee omgaan is geen stikstofontkenning.
De auteur is wetenschapsjournalist en auteur van ”De Stikstoffuik”.