Verdriet, schaamte en spijt. Vrouwen die een abortus ondergingen, torsen dat geheim vaak in alle eenzaamheid met zich mee, merkt Kees van Helden, coördinator bij Kies Leven. Om hun leed te erkennen nam hij het initiatief voor de gedenkplaats ”Kruik vol tranen.”
”Andre. 1985. Psalm 139. In liefdevolle herinnering.” Slechts zeven woorden telt het leistenen bordje dat afgelopen zaterdag als eerste vastgemaakt werd aan een wand van wilgentenen op de gedenkplaats ”Kruik vol tranen”. Achter dat geringe aantal woorden gaat echter een wereld aan leed schuil, weet Van Helden, die zaterdag in het zogeheten ”Bijzonder Bos” in Driebergen een gedenkplaats opende voor vrouwen die een kind verloren door abortus. De kosten voor de gedenkplaats, de wand, de leistenen bordjes en het onderhoud worden gefinancieerd vanuit het zendingsgeld van leerlingen van het Calvijn College in Krabbendijke.
De moeder van Andre –afkomstig uit de reformatorische gezindte– was vijftien jaar toen ze in verwachting raakte. Haar omgeving drong aan op abortus. De tiener zag geen andere optie en liet haar kindje weghalen. „Die keuze is echter altijd aan haar blijven knagen”, vertelt de coördinator bij Kies Leven. „Door een bordje met de naam van haar zoontje een plek te geven op de gedenkplaats, wil ze erkenning geven aan het feit dat haar kindje echt heeft bestaan.”
Waarom deze speciale gedenkplaats voor vrouwen die abortus lieten plegen?
„De ontwikkelingen rondom abortus in onze maatschappij gaan snel. De verplichte vijf dagen bedenktijd verdwijnt. De huisarts mag voortaan de abortuspil verstrekken. De media biedt voornamelijk een podium aan vrouwen die uitdragen dat ze blij zijn met hun keuze voor abortus.
Maar er is ook een andere kant. En die ben ik de afgelopen jaren meermaals tegengekomen. Recent hoorde ik bijvoorbeeld over een vrouw van ruim negentig jaar. Op haar sterfbed vertelde ze voor het eerst dat ze een abortus had laten plegen. Ze was toen veertien jaar. Dat geheim heeft ze haar hele leven met zich meegedragen. Ze durfde niet open te zijn over de pijn en het schuldgevoel waarmee ze worstelde.
En zij is niet de enige. Jaren terug ging ik voor in gebed tijdens de Mars voor het Leven. Ik bad voor vrouwen die in stilte worstelden met het verlies van hun ongeboren kind. „U bad voor mij”, mailde een vrouw mij nadien. Niemand wist van de last die zij droeg.
Met de gedenkplaats ”Kruik vol tranen” hopen wij erkenning te geven aan de spijt, het verdriet en de eenzaamheid waarmee deze groep vrouwen worstelt.”
Waarom vinden vrouwen het zo moeilijk om open te zijn over de abortus die ze lieten plegen?
„Voor een groot deel heeft dat te maken met schaamte. Ze voelen zich verantwoordelijk voor de keuze die ze hebben gemaakt – al dan niet onder druk van de omgeving. Toegeven dat spijt en schuld je verteert, is moeilijk. Het is veel makkelijker om de schijn op te houden en niets te zeggen over de abortus en de gevolgen die dat heeft.
Daarnaast werkt het feit dat onze maatschappij abortus steeds verder normaliseert belemmerend.”
In welke zin?
„De boodschap vanuit media, politiek en samenleving is dat abortus normaal is. Het is niets meer dan een ingreep waarvan je na een paar dagen geen last meer hebt. Als een vrouw kampt met allerlei gevoelens van pijn en verdriet, lijkt het daardoor eerder alsof er iets met haar niet helemaal goed zit. Zij heeft immers moeite met een heel normale keuze die zoveel vrouwen maken.”
Wat kan ”Kruik vol tranen” voor deze groep vrouwen betekenen?
„Op deze gedenkplaats kunnen ze een bordje laten plaatsen met de naam van hun kind. Ook kunnen ze digitaal hun verhaal delen. Zo kunnen ze rouwen om de baby die ze verloren hebben en ruimte geven aan de pijn die abortus bij hen heeft veroorzaakt. Die erkenning is een eerste stap naar herstel.”
Kruik vol tranen, heet de gedenkplaats. Waarom die naam?
„Het is een verwijzing naar Psalm 56 vers 9: „Leg mijn tranen in Uw fles, zijn zij niet in Uw register?” God ziet het verdriet en de pijn over het verlies van ongeboren leven. Daarnaast is het beeld ook begrijpelijk en symbolisch voor vrouwen die niet gelovig zijn. Ik hoop dat het aanknopingspunten biedt voor gesprek.”