Ondanks druk van familie koos Bonicia (29) voor haar kind
Bonicia raakt op haar 18e ongepland zwanger. Haar eigen familie zet haar onder druk om het ongeboren kind te laten aborteren. Toch kiest ze ervoor het kind te houden. En daar had ze nog geen moment spijt van.
„Uit mijn omgeving hoorde ik: Je verpest je toekomst als je het kind houdt, je partner gaat je verlaten en je komt in de bijstand. Dan ga je vanzelf denken dat het verstandig is om een abortus te ondergaan”, vertelt de nu 29-jarige moeder voor een volle zaal. Ze spreekt op uitnodiging van NPV afdeling Midden-Betuwe, die maandagavond een bijeenkomst organiseerde in het kader van de Week van het Leven. Locatie is het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Opheusden.
Terwijl Bonicia’s eigen familie erop aandringt de zwangerschap af te breken, pleiten haar schoonfamilie en haar vriend er juist voor het kind te houden. Ze kiest voor het laatste. Inmiddels is ze hoogzwanger van haar derde kind.
Bonicia dacht dat een kind haar geluk in de weg zou staan, omdat ze dan niet meer zou kunnen reizen en carrière maken. Het tegendeel blijkt waar. „Ik heb mijn hbo-opleiding behaald, heb een goede baan, kon op vakantie gaan en ben nu zeven jaar getrouwd. Was mijn leven beter geweest als ik mijn kind had laten aborteren? Misschien zou ik dan meer geld hebben of meer kunnen reizen. Maar uiteindelijk haal ik alleen echte voldoening uit het moederschap. Op andere aspecten in mijn leven ben ik vervangbaar, zoals op mijn werk. Maar als moeder niet.”
Echo
Op de thema-avond zijn naast NPV-directeur Diederik van Dijk en ds. C. Sonnevelt (GerGem) ook de Kamerleden Nicki Pouw-Verweij (JA21) en Wieke Paulusma (D66) van de partij. Paulusma, die als enige spreker de pro-abortuskant vertegenwoordigt, krijgt de meeste vragen te verstouwen. Op een vraag van Van Dijk of ze bereidt is aan de 24 wekengrens te tornen, geeft ze een ontkennend antwoord. Ze vindt namelijk dat vrouwen na de 20 wekenecho tijd moeten hebben om aanvullend onderzoek te kunnen doen.
JA21-Kamerlid Pouw-Verweij legt uit dat haar partij abortus als een vrouwenrecht ziet en daarom een verbod niet zinvol acht. „We willen er wel voor zorgen dat er zo min mogelijk abortussen nodig zijn.”
Pouw-Verweij vindt de huidige abortuspraktijk „vrouwonvriendelijk. Nu kiezen veel vrouwen om economische redenen voor een abortus of omdat ze door hun man onder druk worden gezet. Ik vind dat geen blijk van oprechte zelfbeschikking.”
Beschaving
Terwijl Paulusma en Pouw-Verweij tijdens hun toespraken vooral de nadruk leggen op de belangen van de vrouw, beklemtoont NPV-directeur Van Dijk juist de beschermwaardigheid van het ongeboren leven. „Is het niet kenmerkend voor een beschaving dat er stem wordt gegeven aan het kwetsbare leven? Dat is juist progressief.”
Van Dijk vindt het een goede zaak dat er veel aandacht is voor het bestrijden van discriminatie en racisme. „Dat is belangrijk, want iedereen mag er zijn en iedereen verdient respect. Maar hoe kunnen we dat overbrengen op jongeren als we weinig waarde hechten aan het ongeboren leven? Als we het normaal vinden dat het leven in de moederschoot wordt gedood, op de plek waar het kind het meest veilig zou moeten zijn?”
Rockduo
Ds. Sonnevelt begint zijn toespraak met een bekend citaat uit ”In de schaduwen van morgen” van historicus prof. Johan Huizinga: „We leven in een bezeten wereld en we weten het.” Sonnevelt: „Vandaag zouden we wel kunnen zeggen: We leven in een bezeten wereld en we weten het niet.” Hij verwijst naar een artikel in het Reformatorisch Dagblad over een Rotterdams rockduo dat in een videoclip laat zien op welke manieren een kindje om het leven gebracht kan worden. Ook haalt hij een ander artikel uit deze krant aan, waarin een abortusbuddy een abortus een „fysiek onprettige” handeling noemt en die vergelijkt met het vullen van een gaatje in een kies. „Ik heb dat drie keer gelezen en dacht: dit kan niet waar zijn. In media ontstond er geen ophef over deze weerzinwekkende uitspraken.”
Seksuele voorlichting
D66-Kamerlid Paulusma geeft na afloop van de bijeenkomst aan het belangrijk te vinden dat het aantal onbedoelde zwangerschappen zoveel mogelijk wordt teruggebracht. „We moeten daarom alles inzetten op goede seksuele voorlichting. Het verstrekken van gratis anticonceptiemiddelen aan kwetsbare groepen kan daar ook aan bijdragen.” Ze wijst op het programma ”Nu niet zwanger”, dat hulpverleners handvatten biedt voor een open gesprek over kinderwens, seksualiteit en anticonceptie.
Paulusma, die deelname aan de bijeenkomst vooraf spannend vond, blikt positief terug op de avond. „Ik ben aangenaam verrast door de mooie vragen uit de zaal.”