Mens & samenlevingseksueel misbruik
Reformatorische organisaties en meldpunten: zorg voor slachtoffer misbruik schiet tekort

De drempel om te praten over seksueel misbruik is nog steeds hoog in de reformatorische gezindte. Slachtoffers worden vaak verantwoordelijk gehouden voor de gevolgen van hun onthulling. Dat beeld ontstaat uit een rondgang langs acht reformatorische hulporganisaties en kerkelijke meldpunten.

beeld Unsplash
beeld Unsplash

„Door onze houding houden we misbruik in de reformatorische gezindte zelf in stand. Het is erger dan we denken!” Die noodkreet deed psychosociaal therapeut Bas van Dijk recent in het Reformatorisch Dagblad van 13 april. In zijn bijdrage noemt hij seksueel misbruik onder meer een „diepgeworteld, wijdverbreid kwaad”.

Het is volgens de therapeut „letterlijk tenhemelschreiend hoe in de kerk en de familie vaak wordt omgegaan met misbruik, doorgaans ten gunste van de dader en ten koste van het slachtoffer”. Van Dijk noemt tal van voorbeelden die in zijn ogen de „lauwe, wegkijkende, toedekkende houding” van omstanders weerspiegelen.

Om na te gaan in hoeverre deze observaties in de breedte van de reformatorische gezindte worden gedeeld, zocht het Reformatorisch Dagblad contact met acht hulporganisaties en meldpunten die te maken krijgen met slachtoffers van seksueel misbruik (zie ”verantwoording”). De woordvoerders kennen de inhoud van het artikel van Van Dijk.

19275025.JPG
Erik-Jan Verbruggen van De Vluchtheuvel. beeld Erik-Jan Verbruggen

Alle geïnterviewden vinden het een goede zaak dat Van Dijk seksueel misbruik in reformatorische kring aan de kaak stelt, blijkt uit de gesprekken. „We hebben absoluut geen reden om te denken dat het in de kerk minder voorkomt dan in de rest van de maatschappij”, stelt Erik-Jan Verbruggen, hulpverlener en teammanager bij De Vluchtheuvel. „Ik ben het met Van Dijk eens dat het een kwaad is dat we onder ogen moeten zien.”

Actuele cijfers zijn er niet over de omvang van seksueel misbruik in de reformatorische gezindte, een vergelijking maken met de maatschappij in het algemeen is dan ook niet goed mogelijk. Wel denken de meeste woordvoerders dat er in de kerk procentueel net zoveel slachtoffers zijn als daarbuiten.

19274794.JPG
Marianne Bronsveld van het Meldpunt Seksueel Misbruik in Kerkelijke Relaties onder andere de CGK en HHK. beeld Marianne Bronsveld

Strafrecht

Kerkelijke meldpunten worden veelvuldig geraadpleegd. Zowel door slachtoffers van misbruik die hun verhaal willen doen als door kerkenraden of omstanders die advies zoeken nadat ze te maken kregen met een misbruikzaak. Zo krijgt het Meldpunt Seksueel Misbruik in Kerkelijke Relaties, onder andere voor leden van de CGK en HHK, zo’n vijftig tot honderd vragen per jaar over seksueel misbruik, vertelt coördinator Marianne Bronsveld. Daarnaast koppelt het meldpunt gemiddeld één tot twee keer per maand een gemeentebegeleider aan een kerk. Deze persoon adviseert een kerkenraad op het moment dat een misbruikzaak bekend wordt bij hen.

Het Landelijk Meldpunt Seksueel Misbruik Reformatorische Kerken, dat in januari 2021 werd opgericht voor leden van de GG, OGG, GGiN en OGGiN, heeft inmiddels zo’n negentig vragen gehad. Het gaat daarbij doorgaans om ernstige zaken, vertelt coördinator Maria Vermeulen. „Dan moet je echt denken aan misbruik met fysiek binnendringen. Aan situaties die binnen het strafrecht onder de zwaardere zedenmisdrijven vallen.”

19274792.JPG
Berna van der Zouwen van het Reformatorisch Meldpunt. beeld Berna van der Zouwen

Het interkerkelijke Reformatorisch Meldpunt, gestart in 2016, krijgt jaarlijks zo’n 200 tot 400 vragen rond misbruik, vertelt bestuurslid Berna van der Zouwen.

19274795.JPG
Jantine den Uijl van Praktijk den Uijl. beeld Sjaak Verboom

Ook in de hulpverlening kloppen mensen aan die slachtoffer zijn geweest van misbruik. Bij Praktijk den Uijl, een praktijk voor psychosociale hulpverlening, nemen op dit moment zo’n zeventig mensen deel aan groepsgesprekken over het thema, daarnaast volgen tientallen mensen individuele therapie, vertelt eigenaar Jantine den Uijl-van Loon.

Heiligheid

Het is voor slachtoffers van seksueel misbruik ontzettend moeilijk om hun verhaal te doen en hulp te zoeken. De genoemde aantallen zijn dan ook slechts het topje van de ijsberg, benadrukken de woordvoerders. En dat schrijnt, zo is de ervaring van de geïnterviewden.

Rien Geluk, systeemtherapeut bij Eleos en lid van de werkgroep seksueel misbruik in pastorale relaties van de HHK: „In de kerk spreken we over heiligheid, in dat licht heeft misbruik nog meer impact.” Den Uijl: „Iedere zondag horen we de wet. We zouden beter moeten weten.” Van der Zouwen: „De kerk is een plek waar het anders zou moeten zijn.”

Toch verbaast het de geïnterviewden niet dat er ook in reformatorische kring seksueel misbruik plaatsvindt. Bronsveld: „Overal waar macht is, vindt misbruik plaats. En in de kerk hebben een dominee, ouderling of jeugdleider macht. Daarmee wordt de kans op misbruik groter.”

In zijn opinieartikel is Van Dijk uiterst kritisch op de houding van omstanders. Zo schrijft hij over situaties waarin slachtoffers gemaand worden te zwijgen om de vrede in de kerk te bewaren. Vrijwel alle geïnterviewden herkennen deze dynamiek in kerkelijke gemeenten en families. Bronsveld: „Helaas neigen kerken er snel naar om te zeggen: Als dit naar buiten komt gaat de buitenwereld slecht over de kerk denken, en dus slecht over God. Daarnaast stuiten slachtoffers soms op ongeloof of bagatellisering van wat er gebeurd is. „Zo’n fijne man, en zo betrokken, dat kan toch niet?”, krijgen ze dan te horen.” Verbruggen: „Ik kom de neiging tegen om seksueel misbruik onder de pet te houden. Er heerst in kerken of families angst voor opschudding, aan slachtoffers wordt gevraagd maar niets openbaar te maken.”

Kortom, slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag kunnen in de reformatorische gezindte lang niet altijd rekenen op een liefdevolle houding. Vermeulen: „Ik kom vaak tegen dat een slachtoffer verantwoordelijk wordt gehouden voor het gedoe en conflict dat ontstaat na zijn onthulling.”

Groepsbelang

Deze houding leeft breder dan alleen in de reformatorische gezindte, merken geïnterviewden daarbij wel op. Van der Zouwen: „Waar groepen zijn, heb je te maken met groepsbelang. Dat gaat vaak voor het belang van het individu. Zoiets zie je in de sportwereld en de televisiewereld, maar ook in de kerk. Als je ervoor kunt zorgen dat het slachtoffer niet meer over het misbruik praat, blijft de harmonie bewaard en kun je voor het oog met elkaar verder. Maar zo kan het misbruik wel door blijven gaan.” Deze mechanismen zijn in de kleine en hechte reformatorische wereld extra sterk, benadrukken vrijwel alle woordvoerders.

19274793.JPG
Harm Rebel van Stichting Schuilplaats. beeld Pieter de Kruif

Verschillende geïnterviewden merken op dat er ook een andere kant is. Harm Rebel, teamleider hulpverlening bij Stichting Schuilplaats: „Ik weet van pijnlijke situaties waarbij een slachtoffer gevraagd wordt te zwijgen vanwege de lieve vrede. Tegelijkertijd ken ik ook ambtsdragers die zich oprecht afvragen wat het juiste is op zo’n moment. Die niets onder het tapijt willen vegen, maar wel de schade willen beperken en daarnaar zoeken.”

Verschillende hulpverleners signaleren dat ambtsdragers soms niet goed weten hoe te handelen. Vermeulen: „Die verlegenheid snap ik. Daarom zou ik altijd aanraden om hulp te zoeken bij een professional met specifieke expertise. Dat kan anoniem.” Ook andere geïnterviewden adviseren kerkenraden om hulpverleners te raadplegen als zich signalen voordoen van misbruik in de gemeente. Rebel: „Zo kunnen ambtsdragers en hulpverleners elkaar helpen om gerechtigheid na te streven.”

Eigenbelang

Daarbij is soms een buitenstaander nodig om een reflectie op gang te brengen bij omstanders, onderstreept Vermeulen: „Het is een menselijk verlangen om de rust zo snel mogelijk te willen herstellen. Iemand van buiten kan dan de terechte vraag stellen of men nog strijdt voor het goede, of ongemerkt toch meer voor het eigenbelang.”

Omstanders doen vaak met de Bijbel in de hand een moreel appel op slachtoffers om snel te vergeven en te vergeten, weten veel geïnterviewden. Tegenover veelgenoemde Bijbelteksten over de oproep om zeventig maal zevenmaal te vergeven, plaatsen de woordvoerders teksten die wijzen op het belang van recht.

Zo noemt Vermeulen het voorbeeld van David. „Nadat hij overspel pleegde met Bathseba, beleed hij schuld toen Nathan bij hem was gekomen. Maar daarna stierf toch zijn zoon nog. God strafte zijn zonde. Vergeving mag nooit wisselgeld zijn om onrecht glad te strijken.”

Het is niet zo dat er in de afgelopen jaren niets is gebeurd, benadrukken alle woordvoerders. Over het algemeen zien ze binnen de reformatorische gezindte meer openheid om te praten over seksueel misbruik. Geluk: „Ik hoor dat er in de prediking meer aandacht is voor het thema, bijvoorbeeld bij de behandeling van de geboden. Ook bidden predikanten vaker voor slachtoffers van seksueel misbruik en worden daders aangesproken zich te melden en zo het kwaad te stoppen.” Rebel: „Onlangs was er een kerkenraad die de gemeente meldde dat er seksueel grensoverschrijdend gedrag had plaatsgevonden en dat de procedures waren gevolgd om het gedrag te stoppen en het slachtoffer te beschermen. Daarmee wilde de kerkenraad benadrukken dat de gemeente een veilige kerk dient te zijn.” Vermeulen: „Het aanstellen van vertrouwenspersonen, liefst een man en een vrouw, vind ik een goede stap. Op die manier hoeven slachtoffers niet de hoge drempel naar de kerkenraad over.”

Dit is deel 1 in een tweeluik over seksueel misbruik in reformatorische kring. Volgende week zaterdag deel 2.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer