Hulpverlener Arthur Molenaar ontvlucht met zijn vrouw en drie jonge kinderen het bloedige geweld in Sudan in een tjokvol militair toestel. Bezorgd en opgelucht.
Militaire transporttoestellen vliegen af en aan om westerlingen te evacueren uit het oorlogsgebied in het Oost-Afrikaanse land. Een zoveelste staakt-het-vuren tussen twee rivaliserende militaire groepen biedt mogelijkheden voor evacuatie.
Molenaar (44) moet met vrouw en drie kinderen (3, 8 en 11 jaar) halsoverkop het geweld ontvluchten. De Franse ambassade biedt hen vrijdagavond een mogelijkheid voor evacuatie, omdat Molenaars vrouw voor een Franse organisatie werkt en de kinderen op een Franse school zitten.
Het Franse leger kan hen met een tweede evacuatievlucht in veiligheid brengen, maar dan moet het gezin zich per direct melden op een afgesproken locatie in Khartoem. Navraag levert geen informatie op. „Vertrouw me, dit is je beste optie”, meldt een stem in het Frans.
Witte vlaggen
Molenaar, sinds 2021 woonachtig in Khartoem, krijgt opdracht zijn auto te voorzien van Franse vlaggen. De kinderen tekenen snel een rode en blauwe baan op een wit doek en hangen deze uit het autoraam. Het gezin bereikt veilig de afgesproken locatie. Samen met bijna 75 anderen.
Onder begeleiding van Franse militairen rijden de evacués met bussen naar een vliegveld ten noorden van Khartoem. Een tocht van twee uur door vrijwel uitgestorven gebied. Toonbeeld van zware gevechten.
Alleen militairen vertonen zich op straat. Een jachtvliegtuig komt laag over. Luchtafweergeschut ratelt. Vlakbij klinken schoten. Het konvooi moet de reis enkele minuten onderbreken. Het gezin is in enkele dagen tijd gewend geraakt aan explosies van inslaande mortiergranaten. „Zo’n vlucht verloopt in een waas.”
Emotioneel
Op het vliegveld staat een A400M-transporttoestel van de Franse luchtmacht klaar. Het toestel stroomt vol. „Vooral met veel kinderen”, blikt Molenaar terug. „Ons zoontje van drie ontmoette zijn beste vriendje. Ze vlogen elkaar in de armen. Heel emotioneel.” De andere kinderen –knuffel onder de arm– hadden vooral veel lol. „Ze zagen voor het eerst in meer dan een week tijd hun vriendjes en vriendinnetjes weer.”
Molenaar is onder de indruk van het viermotorige propellortoestel. „Ik had nog nooit zo’n enorm militair vliegtuig van dichtbij gezien, laat staan van binnen.” De A400M van het Franse leger stijgt op en zet z’n wielen aan de grond in buurland Djibouti. „Een surrealistische ervaring.” Molenaar vliegt met zijn gezin later deze week naar Nederland.
Schuldgevoel
Een „groot gevoel van opluchting” maakt zich van Molenaar meester bij het uitstappen uit het toestel. „We zijn in veiligheid, de kinderen zijn veilig.” Tegelijkertijd bekruipt hem een schuldgevoel. „Wij overleven het, maar hoe gaat het met achterblijvers?!”
Molenaar noemt het „ongelooflijk lastig” Sudan te verlaten. „Ik voel me door ons werk erg verbonden met het land”, zegt de programmadirecteur van de internationale hulporganisatie CARE. „Het allerzwaarste is het achterlaten van vrienden en collega’s in een onvoorstelbaar onzekere en moeilijke situatie. Ik maak me grote zorgen om hun veiligheid.”
De situatie in Sudan verslechtert snel. „Het wordt steeds moeilijker om aan eten en drinken te komen.” Ook elektriciteit, nodig om bijvoorbeeld telefoons op te laden, valt vaker uit. „Het leven wordt door deze crisis alleen maar moeilijker. Het verstrekken van voedselhulp is op veel plekken levensgevaarlijk.”
Donker scenario
Meer dan 15 miljoen Sudanezen zijn, al vóór de crisis, aangewezen op humanitaire hulp. Van hen gaan 11 miljoen mensen elke avond met honger naar bed. „Dat worden er door deze crisis alleen maar meer, terwijl het voor CARE veel moeilijker wordt om hulp te verlenen.”
Molenaar spreekt over het „donkerste scenario” voor Sudan. „Hoop en perspectief zijn weg. De zorg is dat de oorlog eerder zal intensiveren, dan dat er op korte termijn een oplossing komt voor het conflict.”